Vrije seks en lekker blowen

Rob Tuinstra
03 Jun 2024

Het legendarische Holland Pop Festival (1970) staat met hoofdletters geschreven in de Nederlandse cannabisgeschiedenis. Het was de eerste keer dat op grote schaal softdrugs werd verhandeld en geconsumeerd, zonder dat de politie in actie kwam. In de documentaire Holland Pop 1970 mixt regisseur Ferri Ronteltap interviews met archiefbeelden. Ook Koos Zwart zien we terug.


Het is 1970, het regent pijpenstelen, maar desondanks zijn tienduizenden hippies afgereisd naar het Kralingse Bos in Rotterdam om bands als Santana, Jefferson Airplane en Pink Floyd te bewonderen. Dit eerste Europese popfestival waar je ook op het festivalterrein mag slapen, is een antwoord op het Amerikaanse Woodstock.

Koos Zwart kort te zien in documentaire over Holland Pop Festival

De documentaire laat zien hoe het festival afrekent met de benepen en burgerlijke naoorlogse sferen. Het is tijd voor Peace, love and happiness. Er wordt openlijk in softdrugs gehandeld en de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) is aanwezig met voorbehoedsmiddelen. Holland Pop 1970 is niet alleen een tijdsbeeld van een land dat de burgerlijke idealen probeert af te schudden, maar ook een ode aan de vrije geesten die deze tegencultuur hebben vormgegeven. De documentaire is vanaf 20 juni in heel Nederland in de bioscoop te zien.

Het is mooi om te zien hoe een jonge Koos Zwart kortstondig in beeld is. Hij vertelt over zijn drugsteam, dat voor het eerst in actie komt bij een festival. De voice over verhaalt verder over ‘vrije seks en lekker blowen’, ‘hasjiesjpijpen die met de kostbare stuff rondgingen’ en ‘het vrijelijk gebruik van drugs ondanks de aanwezigheid van Rotterdamse rechercheurs was het meest opmerkelijke aspect.’ Oud-commissaris van de Rotterdamse politie Cees Ottevanger: ‘Het was voor het eerst dat er in het openbaar gehandeld werd in softdrugs. Maar in ons eindverslag schreven we dat er geen agressie was en dat er geen enkele reden voor ingrijpen was.’ Wat in de film niet specifiek genoemd wordt, is dat Henk de Vries van The Bulldog hier een van de handelaren was. Hij had vrienden wiet gegeven voor het festival, waar Henk zelf ook was. Maar na een tijdje probeerde iemand hem dezelfde wiet te verkopen die hij aan zijn vrienden had gegeven. Boos maar geïnspireerd reisde hij terug naar huis in Amsterdam om een ​​kilo Afrikaanse wiet en luciferdoosjes op te halen. Hij vulde de doosjes met wiet en terug in het Kralingse Bos begon hij die te verkopen. And the rest is history…

R
Rob Tuinstra