Een roadtrip naar de wietschuur van Californië

08 Jan 2020

The Emerald Triangle

Dikke toppen van sungrown biodynamisch geteelde Californische plantenrassen

Een roadtrip naar Mendocino en Humboldt, het centrum van de wietteelt in Californië. Veel wiet wordt daar nog gewoon buiten onder de zon geteeld. In die gebieden is ook de biologische teelt wijdverbreid. Dikke toppen van sungrown biodynamisch geteelde Californische plantenrassen. Veel mooier kan het niet worden.

Californië: Zon, hippiesurfers, Silicon Valley, wijn en wiet. Sinds 2018 is wiet in hier gelegaliseerd. Medicinaal gebruik was al langer toegestaan. In de jaren zestig en zeventig brachten Californische hippies wietzaden van over de hele wereld ‘back home’. Californië werd de bakermat van de moderne wietcultuur. De Emerald Triangle ten noorden van San Francisco, gevormd door de gebieden Humboldt, Mendocino en Trinity Counties, is sinds de jaren zestig de wietschuur van Californië.

 

Super Sativa Seed Club

Half september, aan het begin van de oogsttijd, rijd ik samen met Karel Schelfhout, de Nederlandse founder van de roemruchte Super Sativa Seed Club en Jesse Dodd, een compostspecialist uit Humboldt, naar drie verschillende farms die zijn verbonden aan het project ‘Regenerative Cannabisfarming’. Dit project ondersteunt lokale kleinschalige legale en illegale telers die gebruik maken van teeltmethoden als permacultuur en Hugelkultur, teeltvormen die dicht aanzitten tegen biodynamisch telen. ‘Sungrown’ is hier het sleutelbegrip.

 

Planten voeden zichzelf

De basis van deze (buiten)teeltmethoden is dat planten zichzelf voeden. De aarde waarin de planten staan is rijk aan humus en zit vol bodemleven, zichtbare en onzichtbare bodemorganismen. Er wordt geen kunstmest gebruikt. De aarde wordt verrijkt met compost en plantresten, eventueel aangevuld met dierlijke mest. Verder gebruikt de teler ook geen onnatuurlijke bestrijdingsmiddelen. Bestrijding van vervelende beestjes is ook nauwelijks nodig. De telers planten namelijk niet alleen wietplanten in hun tuinen, maar ook verschillende bloemen en groenten. De verscheidenheid aan planten trekt een breed scala aan insecten en vogels aan. Daardoor is er altijd wel een natuurlijke vijand in de buurt, wanneer een rups, luis, mijt of andere bug zich aan een wietplant vergrijpt.

 

Hugelkultur

Twee van de telers die we bezoeken werken met Hugelkultur, een teeltmethode waarbij de teler zijn planten neerzet op lange heuvelbedden. De heuvels bestaan uit een onderlaag van vermolmd hout en andere plantresten, afgedekt met een laag aarde. Dit levert een ideale bodemstructuur op met een optimaal bodemleven. De heuvels klinken ieder jaar een beetje in, waardoor de aarde zonder spitten of ploegen een losse structuur houdt en die aarde zit bovendien vol bacteriën, schimmels en insecten. Dat klinkt misschien griezelig, maar al dat onderaardse leven is voedsel voor elkaar en zorgt voor een natuurlijk evenwicht waarin ziekteverwekkers weinig kans maken. De planten bouwen verder een grote resistentie op. De afvalproducten (poep, afscheiding, dode resten) van dat ondergrondse leven zijn een perfecte biologische bron van voeding voor planten en voorziet de bodem bovendien van hormonen, vitaminen en antibiotica.

[caption id="attachment_21699" align="alignnone" width="780"]Een roadtrip naar de wietschuur van Californië Josh (met baby) en Karel Schelfhout inspecteren de Moongazer Farm[/caption]

Dikke geurende toppen

De teler zet een gevarieerd aantal planten op de heuvels. Dat trekt een breed aanbod van verschillende insecten en vogels. Naast de bescherming die dat biedt tegen de voor de plant schadelijke insecten stimuleren de verschillende plantsoorten elkaars groei. Het resultaat mag er zijn. We zien tijdens ons bezoek aan drie teeltlocaties alleen grote gezonde planten met mooie bladeren en dikke geurende toppen en een hoge, zeer smaakvolle opbrengst per plant. Een bijkomend voordeel van het telen op HugelKultur is dat de teler na het planten niet meer zoveel hoeft te doen. Hij hoeft niet te spitten en nauwelijks onkruid te wieden. Voeding is optioneel en niet echt nodig, en ook water geven is veel minder nodig dan in andere situaties. De heuvels hebben een optimale waterhuishouding. Naast wat kleine onderhoudswerkzaamheden kan de teler na het planten rustig afwachten tot de oogsttijd zich aandient.

 

Moongazer Farm

De eerste farm die we bezoeken wordt gerund door een jong stel met een tweeling van een half jaar oud. Het terrein ligt tussen de heuvels, afgelegen, op twintig minuten rijden van de dorpskern, niet ver van het stadje Ukiah. Op de heuvels (Hugelkultur) staan verdeeld over drie zones bij elkaar opgeteld 150 wietplanten, goed voor 75 kg gedroogde wiet. Het geheel komt vrij ongeorganiseerd over. Josh, de teler, heeft de planten kris kras over de heuvels verdeeld. Tussen de wietplanten staan zonnebloemen en veel andere bloemsoorten, artisjokken, smeerwortel (met zijn grote bladeren een ideale kandidaat voor compost), pompoenen, courgetten, watermeloenen, tomaten, bonen, favabonen, aardappelen en tal van andere planten. Josh laat me zelfs trots een Europese brandnetel zijn die hij daar heeft geplant. Alle wietplanten zien er supergezond en sterk uit. Er staan ongeveer 20 verschillende soorten wiet door elkaar heen, het zijn allemaal kruisingen van oude Californische genetica. De toppen zijn dik en zwaar, de geur is overweldigend. Dit is een waar wietparadijs.

 

Januari de grond in

De planten, uit zaad gekweekt, gaan in januari al de grond in. Daardoor worden de planten erg hoog, wel drie meter. Door het telen in de aarde vol natuurlijke voedingstoffen en de vele uren zon krijgen terpenen de volle tijd en mogelijkheid om zich te ontwikkelen. Geur, smaak, effect van deze wiet zijn daarom ongekend. Welke soorten er nou precies geteeld worden is eigenlijk niet zo duidelijk. Het zaad is afkomstig van een soort ruilhandel tussen bevriende telers. Zaadproductie is daarbij een ‘bij-hobby’. Karel schudt regelmatig zijn hoofd als hij hoort hoe de planten voor de zaadproductie worden gekruist. De lokale telers tarten alle wetten van de professionele zaadveredeling. Toch groeien er fantastische, grote, gezonde en heerlijk geurende planten uit die zaadjes. Het klimaat en het planten DNA in Californië is waarschijnlijk zo goed dat het eigenlijk niet zoveel uitmaakt hoe de zaden worden geproduceerd. In Californië lijkt alles goed onder de nooit aflatende zon.

[caption id="attachment_21700" align="alignnone" width="780"]Een roadtrip naar de wietschuur van Californië Karel Schelfhout His Masters Nose[/caption]  

Watermanagement

Zonlicht te over, maar water is een probleem. Josh legt me uit dat ze op een zeer bewuste wijze omgaan met watergebruik. Regenwater van het dak van het huis en de rest van het terrein wordt opgevangen in een grote vijver die nog in aanleg is. Dat regenwater is bedoeld voor de planten. Totdat de vijver helemaal in werking is komt het water nog uit een put. De afvoer van het water brengt de natuur geen schade toe, waar water dat met kunstmest wordt vermengd leidt tot vervuiling in rivieren en beekjes. Stikstof spoelt uit en voedt in het oppervlaktewater de algen. Water dat in de bodem terechtkomt met een rijk bodemleven wordt bijna helemaal door alles wat leeft in de bodem opgenomen. Nutriënten die in de bodem aanwezig zijn spoelen niet uit in een levende bodem.

We besluiten het bezoek aan de Moongazer farm met een gezamenlijk diner dat we vers uit de gecombineerde moes/wiet tuin halen. De handvol groene verse wietbladen die ik op verzoek van Josh uit de tuin pluk worden verwerkt in een pesto. Na afloop van een heerlijk maal wordt er wat gerookt. Heel erg fijne wiet, zonder tabak.

 

Covelo

Een dag later neemt Jesse ons mee naar Covelo, twee uur rijden noordelijker. De plaats ligt in een breed rond dal, ver van de rest van de wereld verwijderd.

Na een stevige rit door de bergen stoppen we op een afgelegen weggetje in the middle of nowhere. Een stel met twee jonge kinderen ontvangt ons. Ze stellen geen vragen, het feit dat we met Jesse op stap zijn is voldoende. Het huis is rommelig, de kinderen zien er smoezelig uit. De ogen van de man zijn glazig, het is duidelijk dat hij zijn eerste wiet al heeft gerookt deze ochtend. Het stel is zeer sympathiek en communicatief, ondanks de slonzigheid die er heerst. De akker achter het huis waar we heen worden geleid ziet er fantastisch uit. Er staan meer dan 100 metershoge wietplanten op een vergelijkbare manier gemengd met bloemen groenten en andere planten als op de Moongazer farm. Alles staat er mooi bij op een goed onderhouden Hugelkultur. Ook hier mooie gezonde planten met dikke geurende toppen. Het grote verschil met de eerste kwekerij is dat het hier niet helemaal legaal gebeurt. Op papier teelt het stel voor de zieke vader van de man.

 

Zaad

De teler laat ons zijn wietzaden zien. In een mandje heeft hij wat plastic zakken gepropt, met mengsels van bladgruis en zaad. Hij weet niet meer zo precies wat voor zaden het zijn, maar hij koestert ze. “Als ik ze heb bewaard dan zijn het planten geweest die de moeite van het bewaren waard zijn.” Hij laat ons ook wat uitgesorteerde zaden in gele zadenzakjes zien in een groen kistje. Er staan fantasienamen op de zakjes als ‘Purple Jasmin’, ‘Wiesel’, ‘Blackberry x Truth’, ‘ACDC x Purple Killa’. Karel krijgt van een aantal soorten wat zaadjes mee. “Jammer dat ze het allemaal niet zo nauw nemen met die zaden, ze doen maar wat,” moppert hij later. “Maar we kunnen natuurlijk altijd uitproberen of er iets moois van is te maken, als we het zelf wél doen zoals het hoort.”

 

Sun Roots Farm

Tegen het einde van de dag bezoeken we Sun Roots Farm, de trotse winnaar van de prestigieuze Emerald Cup in 2018. Forest en Patricia, een jong stel zonder kinderen, telen met een vergunning, op een zeer professionele manier. Hier geen Hugelkultur, maar wel veel verschillende planten door elkaar. Sun Roots maakt gebruik van lagen compost waarop de wietplanten staan, hele dikke volle planten. Forest laat ons zijn trots zien, een monumentale wietboom van 15 voet (4,5 meter). We weten niet wat we zien!

[caption id="attachment_21698" align="alignnone" width="780"]Een roadtrip naar de wietschuur van Californië Family Hapiness in Covelo[/caption]  

Alles klopt!

Sun Roots farm heeft een historie. Forest komt uit een familie van boeren. Op deze grond teelden de vader en de broer eerder ook al wietplanten, de grond wordt al jarenlang biologisch gebruikt. Dat voel je, dat zie je en dat ruik je.

Sun Roots Farm is het best georganiseerd van de drie projecten. Geen wonder dat daar ook de mooiste planten staan waarbij de opbrengst kan oplopen tot wel 6 kilo van één plant. Hoewel alle wietplanten die we in Californië tegenkomen er fantastisch uitzagen, spant Sun Roots de kroon. Alles klopt bij de planten op deze plantage. De vorm, kleur, omvang en toppen van de planten, de strakke organisatie, de toevoeging van mest van alpaca’s die een lokale twist aan de wiet geeft, de stijl waarmee het koppel de plantage beheert. Wij snappen meteen dat hier Emerald Cup winnende wiet vandaan komt. Karel is verrukt. Hier wil hij zaadjes bemachtigen, met deze genetica wil hij aan de slag. Is die genetica hier dan zo goed? Karel weet het niet helemaal zeker. Maar als telers hun zaakjes zo goed voor elkaar hebben is het materiaal waarmee ze telen ook goed, is zijn jarenlange ervaring.

 

Californië anders

De mensen die we tegenkomen zijn allemaal jong en sympathiek en begaan met de wereld. Ze proberen met goede gezonde wiet die ze buiten telen een bestaan op te bouwen. En dat is niet altijd even gemakkelijk, met wietprijzen die heel wat lager liggen dan die in Nederland. Namelijk rond de 1500 dollar per kilogram gedroogde wiet, vlak na de oogsttijd dalend naar 400 dollar. Je kunt de situatie in Californië nauwelijks vergelijken met Nederland. Wiet wordt er puur gerookt en hasj staat op geen enkele menulijst, hoewel we een Franse hasjmaker tegenkwamen met een vergunning om hasj te maken. In dispensaries worden meer vape benodigdheden verkocht dan ‘flower’ (wiet). En ook edibles nemen een groot deel van de verkoop voor hun rekening. Het biologische buiten telen neemt een grote vlucht in Californië en wat ons bijzonder opviel is de gemoedelijke sfeer bij de telers. Geen van de kwekerijen was beveiligd, zaden worden onderling tussen telers uitgeruild, kleine kinderen spelen op blote voeten tussen de wietplanten. Zo zou je het eigenlijk overal willen.