Vervolging ‘megacoffeeshops' is onderdeel ontmoediging Cannabisgebruik
Vorig jaar oordeelde het gerechtshof in Den Haag nog dat de eigenaar van de drukbezochte shop Checkpoint niet vervolgd zou worden. Even ter opfrissing van het geheugen en voor degenen die de zaak niet hebben gevolgd: Checkpoint was een shop die aanvankelijk klein begon in de binnenstad van Terneuzen.
Vorig jaar oordeelde het gerechtshof in Den Haag nog dat de eigenaar van de drukbezochte shop Checkpoint niet vervolgd zou worden. Even ter opfrissing van het geheugen en voor degenen die de zaak niet hebben gevolgd: Checkpoint was een shop die aanvankelijk klein begon in de binnenstad van Terneuzen.
Vorig jaar oordeelde het gerechtshof in Den Haag nog dat de eigenaar van de drukbezochte shop Checkpoint niet vervolgd zou worden. Even ter opfrissing van het geheugen en voor degenen die de zaak niet hebben gevolgd: Checkpoint was een shop die aanvankelijk klein begon in de binnenstad van Terneuzen. MET BEHULP VAN DE GEMEENTE, aldus de berichtgeving op de site van NOS, werd de zaak verplaatst naar de Scheldeboulevard, een locatie met ruimte voor een groter pand en veel parkeergelegenheid. Misschien toeval, maar het lijkt erop dat de gemeente Terneuzen de shop in ieder geval niet tegenwerkte, maar eerder meedacht om de bedrijfsvoering te verbeteren. Volgens het stuk op de NOS-site groeide Checkpoint daardoor uit tot een zaak van ‘wereldformaat’ (zijn er dan ook andere shops van wereldformaat en zo ja, hoe erg is dat?) waar veel Belgische en Franse bezoekers kwamen. En natuurlijk Nederlanders. Het zou gaan om zo’n 3000 bezoekers per dag. Let wel, met hulp van de gemeente, omdat diezelfde gemeente de zaak in de binnenstad te klein vond! Nou hebben we natuurlijk te maken met ons inmiddels beruchte gedoogbeleid, en dat beleid stelt een limiet aan de hoeveelheid cannabis die een shop in huis mag hebben. Groot of klein, elke shop mag slechts 500 gram softdrugs op voorraad hebben. Tsja, hoe los je dat op als je een zaak hebt opgezet waar de mensen graag komen en de gemeente aan alle kanten meedenkt. En zodoende werd Checkpoint in zekere zin slachtoffer van zijn eigen succes. Want iedereen weet dat je met 500 gram per dag geen 3000 klanten kunt bedienen. De rest is history. Bij een inval spotte de politie maar liefst ruim 4 kilo wiet en dat misdrijf bleek voldoende om de zaak te sluiten en werknemers en eigenaar aan te merken als criminelen. Zo ben je een bonafide werkgever met personeel, zo word je aangeduid als criminele organisatie. Met dank aan Opstelten en al die anderen die een monsterlijke constructie als ‘gedogen’ prefereren boven wetgeving. Onder toeziend oog van de gemeente werd de zaak jarenlang met rust gelaten en was iedereen behalve het OM en Opstelten tevreden. Zaak gesloten? Nou nee. De Hoge Raad heeft onlangs bepaald dat de eigenaar toch vervolgd mag worden. De schaduwkant van ons veelgeprezen gedoogbeleid. En de moraal: heb je een bedrijf in de cannabisbranche, groei dan vooral niet te groot! Wij kaartten het probleem aan bij onze huisadvocaat, Mr. André Beckers.
Mr Beckers is een ervaren advocaat als het aankomt op zaken die met cannabis te maken hebben. In die hoedanigheid heeft hij een vaste column in het blad Highlife, ons zusterblad op cannabisgebied. Hij adviseert niet alleen de redacties van beide bladen van uitgeverij Discover, maar verdedigt ook talloze zaken voor privépersonen. Wordt bijvoorbeeld iemand wegens wietteelt uit zijn huis gezet, dan is de kans groot dat hij zich door Mr Beckers kan laten vertegenwoordigen.
Mr. André Beckers, vakantiekiekje
SSNL: Voor velen is ‘megashop’ een nieuw begrip. Kunt u uitleggen wat een megashop is?
Mr. Beckers: “Ik heb om eerlijk te zijn geen flauw idee. Wisten we het maar. Maar je moet het plaatsen in het zogenaamde driehoeksbeleid. Het komt erop neer dat je met de agenten op het uitvoerend niveau weinig van doen hebt. Het gaat erom hoe de korpschef, de officier van justitie en de burgemeester naar een zaak kijken. Die driehoek zou op één lijn horen te zitten, maar lokaal kunnen er nogal wat verschillen ontstaan en dan gaat het wringen.”
Maar waar ontstaat nou het probleem?
“Nou, heb je bijvoorbeeld binnen die driehoek een politieambtenaar die vindt dat cannabis een probleem is... Neem bijvoorbeeld een grote shop, waar ook veel voor gekweekt moet worden, wat in feite het verhaal was bij Checkpoint. De redenering is dan: er zijn heel veel klanten, er is heel veel wiet, wiet komt ergens vandaan. De achterdeur is niet geregeld. Maar er moet dus worden gekweekt ten behoeve van die coffeeshop. Hoe onlogisch dat ook moge zijn: dat kan dan tot actie leiden.”
Maar dan is het toch willekeur, dat gedoogbeleid?
“Gedoogbeleid werkt natuurlijk willekeur in de hand. Maar om een en ander te rechtvaardigen hebben ze van hogerhand gezegd dat het gedoogbeleid op lokaal niveau moet worden gemaakt. Dat zou willekeur voorkomen, omdat binnen één gemeente iedere zaak gelijk wordt behandeld. Je kunt in Amsterdam niet roepen dat je hetzelfde beleid wil als in Haarlem, en in Haarlem kun je je niet beroepen op Roermond.
De wetgever heeft de burgemeester de bevoegdheid gegeven om het coffeeshopbeleid te regelen. Dat verklaart deels de grote verschillen in aanpak.”
Het lijkt erop dat er in het Noorden van het land een soepeler beleid heerst dan in het Zuiden?
“Dat is mij ook opgevallen. Als je bijvoorbeeld kijkt hoeveel Duitsers de coffeeshops in Groningen bezoeken, en het feit dat daar geen klachten over zijn, dan is dat een groot verschil met Maastricht, waar men alleen maar klaagt over aantallen. Niet over gedrag of overlast. Als je er van een afstand naar kijkt, lijkt de Noorderling wat toleranter dan de Zuiderling. En ik ben een Zuiderling. En soms denk ik: hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij ons in het Zuiden zo dorps gedragen.”
Hebt u een verklaring voor de bijna fanatieke wijze waarop mensen als Hoes en Opstelten hun opvattingen willen doordrukken?
“Zo ziet het er wel uit, maar je weet niet wat hun drijfveren zijn. Het kan best zo zijn dat ze hele goede politieke bedoelingen hebben. En politiek en realiteit gaan niet altijd hand in hand. En bedenk dat er, hoe dan ook, in Nederland geen overweldigende meerderheid is te vinden die zich hard wil maken voor het reguleren van de achterdeur. Electoraal gezien is cannabis geen item. En wat de overheid nu doet, is duidelijk een campagne voeren om de wietteelt te ontmoedigen. Dat kan een politieke doelstelling zijn, terwijl er heel veel bestuurders zijn die de politiek niet voorop stellen als ze besturen. Als we het over politici en bestuurders hebben, gaat dat nu eenmaal niet altijd over dezelfde mensen.”
Maar cannabis was toch al lang maatschappelijk geaccepteerd?
“Was, inderdaad. Wat je nu ziet is dat de hennepteelt wordt afgeschilderd als een soort Sodom en Gomorra. Er is sprake van een sterke anti-cannabislobby. Vandaag las ik nog in De Telegraaf dat 20% van het aantal branden wordt veroorzaakt door hennepkwekers. Waar ben je dan mee bezig? Dat is stemmingmakerij en het is momenteel een van de manieren waarop cannabis wordt gestigmatiseerd. Zulke berichten worden de wereld in gestuurd om de tolerantie jegens hennep te verminderen. En hoe je het ook wendt of keert: die aanpak heeft succes. En bovendien wint een pro cannabis partij weinig zieltjes. Zou je nu verkiezingen houden dan vermoed ik dat links weinig wint. Bovendien is een aanmerkelijk deel van de politiek dat als rechts wordt aangemerkt in werkelijkheid behoorlijk vooruitstrevend. Maar dat cannabis maatschappelijk geaccepteerd wordt, maakt het niet opeens ook politiek geaccepteerd. In de praktijk lopen maatschappelijke belangen niet altijd synchroon met de politiek.”
Ziet u in de toekomst een kentering?
“Ik roep al jaren dat je je niet moet laten afleiden door het feit dat de debatten gaan over het reguleren van de achterdeur, want met dat voortdurend debat over die achterdeur ga je voorbij aan de kwestie of de voordeur nog wel bestaansrecht heeft. Met de doorlopende discussie over die achterdeur wordt vergeten dat we tegenwoordig zelfs moeten vechten om de voordeur open te houden. Ik vermoed dat we er mee moeten leven dat het een gegeven is dat een groot deel van de bevolking doodgewoon tevreden is met de huidige situatie.”
Wat dat betreft is het grote aantal shops dat de deuren heeft gesloten een teken aan de wand...
De ‘mega-shop’ Checkpoint ging ten onder aan haar eigen succes |
Denkt u dat we ooit van deze discussie afkomen?
“We zijn helaas veroordeeld tot een voortdurende herhaling van zetten. Als we ons realiseren dat we sinds de jaren 90 debatteren over de achterdeur en ons nu zorgen maken of de voordeur wel openblijft, ben ik niet optimistisch. In coffeeshopland grijpt de overheid direct in in het aantal klanten. Dat gebeurt niet in de reguliere horeca. Net zoals het weigeren van toeristen. Dat zou de nekslag voor de gewone horeca worden. Moet je nagaan wat de effecten zijn voor de shophouders in de grensstreek. Maar ik ben wel wat illusies armer. Toen ik hoorde dat in de Tweede Kamer serieus werd gedebatteerd over een burkaverbod en over het in het leven roepen van kliklijnen waar de burger van alles en nog wat mocht aangeven, ben ik wel aan het begrip Nederlandse tolerantie gaan twijfelen.
Het is mijn overtuiging dat de hedendaagse intolerantie deels ook te danken is aan een soort normvervaging binnen de politiek. Hoe je ook over bepaalde groepen mag denken, of het nou blowers of Polen zijn, het is toch van de gekke en een toppunt van intolerant denken om elkaar aan te geven?”
Klikken werd vroeger als onethisch gezien
“En nu word je ertoe opgeroepen. Vind je het gek dat in zo’n klimaat de tolerantie jegens coffeeshops afneemt? Je hoort bij overlast of misdaad het individu te bestraffen en niet de groep waartoe hij behoort. En dat rabiate coffeeshopbeleid komt direct voort uit de rabiate cultuur die we samen hebben opgebouwd. Dat vind ik niet alleen jammer voor blowers, maar voor iedereen. En als je vraagt of er ooit een einde aan deze discussie gaat komen, dan zeg ik: nee. Ik ben niet iemand met romantische jaren zestig idealen, maar een pragmatisch mens. En als mens en als advocaat moet ik helaas constateren dat de samenleving harder wordt en de speelruimte voor het individu beperkter.”