‘t Is een vreemdeling zeker….

11 Jan 2019
Mijn column gaat niet over een Sinterklaasliedje, maar over een ronduit bizarre zaak. De eigenaar van twee drukbezochte Rotterdamse coffeeshops kreeg een discussie met de Belastingdienst. De coffeeshopexploitant kocht zijn cannabis in bij een vaste leverancier. Die droeg zorg voor het hele proces dat aan de verkoop vooraf gaat. Denk hierbij onder andere aan het sorteren, verpakken en vervoeren van de cannabis naar de coffeeshop. De inkoopprijs van de wiet stijgt hierdoor. Vreemd is dat niet. Ter vergelijking. De prijs van 50 kilo aardappelen bij de boer is omgerekend per kilo een stuk goedkoper dan 5 kilo in de supermarkt. De prijs stijgt nog verder als je de aardappel geschild en gekookt inkoopt. Logisch toch?

Rocket Science

Niet volgens de Belastingdienst. Die dienst vond dat de coffeeshopexploitant te veel betaalde voor de cannabis die hij inkocht. Die inkoop zou volgens de Belastingdienst veel goedkoper moeten kunnen. Dat is waar. Er is geen rocket science voor nodig om uit te vogelen dat je wiet in partijen van tientallen kilo’s goedkoper inkoopt dan in tientallen grammen. Als politie, justitie en gemeente zouden aanvaarden dat een coffeeshopexploitant alleen bij het inkopen van grotere partijen een goede inkoopprijs kan bedingen was er weinig aan de hand. Helaas is dat besef er niet altijd. Bij het aantreffen van een voor de coffeeshop bestemde handelsvoorraad cannabis slaan handhavers vandaag de dag nogal eens op tilt. Niet zelden worden dan door de politie aanhoudingen verricht en panden door de burgemeester op slot gegooid. Personeel dat aan de achterdeur werkzaam is loopt in de praktijk het risico te worden gebrandmerkt als lid van een criminele organisatie.

Dure oplossing

De Belastingdienst verlangde desondanks meer grip op de achterdeur. Op zijn minst zouden de koeriers die de voorraad in de coffeeshops op peil houden in de boekhouding naar voren moeten komen. De eigenaar van de twee Rotterdamse coffeeshops ging overstag, maar wilde wel voorkomen dat hij zijn personeel op deze manier zou blootstellen aan strafvervolging. Als je de Belastingdienst vertelt wie je koeriers zijn moet je beseffen dat deze info bij de politie terechtkomt. De Belastingdienst heeft als convenantpartner van politie, justitie en gemeente namelijk een meldplicht. Wat gebeurt als je meldt dat Jan en Ahmed zorgdragen voor de bevoorrading? Juist, die lopen dan het risico te worden opgepakt. Om dit te voorkomen werd in overleg met de Belastingdienst voor een dure oplossing gekozen. De koeriers werden tegen het anoniementarief beloond. Daardoor hoefden de personalia en adressen van de drie koeriers niet aan de Belastingdienst te worden verstrekt. Deze “oplossing” is peperduur. Als je als werkgever het anoniementarief toepast, moet je 52 procent loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden. Je mag geen rekening houden met de loonheffingskorting en je moet de maximale premies afdragen.

Goed geregeld?

Goed geregeld zou je denken. Toen meldde zich de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze dienst vorderde de personalia en adressen van de anonieme werknemers. Dit om vast te kunnen stellen dat geen illegale vreemdelingen aan het werk waren aan de achterdeur van de coffeeshops. De inspectie werd geïnformeerd over de met de Belastingdienst gemaakte afspraak. Duidelijk werd gemaakt dat het hier niet om illegale vreemdelingen gaat, maar om mensen die het risico lopen te worden opgepakt. Dat leidde niet tot een ander standpunt. De vraag of de inspectie SZW de personalia van de koeriers geheim zou kunnen houden werd doorgespeeld naar de bewindvoerder. Een antwoord bleef uit. Wel volgde een boete van € 72.000 omdat de personalia niet werden verstrekt. Tegen dat boetebesluit loopt een procedure bij de rechtbank. De coffeeshopexploitant weet het nu zeker. Leuker kan de Belastingdienst het niet maken, maar zeker ook niet makkelijker. Advocaat André Beckers andre@beckersbergmans.nl www.beckersbergmans.nl “bij dringende zaken” 24/7 bereikbaar op gsm / whatsapp: 0653174897