Wietexperiment: ‘Veel administratieve rompslomp’

Rob Tuinstra
16 Aug 2024

Dat de volgende fase in het wietexperiment wordt uitgesteld wordt door alle betrokkenen goed nieuws genoemd. Er is simpelweg nog onvoldoende aanbod en de hasj is nog beneden de maat. Ook mag er nog wel wat aan de prijzen gedaan worden, vindt Stan Esmeijer van de vereniging Platform Coffeeshops in Nijmegen.


Tegen Omroep Gelderland zegt hij: ‘We merken dat de prijzen nog hoog zijn, beduidend hoger dan de wiet die nu nog bij de achterdeur binnen komt. De prijzen moeten nog wel omlaag als meer van de gereguleerde telers ook de productie op peil hebben. De kwaliteit is doorgaans wel in orde, en de diversiteit redelijk.’

‘We snappen nu hoe de mensen in de zorg zich voelen’

Verder blijft het track & trace systeem, waarbij elke gram verkochte experimentwiet een eigen unieke QR-code heeft, veel ondernemers plagen. Esmeijer: ‘Elk product heeft een unieke QR-code voor een track & trace systeem, die je moet registreren als het binnenkomt, als je het opslaat in de opslag, en als je het verkoopt. Als het scannen een keer niet lukt, moet je 40 karakters invoeren. We snappen nu hoe mensen in de zorg zich voelen als de helft van hun tijd naar registratie moet.’ Er wordt gewerkt aan een nieuw systeem om het aantal administratieve handelingen te verminderen, maar toch mag er volgens de Nijmegenaar wel wat minder wantrouwen vanuit de overheid tegenover de coffeeshopbranche zijn. Over de verpakkingen is ook wel wat op te merken qua duurzaamheid, vindt Esmeijer: ‘Wij waren al jaren bezig met verduurzaming, bijvoorbeeld met composteerbare verpakkingen. Nu zien we een berg afval waar je u tegen zegt. Eén joint geeft nu evenveel afval als 100 verpakkingen vroeger. Dat is nog verre van ideaal.’

Half november wordt bekend gemaakt wanneer de volgende fase, waarin de deelnemende coffeeshops alleen nog maar wiet en hasj van de geselecteerde telers mogen verkopen, uiteindelijk gaat beginnen. Er zullen hoe dan ook minimaal vijf telers actief moeten zijn, nu zijn dat er nog maar drie.

 

R
Rob Tuinstra