“Belastingcontrole? So what!” Samenwerken als coffeeshop, of niet?!

21 Jun 2020

De coffeeshophouder heeft een sterkere positie dan hij zich mogelijk realiseert. Ik heb tijdens procedures tegen de gemeente of de belastingdienst, en ook bij strafrechtelijke onderzoeken, gemerkt dat coffeeshops veelal weinig behoefte hebben om samen te werken. Ook tijdens besprekingen met bestuurders en secretarissen van coffeeshopbonden heb ik gemerkt dat coffeeshophouders weinig animo hebben om zich te organiseren. Er zijn relatief gezien weinig coffeeshophouders lid van een coffeeshopbond, terwijl dat toch veel voordeel kan opleveren. Ik noem als voorbeeld de BCD te Amsterdam en de PCN te Eindhoven.


Ik heb veel werk verricht voor die bonden of voor leden van die bonden en ik heb regelmatig een presentatie gehouden tijdens bijvoorbeeld een nieuwjaarbijeenkomst of een ledenvergadering van die bond. Ik wil niet te negatief zijn omdat er natuurlijk wel wordt samengewerkt, maar dat kan m.i. veel beter. Ik begrijp ook van de bonden dat er relatief gezien weinig coffeeshops lid zijn van zo’n bond, terwijl dat veel voordelen kan opleveren.

Branche-informatie

De gemeente, maar vooral de belastingdienst, schermt met zogenaamde informatie over branchegegevens die tijdens onderzoeken tegen de coffeeshop worden gebruikt. Die informatie is moeilijk te controleren. Die informatie bestaat veelal uit onderzoeksrapporten zoals het bekende BOOM-rapport (Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie) en doelgroepbeschrijving gedoogde coffeeshops, opgesteld door en ten behoeve van de belastingdienst. Om als voorbeeld te noemen wordt in het laatste onderzoekrapport aangegeven dat het brutowinstpercentage (BW%) van een coffeeshop minimaal 100% bedraagt en dat er ook percentages van 150% bekend zijn. In het BOOM-rapport wordt aangegeven dat als norm voor de prijs van hennep van een bedrag van € 2.270 per kilo wordt uitgegaan. Dit bedrag is voortgekomen uit onderzoek van de politie bij invallen bij kwekers/telers. De belastingdienst geeft zelfs aan tijdens procedures bij rechtbanken en gerechtshoven dat uit het BOOM-rapport blijkt dat het BW% van een coffeeshop minimaal 100% bedraagt en tevens dat dit blijkt uit jurisprudentie (uitspraken van rechterlijke instanties).

Hoe hier mee om te gaan?

Samenwerking is het sleutelwoord. Wie kan er nog meer betrouwbare informatie geven over een BW% bij coffeeshops? De coffeeshops zelf, maar dan moeten ze wel georganiseerd zijn. Een BW% is meestal een spelbreker voor de coffeeshophouder tijdens een onderzoek van de Belastingdienst. Op basis van een BW% kan al bijna een administratie worden verworpen en geoordeeld worden dat de aangegeven winst onjuist en onvolledig is. Er zijn twee gebreken nodig voor omkering van de bewijslast. Als er dan nog wat foutjes in de administratie zitten, dan is omkering en verzwaring van de bewijslast bijna een feit. Omkering en verzwaring van bewijslast betekent volgens deskundigen een uitzichtloze situatie voor de belastingplichtige. Ik ben het daar niet helemaal mee eens, maar het maakt de procedure wel erg ingewikkeld en het heeft een groot nadeel omdat de belastingdienst bij omkering van de bewijslast de winst/omzet/inkopen mag schatten en vervolgens moet de belastingplichtige overtuigend aantonen dat die schatting onjuist is. Maak je borst maar nat!

Volstrekte onzin

Een BW% van minimaal 100% is geen betrouwbaar bedrijfsgegeven. Een ondernemer en zijn leverancier bepalen dat in beginsel zelf; de belastingdienst zit niet op de ondernemersstoel. Het BOOM-rapport concludeert dat niet, maar wie controleert dat als de belastingdienst dat aangeeft? Rechters meestal niet, althans dat heb ik niet gemerkt. In het BOOM-rapport staat slechts die prijzen die telers hebben genoemd tijdens een inval, maar die hadden belang bij het noemen van een lage prijs. BW% staan niet in het BOOM-rapport, Daarnaast is het geen feit dat alle coffeeshophouders alleen bij telers inkopen. Er wordt ook vaak ingekocht bij leveranciers (tussenhandel) die op hun beurt bij de telers inkopen. Dit betekent een kostprijsverhogende factor. Het standpunt over een minimaal BW% van 100% voor coffeeshophouders is volstrekte onzin, maar het wordt vaak gebruikt als een feit tijdens procedures.

Conclusie

Indien de coffeeshophouders BW% kunnen inbrengen die afkomstig zijn van de bonden die deze gegevens hebben ontvangen van de coffeeshophouders dan is dit een sterk punt in de procedure tegen de Belastingdienst als er aanslagen zijn opgelegd op grond van winstcorrecties n.a.v. een BW% van 100%. Dit is maar één voorbeeld van hoe coffeeshophouders elkaar kunnen helpen door middel van een bond die voor hun belangen opkomt. Denk hierbij ook aan de problematiek rondom banken en coffeeshops. Weten is één, bewijzen is twee. Een belastingambtenaar en ook een rechter is niet eenvoudig te overtuigen. Oomen fiscaal onderzoek en advies. Mr. Wil Oomen Oomen Administratiekantoor Ing. Ruud Oomen LLB www.oomenfiscaalonderzoek.nl www.oomenadministratiekantoor.nl