1968. Biografie van een mythisch jaar

19 Jan 2018
In zijn nieuwe boek '1968. Biografie van een mythisch jaar' blikt Karel Michiels terug op seks & drugs & rock'n'roll & politiek & revolutie en alles wat de sixties zo opwindend maakte. Enkele fragmenten. Ik heb het genoegen gehad om Armand twee keer lang te interviewen. Alleen al het feit dat ik uit België kwam, ontlokte hem een hoop kleurrijke verhalen. 'Ik was als kind zwaar astmatisch. Ze dachten dat ik niet ouder zou worden dan twintig. Maar toen ik negentien jaar was, kwam ik in Antwerpen Jef Hermans tegen, 'De Mep', de tekstschrijver van Ferre Grignard ( van de wereldhit 'Ring Ring, I've got to sing'). "As ge ’t benauwd hebt, komde maar naar Antwaarpe, en dan smoorde wa Congogras," zei hij tegen mij. Ik heb dat advies opgevolgd. Eén trek van een pijp, en ik bleef uitademen. Man, wat een ervaring! Jef zei: "Denkte ga dattie medicaainmannen van de Congo zot zèn soems?" Mijn ouders hadden me overal mee naartoe gesleept, van dokters tot magnetiseurs, maar pas toen ik die pijp rookte, voelde ik mijn longen voor het eerst echt opengaan.' 1968. Biografie van een mythisch jaar

Lucifersdoosjes

Congogras: zo werd cannabis in de jaren 50 en 60 genoemd in Antwerpen. Afkomstig uit (inderdaad) Congo en in de haven 'van de boot gevallen'. Voor wiet moest je niet naar Holland maar naar café De Muze op de Melkmarkt, waar De Mep zijn materiaal verpakte en verkocht in lucifersdoosjes. 'Je kon daar gewoon aan de bar zitten blowen,' zegt Armand, 'lang voor wij in Nederland coffeeshops hadden. En naast mij zat Nonkel Bob (vriend van alle kinderen op tv, KM), die het allemaal prima vond. Weet je wanneer het gesodemieter begonnen is? Toen er opium in de stad kwam, en een meisje van zeventien jaar daar een overdosis van genomen heeft. Toen was het plots gedaan met de vrijheid, zonder pardon. In twee weken tijd hebben ze tachtig dealers opgepakt. Verrekt jammer, want Antwerpen was toch zo’n gezellige stad. Op Linkeroever lagen vroeger in de zomer vaak honderden slaapzakken, van echte beatniks nog, geen hippies.' Armand heeft in België niet alleen leren blowen. Hij raakte hier ook verslingerd aan 'geestverruimende' Romilar hoestsiroop en ontdekte dat de amfetamines in 'vermageringspillen' als Anform en Captagon hem eeuwig wakker konden houden. Die speed had een totaal ander effect dan cannabis maar dat kon Armand niet deren. Hij had in die succesvolle jaren iets nodig om overeind te blijven, en alle afspraken in zijn overvolle agenda na te kunnen komen. Daarvoor moest je toen in België zijn.

'Marihuanasigaret'

In Antwerpen stonden steeds vaker mensen terecht voor drugsdelicten. Een geruchtmakende zaak was de 'razzia' in café-restaurant Ranch aan de Kaasrui, vlakbij de Grote Markt. De uitbater was een Turk en die verkocht onder de toonbank hasj en opium. Veel Nederlanders zakten af naar Antwerpen om hier hun voorraadje op te slaan, zoals ook Armand al wist. Het was trouwens een 'stelletje marihuanarokers' in Rotterdam die de politie op het spoor zetten van het handeltje. Je kon in de Ranch ook rustig een jointje ('marihuanasigaret') roken, zoals dat in Nederland nog nergens werd gedoogd. De rechter wees op de 'noodlottige gevolgen van verslaafdheid aan verdovende middelen' en veroordeelde de daders tot voorwaardelijke gevangenisstraffen en hoge geldboetes.

Jazz Bilzen

Ook de moeder van alle Belgische festivals, Jazz Bilzen, ontsnapt in 1968 niet aan drugcontroles, of wat daarvoor moet doorgaan. De BOB (Bijzondere Opsporingsbrigade) mengt zich die zomer voor de eerste keer onder het publiek om het gebruik van 'verdovende middelen' te bestraffen en te ontmoedigen. Geen drugshonden aan de ingang of minnelijke schikkingen op het terrein maar een handvol BOB'ers, opvallend in hun poging om onopvallend te blijven. Het verhindert Armand niet om in zijn open, witte Cadillac een paar honderd gram hasj mee te brengen, en die backstage vrolijk uit te delen. [caption id="attachment_16514" align="alignnone" width="500"]1968. Biografie van een mythisch jaar Armand[/caption]

'Heel hippe street parades'

Jazz Bilzen duurt een hele week. De 'kampen' gaan al op woensdag open. Er is plaats voor 400 kampeerders, die elk 25 frank per nacht betalen. In de aanloop naar het muziekfestival zijn er workshops bewegingskunst, 'creative music', muziekinstrumenten bouwen, 'gewoon maar dingen bouwen', werken met kleur, diapositieven, poppen maken, 'creatief spel met kostumering' en andere bezigheidstherapieën. De opening gaat gepaard met 'heel hippe street parades' en de muziek wordt verdeeld over drie themadagen: 'pop and beat' (vrijdag), 'folk and blues' (zaterdag) en jazz, officieel nog altijd de dragende kracht van het festival.

Muzikaal hoogtepunt

In elk van die genres zijn er op het enige podium ook talentenjachten ('concoursen'), die het publiek meestal lijdzaam ondergaat. Maar het geduld van de mensen wordt beloond. Ze zijn getuige van enkele memorabele momenten, zij het niet altijd van muzikale aard. Ferre Grignard ('Ring ring, I've got to sing') verschijnt dronken op het podium. Hij wordt uitgejouwd en bekogeld met rommel. Ook Jess & James en Armand moeten het ontgelden. 'Armand moest het hebben van zijn geschimp op het kapitalisme,' schrijft Belang van Limburg. 'Voor een miljonairszoontje kan het tellen, maar het publiek trapte er niet in.' De drummer van The Pretty Things springt van op de lichttoren naar beneden, een nooit geziene stunt. De zanger van The Move hakt met een bijl stoelen en versterkers aan stukken. Alexis Corner, 'godfather van de Britse blues', slaat spontaan aan het jammen met enkele van zijn navolgelingen: Chris Farlowe, PJ Proby, Steve Marriott van The Small Faces en Harry 'Cuby' Muskee van The Blizzards. Het is volgens velen dat jaar het muzikale hoogtepunt van Jazz Bilzen. 1968. Biografie van een mythisch jaar Karel Michiels Lannoo Door: Karel Michiels