Waarheidsvinding

14 Jan 2019
In een rechtsstaat moet je er als burger op kunnen vertrouwen dat politiemensen in strafzaken altijd op zoek zijn naar de waarheid. Dat wat zij tijdens die zoektocht waarnemen moeten zij niet alleen op basis van de bij hun aanwezige kennis, maar vooral naar eer en geweten vastleggen in een proces-verbaal. Rechters oordelen namelijk op basis van die processen-verbaal. Vertrouwen in de politie is goed, maar controle beter. Ik beschrijf een praktijkvoorbeeld. In een smerige gierkelder trof de politie ongeveer 200 hennepplanten aan. De teler bekende schuld. Hij had één keer eerder geoogst en had daarvoor oude kweekspullen gebruikt. Hij verklaarde dat de planten tijdens zijn eerste oogst onder de zwarte beestjes zaten. Hij was er wel in geslaagd 1 kilo wiet te oogsten. Die wist hij voor € 2.000 te verkopen, omdat het er niet goed uit had gezien. De politiemensen trokken op basis van hun waarnemingen andere conclusies. Gelet op de zichtbare vervuiling zou de man al veel langer actief zijn met hennepteelt. Zijn verklaring vonden zij ongeloofwaardig. In mislukte of slechte oogsten geloofden zij niet. Onkruid telen is moeilijker dan wiet telen hoor je “hennepexperts” vaker beweren. Volgens de berekening van de politie had de man € 102.000 verdiend in zijn vervuilde gierkelder. De officier van justitie bleek er open voor te staan een rechtszaak te voorkomen. De zaak kon worden geschikt als mijn cliënt zou aanvaarden dat hij met 2 eerdere oogsten € 40.000 had verdiend. Ik bestudeerde het strafdossier en zag dat slechts 4 van de 8 assimilatielampen functioneerden. Het vermogen aan licht per m2 was daardoor opvallend laag. Ik zag zoveel troep en slecht ontwikkelde planten op de foto’s dat ik de verklaring van mijn cliënt aannemelijk vond. Ik deed een tegenbod van € 8.000, maar dat werd niet geaccepteerd. Een gang naar de rechtbank volgde. Ter zitting bepleitte ik dat de vordering moest worden afgewezen. Het echte voordeel dat mijn cliënt had genoten was € 2.000 en daarvan had hij de stroom betaald. Ik betoogde dat de strafrechter ook bij zaken die gaan over het afpakken van illegaal genoten winsten op zoek moet gaan naar de waarheid. Twijfel moet daarbij in het voordeel van de verdachte wegen. Ik zoomde in op de omstandigheden in de ontmantelde hennepkwekerij. De verklaring van mijn cliënt vond naar mijn mening steun in dat wat te zien was op foto’s die in de kwekerij waren genomen. Ik wees de rechtbank op foto’s waarop bestrijdingsmiddelen tegen spint zichtbaar waren en op hennepplanten waarop spint duidelijk zichtbaar was. Waarheidsvinding Ik verwees naar wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat oogsten wel vaker door spint (gedeeltelijk) mislukken. De rechtbank toonde zich kritisch en bleek niet blind te varen op de conclusies van de politie. Nu de tweede aangetroffen oogst vol spint zat vond de rechtbank het aannemelijk dat ook de eerdere oogst gedeeltelijk was mislukt. De rechtbank achtte de verklaring van mijn cliënt onder deze omstandigheden aannemelijk en schatte zijn verdiensten op € 2.000 en hield rekening met enkele kosten. Hij moest € 1.913 betalen. De officier van justitie, die eerder niet akkoord ging met mijn schikkingsvoorstel van € 8.000, ging niet in hoger beroep tegen deze uitspraak. Als ik de berekening van de politie kritisch tegen het licht houd kan ik alleen maar hopen dat deze met een gebrek aan kennis is opgesteld. Bestrijdingsmiddelen werden in het proces-verbaal groeimiddelen genoemd en over de duidelijk zichtbare aanwezigheid van spint werd niet gerapporteerd. Als de kennis wel aanwezig was, dan ontbrak het hier bij de politie aan eer en geweten. De rechter die de waarheid wil vinden moet niet blind vertrouwen op de inhoud van een proces-verbaal. Advocaat André Beckers beckers@wolf.partners www.wolf.partners “bij dringende zaken” 24/7 bereikbaar op gsm / whatsapp: 0653174897