Hennepgrootmacht China wil niks met CBD (of THC) te maken hebben
Begin april 2023. Vlucht HX 609 van Tokyo naar HongKong gaat bijna landen na vier uur vliegen. ‘Cabin crew, go to your seats’, klinkt het vertrouwd. Maar dan volgt een niet zo vertrouwde mededeling via de intercom: ‘Geachte passagiers, hierbij stellen we U op de hoogte dat alle producten met cannabis, CBD of THC verboden zijn in HongKong. Hou hier rekening mee’.
Ik heb al aardig wat van de wereld gezien maar dit was de eerste keer dat ik een dergelijke waarschuwing hoorde. Ook op het vliegveld van HongKong stonden soortgelijke waarschuwingen. Cannabidiol werd namelijk op 1 februari op dezelfde lijst gezet als heroïne en cocaïne en bezit van CBD kan leiden tot een gevangenisstraf tot zeven jaar.
Hongkong arresteert eerste verdachten
De eerste arrestanten zitten al vast. Op 9 februari werd een 30-jarige man opgepakt nadat hij een pakketje met enige flacons CBD-olie uit Denemarken ontving. Word je gepakt bij het distribueren of de bereiding van CBD-olie, dan dreigen zelfs levenslange straffen. CBD-shops waren tot voor kort een vertrouwd straatbeeld in de straten van Hongkong. In horeca-gelegenheden kon je ook CBD-drankjes bestellen. Maar de Chinese overheid heeft de opbloeiende industrie hardhandig de nek omgedraaid. In een wrange overheidscampagne werd de bevolking opgeroepen om hun CBD-producten in speciaal daarvoor bestemde containers weg te gooien. Dat leverde bijna 80.000 ‘verboden producten’ op, vooral veel cosmetica als CBD-zalf.
Dat China zo hardhandig optreedt is behoorlijk hypocriet te noemen. In het land wordt hennep al eeuwen verbouwd en het is nu zelfs de grootste exporteur van hennep. Volgens New Frontier Data komt bijna 70% van de wereldproductie van hennepvezels uit twee Chinese provincies: Heilongjiang en Yunnan. In 2018 zou deze productie een waarde van $1.2 miljard dollar hebben gehad. De periode tussen 2018 en 2021 markeerde een tijd van een ongekende CBD-opkomst in China. Gedurende deze jaren was CBD te koop in cosmetische en schoonheidsproducten en explodeerde de binnenlandse markt. De Chinese CBD-markt werd toen echter plotseling hardhandig verboden. Volgens sommige waarnemers kan het verbod worden verklaard met de recente heropleving van ‘anti-drugs’ campagnes in het land. De Chinese autoriteiten gebruikten daarbij verschillende argumenten om het verbod op CBD te rechtvaardigen. Een daarvan is het ontbreken van beschikbare THC-tests om vast te stellen dat hennepproducten minder dan 0,3% van de psychoactieve cannabinoïde bevatten. Ten tweede kan CBD gemakkelijk worden vervangen door andere cosmetische ingrediënten die klanten kennen. Geld verdienen aan hennep vinden de autoriteiten dus geen probleem, maar dat mensen mogelijk baat hebben bij hennepproducten gaat ze dan weer te verder. Dat is dus hypocriet.