Kweken op het platteland

Illegale hennepkweek in de gewassen van de boer, ieder jaar zien we een aantal nieuwsberichten waarin hiervan melding wordt gemaakt.

  Soms is het werk van de boer zelf, maar vaker is het werk van een guerrilla kweker. In deze editie van droomlocaties maken we kennis met zo'n guerrilla kweker; Greg. Hij verdient ook iedere zomer bij door te kweken op de akkers van het platteland. Zijn planten groeien tussen allerlei verschillende soorten gewassen. De keuze voor deze locatie is niet zo vreemd, in Europa wordt maar liefst 43% van alle grond voor landbouw gebruikt. Ergens tussen die miljoenen kilometers landbouwgrond is genoeg ruimte om de planten van Greg te laten groeien. Het grote voordeel van kweken op landbouwgrond is dat alle belangrijke elementen al aanwezig zijn. Er is bijna de hele dag zon aanwezig. Daarnaast cultiveren de boeren de grond, bemesten hem en als het droog weer is zorgen ze voor extra water. Als dank hiervoor probeert Greg de boeren dan ook zo min mogelijk tot last te zijn. De boer doet gewoon zijn werk en het zou niet eerlijk zijn om hem daarmee te benadelen. Helemaal als je beseft dat de waarde van de boer zijn oogst slechts een fractie zijn van Greg zijn oogst. Omdat de locaties van Greg regelmatig ontdekt worden kweekt hij op verschillende plaatsen. Hiermee voorkomt hij dat al zijn planten in één keer ontdekt worden. In dit artikel gaan we kijken hoe Greg aan deze ‘spots' komt en hoe hij de kweek in zijn werk gaat. Het vinden van goede spots. Voor Greg is het vinden van een goede spot als guerrilla farmer essentieel. Als het kweekseizoen is afgelopen besteed hij daar dan ook veel tijd aan. De zoektocht begint al in de winter en kan voor een deel thuis vanuit de luie stoel worden gedaan. Dat is redelijk makkelijk en niet echt vermoeiend. Toch is guerrilla kweken verder vooral veel en hard werken, waarbij hij ook nog eens het risico loopt om ontdekt te worden. Om een goede spot te vinden heeft Greg een lijstje met eisen waaraan de locatie moet voldoen: 1. Er moet volop zon aanwezig zijn. 2. Het moet in de buurt zijn zodat de spot regelmatig bezocht kan worden. 3. De spot moet moeilijk te ontdekken zijn. 4. Water in de buurt is erg handig. Voor het vinden en bijhouden van zijn spots gebruikt hij Google Earth. Met dit computerprogramma kun je heel gemakkelijk luchtfoto's van de hele wereld vinden. Zo kan hij dus gemakkelijk landbouwgrond vinden en interessante plaatsen opslaan. Daarnaast kan hij precies berekenen hoe groot de bepaalde afstanden zijn, hoe lang de reistijd is en soms kan hij de locatie zelfs al panorama foto bekijken. In de buurt waar Greg woont wordt heel veel maïs verbouwd. Omdat dit gewas tot een redelijke hoogte groeit is het voor Greg interessant om zijn planten in te zetten. Zoals al eerder werd genoemd wil Greg de boeren zo min mogelijk tot last zijn en daarom zoekt hij niet naar plaatsen in de maïs. Maar naar ruimtes tussen de maïsvelden in zoals sloten, oevers en bermen. Dit heeft een aantal voordelen ten opzichte van kweken in de akker zelf. Zo staan de planten veilig als de boer al vroeg begint te oogsten. Als hij zijn planten tussen in de maïs zet kunnen ze als koeienvoer eindigen. Dat is wel leuk voor de koeien maar niet voor Greg. Ook voorkomt hij hiermee dat er gaten ontstaan in het maïsveld. Deze gaten zijn namelijk zichtbaar vanaf grote afstanden. Deze gaten kunnen worden gezien vanaf hoger gelegen wegen en spoorrails, of vanuit een grote voertuigen als vrachtwagens en tractoren. Daarnaast wordt in de omgeving waar Greg woont door de milieupolitie regelmatig met een helikopter gesurveilleerd. Waarbij gezocht wordt naar milieu overtredingen en illegale hennepkwekerijen. Op de foto is te zien dat de gaten in een maïsveld vanaf grote hoogte te zien zijn. In tegenstelling tot de akkers groeien in de sloten en bermen allerlei soorten onkruid. Deze groeien vaak even hoog als de maïs zelf. Dit onkruid heeft echter veel meer diepte- en kleurverschil. Daarnaast worden de sloten en bermen pas in het najaar leeggehaald. Daarom zijn deze locaties ideaal om in te kweken. Na lang zoeken met behulp van Google Earth heeft Greg een lijst met plaatsen die geschikt lijken. Een van die plaatsen is spot A. Het is een sloot die midden in een akker ligt. Greg verwacht dat hier in de zomer maïs gekweekt zal gaan worden. Deze akker ligt ver van de bewoonde wereld af en is alleen bereikbaar via een zandweg waar weinig verkeer is. Daarnaast ligt de akker aan een rivier, waardoor er in droge tijden altijd voldoende water voorhanden is. Om te kijken of de plaatsen op zijn lijstje voldoen aan de eisen van Greg gaat hij deze op zijn mountainbike bezoeken. Met zijn mountainbike valt het minder op als hij van de normale paden afwijkt. Ook zal Greg alvast moeten kijken of er wel maïs op het land gaat worden geplant. Boeren veranderen namelijk regelmatig van gewas en het zou dus zomaar kunnen dat op het weiland helemaal geen maïs geplant zal worden. Een van de redenen dat een boer regelmatig van gewassen wisselt is dat dit bodemziektes tegen gaat. Dit gebeurd onder andere bij gewassen als aardappels, wortels, suikerbieten, granen en aardbeien. Daarnaast stappen boeren ook vaak vanwege de prijzen over op andere gewassen. Als de boer een andere gewas dan maïs plant hoeft dit geen problemen te zijn, maar vereist de kweek wel een andere aanpak. Hierover kom ik terug bij de planning. Tijdens het bezoek blijkt spot A te voldoen aan de eerder gestelde eisen, daarnaast is het land omgeploegd en bemest waardoor het erg waarschijnlijk is dat er dit voorjaar weer maïs gezaaid zal worden. Tijdens zijn rit naar de spot toe is hij door niemand in de gaten gehouden en daarnaast ziet hij dat er perfecte bosjes zijn om zijn fiets in te verstoppen als hij met zijn planten bezig is. Spot a is een sloot midden in een weiland die geheel ontsloten wordt door maïs. Door aan de zijkant van deze sloot te kweken valt het niet op dat het maïsveld onderbroken wordt. Planning Omdat Greg afhankelijk is van de planning van de boer zal hij hier zijn eigen planning op aan moeten passen. Wanneer moet hij zijn zaden ontkiemen of gaat hij stekken maken? Wanneer moeten de planten oogstklaar zijn en welke soort moet hij dus kiezen? Dit is allemaal afhankelijk van het gewas dat de boer op zijn land heeft staan. Hiervoor moet de guerrilla kweker goed bestuderen hoe de gewassen op het land groeien. De periode waarin gezaaid en geoogst worden en snelheid van de groei zijn hierin het meest belangrijk. Daarnaast moet ook bekend zijn of de boer zijn gewassen tussendoor nog moet behandelen. Zo weet Greg of de kans groot is dat de boer zijn wietplanten tegenkomt of dat er gif over gespoten wordt. Greg heeft namelijk liever niet dat er gif of gewasbeschermers in zijn planten terecht komen. Ieder gewas heeft maar een bepaalde hoogte en groeisnelheid. De hennepsoort die daarbij wordt gekozen moet daarop worden geselecteerd. Zo kunnen auto flower soorten gebruikt worden bij bijna ieder gewas zoals allerlei groenten en fruitsoorten, suikerbieten, Vlas(lijnzaad), sierbloemen, aardappels en kleinere graansoorten. Indica's en kleinere sativa's kunnen gebruikt worden bij grotere graansoorten, bonen, zonnebloemen, mais, druiven, asperges en allerlei struikgewassen. De grotere sativa's kunnen zelfs gebruikt worden bij olijfbomen, notenbomen, fruitbomen en hop. Veel gewassen zoals maïs, zonnebloemen, graan, hop en fruitbomen zijn rond hetzelfde tijdstip klaar om geoogst te worden; eind september begin oktober. Het is hierbij dan ook belangrijk dat er gebruik wordt gemaakt van vroegbloeiende hennepsoorten die voor dit tijdstip klaar zijn om te oogsten. Hiervoor maakt Greg gebruik van soorten die in het noorden van Europa zijn gekweekt. Deze soorten zijn zo aan deze koude omgeving aangepast dat ze al begin september klaar zijn om te oogsten. Greg kweek ook tussen de asperges, hierbij heeft hij deze soorten niet nodig. Asperges zijn namelijk meerjarige planten die na het oogsten blijven staan. De meeste asperges worden tussen april en juni geoogst. Nadat de asperges geoogst zijn kan Greg zijn planten tussen de aspergeplanten inzetten, zonder de asperges daarbij weg te halen of te vernielen. Bij de asperges begint hij dus later maar kan hij ook langer doorgaan. Om goed te kunnen plannen maakt Greg van ieder gewas waarin hij kweekt een grafiek met daarin de lengte van het gewas. Hiervoor heeft hij in de zomer regelmatig bijgehouden hoe hoog de gewassen gegroeid zijn. Hierdoor weet hij hoe hoog zijn planten maximaal mogen worden en wat het beste moment is om ze te planten. Voorbereidingen treffen Voordat hij kan gaan groeien moet Greg enkele voorbereidingen treffen. Zo kan hij kiezen uit zaadplanten of stekken. Zaadplanten hebben als voordeel dat ze een stevig wortelstelsel aanmaken, nadeel is dat er ook mannelijke planten uitkomen. De stekken hebben als voordeel dat ze allemaal vrouwelijk zijn alleen kost het meer tijd en moeite. Aangezien Greg geen tijd en ruimte heeft om stekken te maken kweekt hij met zaden. Omdat de helft van zijn planten mannelijk zal zijn heeft hij dus twee maal zoveel zaden nodig om hetzelfde aantal vrouwelijke planten te oogsten. Daarnaast moet Greg kiezen of hij zijn zaden rechtstreeks plant of dat hij ze eerst thuis laat voorgroeien. Als hij ze rechtstreeks plant zal hij nog meer zaden nodig hebben aangezien een deel van de zaden niet zal uitkomen of door vogels worden opgegeten. Greg kiest er echter voor om de planten thuis in een kas voor te laten groeien. Op basis van de groeigrafiek van de maïs beslist Greg welke soort hij gaat bestellen. Voor spot A heeft Greg een plant gekozen die maximaal anderhalve meter hoog wordt en vroeg afbloeit. Omdat Greg thuis gaat voorgroeien heeft hij nog wat extra benodigdheden nodig. Zo heeft hij kleine plastic potjes en aarde nodig om de ontkiemde zaden in te planten. Om geld te besparen haalt hij oude potjes bij het tuincentrum en gebruikt hij boterkuipjes. Dat scheelt veelgeld aangezien hij 180 planten wil voorgroeien. Verder heeft Greg ook nog mest nodig. Ondanks dat de boer zijn grond goed bemest heeft kunnen de planten van Greg wel wat extra voedingstoffen gebruiken. Vooral tijdens de bloei hebben de planten meer fosfor en kalium nodig dan in de grond aanwezig is. Hij gebruikt hiervoor biologische mestkorrels die met hoge P (fosfor) en K (kalium) gehaltes. Deze worden verkocht als mestkorrels voor de moestuin. Deze korrels zijn redelijk goedkoop en bevatten geen stoffen die niet in de plant terecht mogen komen. Omdat afgelopen jaren zijn planten wel eens werden opgegeten door slakken koopt Greg ook alvast slakkenkorrels. Deze kan hij als het nodig is rond zijn planten strooien. Uit de groeigrafiek van Greg blijkt dat de eerste maïsplantjes in mei boven de grond komen. Om te zorgen dat zijn planten dan ook zijn ontkiemt begint Greg halverwege april met het ontkiemen van zijn planten deze kan hij dan halverwege mei uitzetten tussen de maïs. Groeien Zoals hij uitgerekend heeft kan hij halverwege mei uitgekomen zaailingen uitzetten. Op het moment van het uitzetten is de maïs nog erg kort, hierdoor loopt Greg vol in het zicht. Hierdoor loopt hij meer risico om betrapt te worden. Daarom doet Greg dit uitzetten in de nacht als het helemaal donker is. Hij moet dan met een grote sporttas waarin de stekjes zitten naar de spot rijden. Eerst maakt hij met een grondboor om de meter een gat. Hier laat hij dan de voorgegroeide planten inzakken. Zo kan hij langs de sloot op spot A maar liefst 180 planten kwijt! Uiteraard is het erg belangrijk dat Greg hierbij niet gezien wordt, het is voor hem dan ook erg belangrijk dat zijn spots afgelegen liggen. Omdat Greg wil dat zijn planten zoveel mogelijk zonlicht ontvangen plant hij zijn planten alleen de noordzijde van de sloot. Hierdoor wordt er vanuit het zuiden minder zon tegen gehouden door de maïs. Sommige zomers kunnen heel droog zijn. Speciaal daarom heeft Greg een spot gekozen met een rivier in de buurt. Zo kan hij zijn planten regelmatig water geven. Hiervoor gebruikt Greg emmers die aan een touw zijn vastgeknoopt. Die emmers kan hij in de rivier gooien en via het touw weer omhoog hijsen. Hierdoor voorkomt Greg dat zelf het water in glijdt als hij zijn emmer gaat vullen. Op een andere locatie gebruikt Greg een handpomp waaraan hij een tuinslang heeft vastgemaakt. Dit scheelt een hoop loopwerk met loodzware emmers. Als de boer zijn gewassen besproeit krijgen Greg zijn planten ook water, dit is handig omdat hij het dan zelf niet hoeft te doen. Ongeveer eind Juni moet Greg terug naar spot A om het geslacht van de planten te bepalen. Op dat moment is de maïs zo hoog dat hij dit onopgemerkt kan doen. Het is erg belangrijk dat Greg het geslacht van zijn planten goed in de gaten houdt. Één mannetje dat per ongeluk blijft staan kan er al voor zorgen dat alle toppen vol zitten met zaadjes. Dit is wel handig voor toekomstige kweekjes, maar verpest de toppen die geoogst worden. Daarnaast moet Greg ook regelmatig controleren of de planten er goed bij staan, in een weiland kan namelijk van alles gebeuren. Omdat hij niet graag elke keer met alle kweekspullen naar spot A afreist maakt hij een beschutte plaats in de sloot waar hij deze droog kan bewaren. Dit heeft als voordeel dat als hij ooit door de politie wordt aangehouden hij kan verklaren dat hij een toevallige voorbijganger is. Dit wordt lastig als hij een grote tas met kweekspullen bij zich draagt. Oogsten Eind september staat de hennep volop in bloei. Van de 180 planten die naast de sloot stonden zijn er na de selectie van de vrouwen nog ongeveer 90 over. Ondanks dat Greg zijn planten niet op de akker zelf staan wil hij zijn planten het liefst oogsten voordat de maïs weg is. Dit is dan ook de reden dat hij gekozen heeft voor een vroegbloeiende soort. De maïs vormt een gordijn tussen hem en de omgeving, waardoor hij onopgemerkt aan de slag kan. De planten die oogstklaar zijn; dit zijn hele struiken, zaagt hij als geheel om. Soms oogst hij de hoofdtop al eerder, vooral bij planten waar deze erg groot is. De hoofdtop is namelijk vaak al eerder oogstklaar. Na de takken van de plant te hebben getrokken stopt hij deze in grote zakken die klaar worden gelegd voor vervoer naar de knipruimte. Omdat de zakken erg groot zijn is het onmogelijk alles te vervoeren op zijn mountainbike. Hij leent hiervoor een busje waar heel veel tegelijk in kan. Deze komt voorrijden als alle planten ingepakt zijn en wordt binnen ene paar seconden helemaal vol geladen. Hiermee voorkomt Greg dat hij gesnapt wordt. Zelfs deze bus lijkt te klein als hij de 90 planten in wil laden. Omdat er altijd een kans is dat spot A door een boer, een ripper of de politie gevonden wordt heeft Greg meerdere plaatsen waar hij planten kweekt. Deze noemt hij spot b, spot c, etc. Op deze manier spreid hij zijn kansen waardoor hij nooit al zijn planten kwijtraakt. Normaal gesproken wordt minstens één derde van de spots ontdekt. Dit is vervelend maar Greg houd er van te voren rekening mee. Daarom probeert hij niet teveel onkosten te maken tijdens de voorbereidingen en de groei. Door op verschillende spots en met verschillende soorten te groeien kan Greg de oogst spreiden. Dit is belangrijk aangezien het knippen van de planten veel tijd en werk met zich mee brengt. De planten moeten na te zijn geoogst meteen uit de zakken worden gehaald en worden geknipt. Verse planten zijn het namelijk het makkelijkst te knippen en hoe langer ze in de zakken blijven zitten hoe groter de kans op toprot. De spots die ontdekt worden gebruikt Greg niet meer. De spots die niet ontdekt zijn kan hij volgend jaar weer gebruiken. Daarom zorgt hij er voor dat de spots na het oogsten altijd goed zijn opgeruimd. Hij laat geen kweekartikelen of plantresten achter die kunnen verraden dat er hennepplanten hebben gestaan. Na het knippen kan Greg eindelijk gaan genieten van de oogst en zijn vakantie. Maar niet te lang want hij moet snel weer op zoek naar nieuwe spots. Het leven van de guerrilla kweker is mooi maar wel zwaar!