90-jarige Willie Nelson in Rock & Roll Hall of Fame
Willie Nelson at the Global Green USA 10th annual Pre-Oscar Party held at the Avalon in Hollywood. - Photo by PopularImages
Eind april vierde de legendarische countryzanger Willie Nelson dat hij 90 werd. Begin mei kreeg hij een verlaat verjaarscadeau; hij werd in de Rock & Roll Hall of Fame toegelaten, samen met andere sterren als Missy Eliot, Kate Bush en Rage Against The Machine.
Willie Nelson komt er al zijn hele leven voor uit dat hij een enorme fan van cannabis is. In 2015 kwam er zelfs een eigen wietlijn op de markt; Willie’s Reserve. En vorig jaar had hij nog een hilarisch optreden in de pauze van de veelbekeken tv-uitzending van de Amerikaanse Superbowl, waarbij hij op hilarische wijze cannabis aanprees.
‘Roll Me Up and Smoke Me When I Die’
Hij vierde zijn 90-ste verjaardag op de beste plek mogelijk, namelijk op een podium omringd door vele andere muzikale en cannabis coryfeeën. In de Hollywood Bowl in Los Angeles werd hij op zijn tweedaagse verjaardagsfeest vergezeld door onder andere Snoop Dogg. Samen zong het cannabisduo tot immens enthousiasme van de 17.000 aanwezigen Willie’s wietlijflied ‘Roll Me Up and Smoke Me When l Die’. Nelson voordat Snoop Dogg op het podium verscheen, lachend: ‘Come out and roll one with me Snoop!’ De 77-jarige Neil Young had eerder op het podium al opgeroepen: ‘Are there any more real cowboys?’ Waarna Nelson ook dit duet maar grappend aanging; ‘Laten we maar feestvieren, wat we dan ook mogen vieren hier.’
De 90-jarige Nelson bleef het terechte middelpunt van het feest. Ziggy Marley zong de Nelson song ‘Still Is Still Moving To Me’. Hollywood-sterren als Helen Mirren, Ethan Hawke en Owen Wilson completeerden het tweedaagse festijn. Omdat cannabis legaal is in Californië stond het gedurende het feest blauw van de wietwalmen, waardoor het festival niet alleen Wille Nelson’s verjaardag op een geweldige manier vierde, maar tegelijk ook de vrijheid om cannabis te gebruiken. We wensen de legende Willie Nelson nog vele, vele jaren!
R
Rob Tuinstra
