Jo goes hunting
“Ik zie muziek als iets spiritueels”
De Rotterdamse band Jo Goes Hunting is eigenlijk min of meer Jimmi Hueting, een drummer en componist die alternatieve popmuziek maakt. Alternatief, wat heet, zijn muziek zit nogal wat anders in elkaar dan doorsnee, maar het zijn toch ook mooie en pakkende liedjes.
Als we een afspraak plannen voor een interview, is Jimmi behoorlijk ziek. Een dag later voelt hij zich alweer een stuk beter: “Ik kom net uit Suriname dus het was een beetje eng, ik dacht dat ik misschien iets tropisch had meegenomen. Maar dat bleek gelukkig niet zo te zijn, het is gewoon griep. We hebben meerdere tripjes gemaakt naar het binnenland. Ik ben al een tijdje geïnteresseerd in kawina, van die drummuziek met zang. Ik mocht een avond meedoen met zo’n groep, dus dat was heel leuk.”
Tweede plaat
Het interview komt op het goede moment, want de tweede plaat (Front Row) van Jo Goes Hunting komt niet zo lang daarna, op 15 november uit. “Ik ben vanaf juli begonnen een paar tracks te releasen dus ik heb nu online drie nieuwe nummers uitgebracht, er komen nog twee singles aan en dan komt het album. Ik ga dan een clubtour doen. We spelen in o.a. Rotown, Cinetol, Ekko, Merleyn en Simplon. En we zijn uitgenodigd voor een showcasefestival in Spanje, zoiets als EuroSonic.”
Vrolijk en dansbaar
Een van de verschillen tussen het oude en het nieuwe album is dat Jimmi zich naar eigen zeggen meer ontwikkeld heeft als muzikant. “Jo Goes Hunting ben ik eigenlijk. Ik heb wel een band voor live, maar ik maak zelf alle muziek en ik neem het ook allemaal zelf op. Ik heb het nu, anders dan de vorige, samen met Simon Akkermans gemixt. Het verschil is dat het iets elektronischer klinkt, dus het is iets minder een bandsound. Veel meer upbeat, het is eigenlijk een vrolijkere plaat, best wel dansbaar ook. Maar het is wel op z’n Jo Goes Hunting’s, vol met muzikale informatie want dat vind ik leuk.”
Live magie
De band is er mee aan het struggelen om de nogal bewerkelijke productie iets te versimpelen, maar het blijft moeilijk. “Als je naar een live band gaat wil ik dat de band live speelt, omdat dat de magie is van live. Omdat ik zoveel dingen in mijn muziek heb, is het makkelijk om iets mee te laten lopen, zoals denk ik 80 % van de bands die iets met elektronica doen, tegenwoordig doet. Maar voor mezelf vind ik dat niet zo tof. Je wilt juist dat er iets gebeurd op het podium en dat het publiek daar bij is. In plaats van een voorbedachte show. Dat is de magie van muziek, dat je dat voor je neus ziet gebeuren, dat is de power. Dat krijg je niet als je met een tape meespeelt, tenminste zo ervaar ik het zelf. Als een band dat doet, denk ik altijd: jammer. Ja, het heeft misschien wel wat met mijn jazzachtergrond te maken, maar bands speelden vroeger toch ook gewoon alles live, zelfs Kraftwerk.”
In het echt
“Ik ben naast Jo Goes Hunting inderdaad actief als jazzdrummer. Het live aspect en het in het moment zijn en die magie voelen dat het gebeurt, dat je echt samenkomt met je medemuzikanten, dat is wel wat ik het allerleukst vind aan muziek maken. Dat is wat je samen doet, en ook al schrijf ik als Jo Goes Hunting al die muziek zelf: we doen het wel altijd live, in het echt.”
Naast elkaar bestaan
“Veel mensen in de popwereld kennen mij niet als jazzdrummer, en in de jazzwereld kennen ze Jo Goes Hunting nu wel, maar eerst was het een grote verrassing dat ik het allebei deed. Eigenlijk heb ik het altijd al zo gedaan, vanaf mijn vijftiende. Ik begon met drummen toen ik veertien was, een jaar daarna begon ik met beats maken, dus dat heeft altijd naast elkaar bestaan. Met sparen kreeg ik wat instrumenten en ging opnemen, toen werd het meer produceren in plaats van beats tikken. Maar dat is nog steeds een onderdeel van mijn muziek: gewoon a la hiphop producersachtige dingen maken.”
Lekker doorgaan
“Ik maak mijn muziek omdat ik het leuk vind en er zelf in geloof. Soms zeggen mensen dat ze de muziek moeilijk vinden, maar er is in een korte tijd toch best wel al veel voor mij gebeurd. En ik heb veel waardering daarvoor gekregen. Juist om wat doe, dus ik ga lekker door. Het is denk ik voor mij de manier om het lang vol te kunnen houden, dat is namelijk wel wat ik van plan ben.”
Naar gevoel luisteren
“Sommige bands hebben twee jaar succes en dan stoppen ze er mee. Maar ik wil gewoon die muziek maken. Want dat vind ik het allerleukste om te doen, in mijn studiootje zitten en gewoon die nummers maken. ik geloof überhaupt dat mensen goed naar hun gevoel moeten luisteren voor de keuzes die ze in het leven moeten maken. Dan komen er volgens mij automatisch de beste keuzes uit. Dat doe ik zelf ook.“
Visuele versterking
Voor de tour en eigenlijk voor zijn hele nieuwe plaat is Jimmi de samenwerking aangegaan met een Franse animator, een visueel kunstenares die Alice Saey heet. “We zijn een wereld aan het ontwerpen die zich uit in het artwork maar dus ook op het podium. We zijn midden in het proces om dat af te maken. De optredens worden visueel versterkt door toffe prints en doeken die over het hele podium hangen, dat wordt wel leuk.”
Goede combinatie
Jimmi ziet muziek als iets spiritueels, en dat heeft voor hem niks met drugs of wat dan ook te maken. “Maar het geeft wel een heel goede combinatie. Een van mijn grootste helden is John Coltrane, die streeft naar het hogere, het goddelijke in zijn muziek, en dat is zo spiritueel, daar komt bij die jongens niks aan te pas. Hij was wel verslaafd maar toen hij die muziek ging spelen was hij clean. Niet dat ik zelf religieus ben, helemaal niet, maar die kant van muziek trekt mij wel aan. Er zijn natuurlijk meer van dat soort mensen, zoals Jimi Hendrix. Die trance spreekt me aan, de diepgang. Zo maak ik ook muziek, ik spendeer er veel uurtjes aan in mijn studiootje, dan ga ik tot op het bot en dat vind ik ook lekker om te doen. Dus dan kom je meestal ook wel in een andere sfeer terecht, en dat kan psychedelisch klinken.”
Wauw dit is geweldig
“Blowen kan heel dubbel werken bij mij, soms als je kleine hits hebt genomen tijdens het werk kun je ook snel denken van: wauw dit is geweldig wat ik aan het doen ben. En de dag erna klinkt het nergens naar. Dat effect heb ik best wel sterk, dus ik probeer daar wel mee op te passen. Ik gebruik blowen zeker niet om altijd muziek mee te maken. Als het goed gaat met nieuwe muziek maken dan begin ik ergens in de middag. Er gebeurt iets en alles is opeens donker. Ik moet nodig naar de wc en heb heel erg honger. Ik kijk op de klok en dan is het elf uur ’s avonds. Dan heb ik een goede spurt gehad, een goede werkflow, en ben ik meestal fried. Eigenlijk kan je niet meer, en moet je stoppen. Dan helpt het wel om of een rondje te wandelen, een biertje te drinken of een paar hijsjes te nemen. Zo kan je ook wat je net gemaakt hebt op een nieuwe manier beluisteren, dat vind ik heel fijn.”
Korte vloei
“Ik rook eigenlijk alleen maar wiet, met korte vloei, en ik doe er zo weinig in dat het echt altijd een ienie-mienie wordt. Met een heel klein beetje tabak want ik houd niet van tabak, het is meer om het wat te branden. Mijn vrienden hebben mijn joints de bijnaam coco-chanelletjes gegeven, omdat ze zo dun zijn. Het lijken net van die sjieke ladysigaretjes.”
Meer over muziek lezen op Soft Secrets? Kijk hier!