Baanbrekend onderzoek voor ontnemingszaken henneptelers

13 Jul 2018

Frank G. wordt in maart 2009 samen met zeven anderen aangehouden tijdens een hennep-rooidag in Heerhugowaard. Het gaat om een forse hennepkwekerij van 1000 m2 waar ruim 5000 planten staan. De ontnemingszaak wordt 9 jaar later bij het Hof van Amsterdam behandeld. Ik ben aanwezig als gerechtelijk deskundige.


 Het is woensdag 2 mei 2018. Ik begeef mij in de vroege ochtend naar het Hof van Amsterdam. De rechter benoemt een gerechtelijk deskundige als hij kennis mist die relevant is voor de berechting van een geschil. De advocaten Hugo ter Brake en André Beckers hebben mij enkele dagen daarvoor geïnformeerd dat het nog niet duidelijk is of het Hof mij als deskundige zal erkennen. De rechters hebben laten weten dat zij mij eerst een aantal vragen willen stellen voordat ze daarover een beslissing nemen. Dat is de gangbare procedure wanneer je niet als deskundige op de lijst van de Nederlands Gerechtelijk Deskundigen staat. Ik ben benieuwd welke vragen ze mij gaan voorleggen om te bepalen of ik een expert ben op het gebied van hennepzaken. Wanneer de beide advocaten zich speciaal voor deze zitting in hun van hennep gemaakte toga’s hijsen, ga ik de zaak in gedachten nog eens na.

Opbrengst illegale hennepkwekerij

Het is alweer zo’n drie jaar geleden dat advocaat Ter Brake mij voor deze zaak benaderde. Hij legde mij uit dat zijn cliënt ervan wordt verdacht leiding te hebben gegeven aan verschillende grote hennepkwekerijen. Hij zou daar volgens justitie ruim 4,7 miljoen euro aan hebben overgehouden. G. ontkent zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerijen niet, maar hij heeft daar naar eigen zeggen veel minder aan overgehouden dan justitie heeft berekend. Om zijn stelling te onderbouwen legde hij de rechtbank bij een eerdere zitting zijn eigen berekening voor. Daarin gaf hij aan welke investeringen er bij het opzetten van een kwekerij op die schaal worden gemaakt en wat de verschillende betrokkenen daaraan overhouden. De berekening is zeer gedetailleerd. Het komt zelden voor dat een opgerolde hennepteler de buitenwereld zo in zijn keuken laat kijken. De rechtbank probeerde in een eerdere fase tevergeefs een deskundige te vinden die kon beoordelen in hoeverre de berekening van G. betrouwbaar was. Dat is toen niet gelukt. [caption id="attachment_18627" align="alignnone" width="500"] © Graphic Justitie[/caption]

Fluitje van een cent

Justitie schuift de berekening van de verdachte als onbetrouwbaar terzijde. Hoe kan iemand achteraf nog zo precies aangeven wat de kosten en opbrengsten zijn geweest voor het opzetten van verschillende kwekerijen? Ik bezoek G. in de gevangenis om een goed beeld te krijgen van de opzet van de hennepkwekerijen en zijn werkwijze. Hij legt mij uit dat het opstellen van zo’n berekening voor hem een fluitje van een cent is: “Het hoort bij mijn beroep. Een aannemer weet ook welke materialen hij moet aanschaffen voor de bouw van een huis en welke kosten daarmee gepaard gaan.”

Model

De berekening die justitie maakt gaat uit van een opbrengstmodel dat al jarenlang bij vrijwel alle ontnemingszaken rondom hennepkwekerijen wordt gebruikt. Met dat model berekent justitie wat de opbrengst is geweest van een hennepkwekerij. Dat bedrag moet de verdachte vervolgens terugbetalen aan de staat. Het model is gebaseerd op onderzoek van twee Wageningse onderzoekers uit 2005. Het opbrengstmodel is in principe een hulpmiddel dat kan worden gebruikt wanneer andere informatie ontbreekt en de opbrengst moet worden geschat. In dit geval ligt er een uitgebreide verklaring van de verdachte. De vraag is nu hoe betrouwbaar zijn berekening is. Het gaat om een fors verschil in bedragen. Kunnen we G. op zijn woord geloven?

Teeltexperimenten op universiteit Gent

Om antwoord op die vraag te kunnen geven benader ik de Gentse plantkundige Wouter Vanhove. Hij is in 2014 gepromoveerd in de Toegepaste Biologische Wetenschappen op een studie naar de economische en teeltaspecten van hennepkwekerijen. Hij zette daartoe samen met collega-onderzoekers in de universiteit in Gent een hennepkwekerij op, waarbij zij de reële, illegale teeltomstandigheden zo goed mogelijk probeerden na te bootsten. De Gentse onderzoekers draaiden drie oogsten, waarbij zij met verschillende variëteiten en omgevingsvariabelen experimenteerden. Een belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat de opbrengst voor een belangrijk deel afhangt van de variëteit. Ook blijkt uit hun experimenten dat ervaring en werkwijze van de teler veel invloed heeft op de uiteindelijke opbrengst.

Van alles mis

Alhoewel de teelt in een legale situatie plaatsvond, ging er van alles mis waardoor de opbrengst van verschillende oogsten onbevredigend was. De onderzoekers kregen bij de eerste oogst te maken met verkleurde bladeren en dwerggroei. Een van de oorzaken zou volgens de onderzoekers een te lang aangehouden vegetatieve periode kunnen zijn. Tijdens de tweede oogst lukte het niet om een optimaal temperatuursregime in de teeltruimte te handhaven vanwege de lage buitentemperaturen. Hierdoor groeiden de planten trager en kwamen ze minder snel in bloei. Ze konden daardoor pas na 14 weken worden geoogst. Ondanks de groeiende ervaring van de onderzoekers kregen zij bij hydroteelt-experimenten steeds te maken met ernstige verdorring van de bladeren. Zij vermoedden “dat het bemestingsregime nog steeds niet optimaal was afgestemd op de lichtintensiteit en het (verbeterde) klimaat in de teeltruimte.”

Baanbrekend onderzoek

Samen met Vanhove loop ik stap voor stap het Wageningse onderzoek na dat ten grondslag ligt aan het opbrengstmodel dat justitie gebruikt. We komen erachter dat het onderzoek op onjuiste aannames is gebaseerd en een aantal ernstige tekortkomingen heeft. De Wageningse onderzoekers gaan onterecht uit van een lineair groeiproces van hennepplanten. Ook houden zij onvoldoende rekening met de omstandigheden in de illegale praktijk. De opbrengsten in het voorspellingsmodel vallen daardoor aanzienlijk hoger uit dan in de illegale praktijk haalbaar is. Daarnaast is het onderzoek achterhaald omdat belangrijke factoren die de plantopbrengst beïnvloeden (zoals de cannabisvariëteit) niet zijn meegenomen. Dit roept vragen op over de betrouwbaarheid van het opbrengstmodel dat justitie gebruikt. Daarnaast voeren we een aantal extra analyses uit op de data die de Wageningse onderzoekers gebruikten. Daaruit blijkt dat er grote verschillen in opbrengst per plant zijn tussen kleine en grote kwekerijen.

Vernieuwing

Vanhove en ik tonen overtuigend aan dat opbrengstmodel dat justitie gebruikt achterhaald en rijp voor de prullenbak is. We beschreven onze bevindingen in een deskundigenrapport dat deel uitmaakt van de processtukken in de zaak tegen G. Daarnaast publiceerden we deze in een peer-reviewed artikel in Forensic Science International. Terug naar het Hof van Amsterdam. Na een vragenvuur van een half uur besluiten de rechters mij als deskundige in de zaak G. te benoemen. Dat is niet alleen goed nieuws voor de zaak van G. maar betekent dat ik vanaf nu ook in andere hennepzaken als gerechtelijk deskundige kan worden opgeroepen. Als het Hof onze analyse overneemt dat het opbrengstmodel aan vernieuwing toe is, dan zal deze zaak bovendien baanbrekende gevolgen kunnen hebben voor andere ontnemingszaken bij hennepteelt veroordelingen. Door: Nicole Maalsté