Wat kunnen we leren van cannabisbeleid in het buitenland?
Wat kunnen we leren van cannabisbeleid in het buitenland? Hoewel Nederland decennialang een internationaal unieke positie had met het gedogen van de verkoop en consumptie van cannabis, hebben inmiddels diverse landen cannabis gelegaliseerd en zijn anderen dit van plan. De ervaringen in het buitenland leveren relevante inzichten en aandachtspunten op voor het huidige en toekomstige Nederlandse cannabisbeleid. RAND Europe en het Trimbos-instituut brachten dit in kaart en doen 25 aanbevelingen.
Het rapport is in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Datacentrum (WODC) gemaakt. Hier staan handvatten hoe beleidsmakers wetenschappelijke kennis kunnen gebruiken voor cannabisbeleid.
Nederland is uniek door ons gedoogsysteem voor coffeeshops
De meeste ontwikkelingen rondom de teelt en verkoop van cannabis vonden plaats in Noord- en Latijns-Amerika. De Amerikaanse staten Colorado en Washington legaliseerden als eerste de teelt en verkoop van cannabis voor recreatief gebruik. Dit werd gevolgd door Uruguay en Canada. In Europa was Malta in 2021 de eerste waar teelt en distributie van cannabis via verenigingen werden gelegaliseerd. In 2023 volgde Luxemburg en op 1 april 2024 Duitsland. De meeste Amerikaanse staten en Canadese provincies hebben gekozen voor een commercieel aanbodmodel, met telers en winkels die winst mogen maken over de verkoop van cannabis. In Uruguay en in de Canadese provincie Quebec wordt cannabis verkocht in strenger gereguleerde omgevingen zonder winstoogmerk, zoals apotheken en staatswinkels. In Europa bestaan vooralsnog geen legale verkooppunten. In dat opzicht is Nederland dus nog steeds uniek door ons gedoogsysteem voor coffeeshops.
Eén van de aanbevelingen in het rapport is om gezamenlijke doelen te formuleren zoals het beschermen van de volksgezondheid en het minimaliseren van maatschappelijke schade. Ook is het belangrijk om voldoende tijd te nemen voor de implementatie van nieuw beleid zodat ook handhaving- en toezichtinstanties de tijd krijgen om nieuwe regelgeving te analyseren. Verder bevelen de makers van het rapport aan om ‘een gefaseerde implementatie van nieuw beleid te overwegen, zodat kan worden bijgestuurd op basis van inzichten uit wetenschappelijk onderzoek, monitoring en beleidsevaluaties’. Verder leert deze studie dat het belangrijk is om ‘een balans te vinden tussen een legaal aanbod dat aantrekkelijk genoeg is om te concurreren met de zwarte markt en een aanbod dat niet te aantrekkelijk is voor jongeren en kwetsbare doelgroepen.’