PCN gaat de achterdeur te lijf

02 Dec 2015

Coffeeshops formuleren criteria voor bonafide cannabisproducenten


Coffeeshops formuleren criteria voor bonafide cannabisproducenten

Het Platform Cannabisondernemingen Nederland (PCN), de belangenvereniging van ondernemers in de cannabisbranche, heeft zeven criteria opgesteld waaraan bonafide cannabisproducenten zouden moeten voldoen. PCN-voorzitter Wouter van Egmond: “Als je niets doet, loop je het risico dat anderen straks voor je gaan bepalen hoe er gereguleerd gaat worden.”

Voorzitter Wouter van Egmond: “We zijn het gedoe aan de achterdeur zat” Fort aan de Klop, aan de rand van Utrecht, vormde een passend decor voor de speciale PCN Meet & Greet bijeenkomst over regulering van de achterdeur op 23 september. Het huidige fort dateert uit 1819 en is onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Op dezelfde plek werden al in de zeventiende eeuw verdedigingswerken gebouwd om de Spanjaarden af te weren en in de achttiende eeuw om de Fransen tegen te houden. Een prima plek dus voor de coffeeshopondernemers die zich te weer stellen tegen het hypocriete cannabisbeleid van de overheid. Onder de zeventig deelnemers waren zowel leden als niet-leden van het PCN, uit alle delen van het land.

James Burton

Voorafgaand aan het debat over de criteria waren er presentaties van drie bijzondere ervaringsdeskundigen. James Burton, de eerste legale medicinale kweker van ons land en oprichter van de Stichting Institute of Medical Marijuana, vertelde wat er komt kijken bij het telen, beveiligen, drogen, testen, verpakken en vervoeren van grote hoeveelheden cannabis. Hij waarschuwde dat diefstal door het eigen personeel misschien nog wel een groter probleem is dan dieven van buiten. De oplossing is stelselmatig controleren en elke plant, stek en gram in de boekhouding opnemen.

‘Controleren van de teelt’

Juridische doorbrakenVoormalig VWS topambtenaar Kaj Hollemans, tegenwoordig zelfstandig consultant, hield zijn gehoor voor de woorden reguleren en legaliseren niet meer te gebruiken, omdat deze 'besmet zijn'. Hollemans: “Het is beter om te spreken over het controleren van de teelt. De voordelen van gecontroleerde teelt voor de maatschappij en de volksgezondheid zijn evident. Niemand is tegen meer belastinginkomsten, meer werkgelegenheid, minder misdaad en minder overlast.” Hij wees erop dat de motie tegen teeltexperimenten van CDA Kamerlid Oskam alleen gaat over experimenten door gemeenten, niet door particulieren. Hollemans ziet kansen in het aanvragen van een ontheffing van de Opiumwet voor wetenschappelijke doeleinden, “waarbij de gecontroleerde teelt van cannabis een noodzakelijke voorwaarde is om wetenschappelijk onderzoek uit te kunnen voeren”. De derde spreker, Sidney Smeets van Spong advocaten, behoefde geen introductie. Hij gaf een overzicht van de juridische doorbraken in zaken tegen coffeeshops van de afgelopen jaren, vooral over de maximale handelsvoorraad van 500 gram. Ook de principiële zaak van 'ideale wiettelers' John en Ines kwam uitgebreid aan bod. Na de lunch leidde wetenschapsjournalist Thijs Roes, bekend van VICE, het slotdebat. Al in 2001 stelde het PCN twaalf criteria vast waaraan bonafide coffeeshops moeten voldoen. De bond vindt de tijd nu rijp om ook zo'n kader te schetsen voor producenten van cannabis. Na een levendig debat kwamen de deelnemers zeven criteria overeen:
  1. Een bonafide cannabisproducent voldoet aan de wettelijke eisen van een deugdelijke bedrijfsvoering.
  2. Een bonafide cannabisproducent streeft naar het gebruik van duurzame energie.
  3. Een bonafide cannabisproducent streeft naar een biologische bedrijfsvoering en houdt zich aan de Good Agricultural Practices (GAP).
  4. Een bonafide cannabisproducent geeft inzicht in het gehalte thc, cbd en andere cannabinoïden, terpenen en andere werkzame stoffen.
  5. Planten en daaruit voortkomende cannabisproducten zijn te allen tijden traceerbaar.
  6. Een bonafide cannabisproducent levert uitsluitend aan coffeeshops met een vergunning.
  7. Een bonafide cannabisproducent is lid van een landelijke of lokale belangen- of branchevereniging.

Wouter van Egmond

Een paar weken na de PCN dag in Fort aan de Klop spreek ik met voorzitter Wouter van Egmond. Sinds 2002 is hij directeur van Xpresso in Zwijndrecht, de tweede niet-commerciële coffeeshop van ons land. Hoe raakte je destijds bij Xpresso betrokken? Wouter: “De toenmalige directeur van de welzijnsorganisatie in Zwijndrecht die met de gemeente bezig was om het project voor te bereiden was een oude vriend van mij. Hij vroeg me om het project niet-commerciële coffeeshop op te zetten. Ik woonde toen al negen jaar op Curaçao en Aruba en voor mij was het een mooie springplank om terug te komen naar Nederland. Ik was toen 45 en vond het interessant en uitdagend, ook omdat ik helemaal niets wist van coffeeshops. Ik denk dat dat in mijn voordeel heeft gewerkt: ik kon coffeeshop Xpresso helemaal naar mijn eigen idee opzetten. Ik ben een paar keer bij Willem Panders gaan kijken, zijn stichting De Piramide in Bussum was volgens mij de eerste niet-commerciële coffeeshop in Nederland.” Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen een gewone coffeeshop en Xpresso? Wouter: “Onze en mijn doelstelling is: het cannabisgebruik in Zwijndrecht in goede banen leiden. Ik zeg altijd dat wij drie dingen doen. Eén: gecontroleerde verkoop, met controle op leeftijd, hoeveelheid en het niet veroorzaken van overlast. Twee: het bieden van een veilige en plezierige gebruikersruimte waar ook sociale interactie kan ontstaan. En drie: het geven van informatie en voorlichting. Dat doen we via de website, informatiefolders en gesprekken met bezoekers, maar ook door het geven van presentaties in de coffeeshop. Aan jongerenwerkers, wijkagenten, gemeenteraden, beleidsambtenaren, ouders, docenten: groepen die wel met cannabisgebruik in aanraking komen maar er zelf vaak heel weinig van af weten. Alle medewerkers en ook ikzelf vallen onder de CAO Welzijnswerk. Als directeur heb ik een vast salaris. Of we nou veel of weinig hasj en wiet verkopen, mijn salaris is elke maand het zelfde. Dus zijn we ook niet zo gericht op zoveel mogelijk omzet maken. De winst blijft in de stichting Het Dilemma en besteden we aan kwalitatieve verbeteringen.” Je bent in Zwijndrecht met steun van de burgemeester bezig met een experiment met gereguleerde teelt, kun je daar wat over vertellen? Wouter: “Net als zoveel andere coffeeshops ben ik dat gedoe aan de achterdeur wel zat. En ik hoef mijn vakgenoten niet uit te leggen dat het veel beter, efficiënter en met mooie en gevarieerde wietsoorten kan, met een constante en stabiele aanvoer. Hier in Zwijndrecht heb ik een aantal succesfactoren: wij bestaan als stichting en coffeeshop dertien jaar en hebben een heldere, transparante bedrijfsvoering en uitstraling. Er is een raad van toezicht van drie personen die zicht houdt op het beleid, de financiën en activiteiten. Zij hebben een goede positie en netwerk binnen de Zwijndrechtse samenleving. De beleidsambtenaar van de gemeente is vanaf het begin bij dit project betrokken, dus het ‘lijntje naar de gemeente' is kort en krachtig: we doen het samen. De gemeenteraad en de burgemeester hebben zich uitgesproken voor gecontroleerde en gereguleerde cannabisteelt. Ik heb daarom de stichting Gecontroleerde Cannabisteelt opgezet, met heldere statuten en ook weer niet commercieel en met een raad van toezicht. Met deze stichting wil ik voor elkaar krijgen dat wij zelf onze wiet mogen telen of laten telen. We onderzoeken nu of we een ontheffing Opiumwet kunnen krijgen op basis van artikel 8. Het gaat om het uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek van een paar jaar en daar is voor nodig dat de stichting zelf zijn wiet teelt, zodat we precies weten wat er in en op zit. Controle van zaadje tot zakje dus. Ik weet niet of het gaat lukken, maar het genereert ieder geval publiciteit. Als je niets doet en er niet actief mee bezig bent, loop je het risico dat anderen straks voor je gaan bepalen hoe er gereguleerd gaat worden.” Sinds 2012 ben je voorzitter van het PCN; waarom heb je die stap genomen? Wouter: “De toenmalige voorzitter Gerrit Jan ten Bloemendal moest drie jaar geleden vrij abrupt zijn voorzitterstaak beëindigen. Ik zat toen een jaar in het bestuur, omdat ik niet alleen maar wilde meepraten maar ook meebeslissen. Ik had al eens een paar vergaderingen succesvol voorgezeten, dus van het een kwam het ander. Ik wilde ook wel graag wat bijdragen aan de vereniging en heb gezegd dat ik voor maximaal drie jaar de voorzittersrol op mij wilde nemen.” Wat zie je als de missie van het PCN? Wouter: “Ik merkte op PCN vergaderingen dat ik vooral in de pauze en de nazit van de vergaderingen leuke en interessante gesprekken had met collega’s. Tijdens de vaak lange vergaderingen zelf was daar eigenlijk weinig ruimte voor. Ik denk dat die ruimte er binnen een vereniging wel moet zijn, zodat er ook verbinding onderling kan ontstaan en een grotere saamhorigheidsgevoel. Later heeft dit geresulteerd in de PCN Meet & Greet bijeenkomsten, zoals we die nu al een paar keer hebben georganiseerd. In mijn ogen zijn ze zeer succesvol en veel leuker dan ellenlange vergaderingen. Als missie van het PCN zie ik het behartigen van de belangen van onze cannabisondernemingen door invloed uit te oefenen op landelijk en lokaal overheidsbeleid en cannabisondernemers met elkaar verbinden. Onze visie is een erkende professionele branche in gesprek met de overheid, met een goed imago, een professionele uitstraling en ondernemers die kunnen functioneren als gewone bedrijven, met een degelijke bedrijfsvoering. Onze kernwaarden zijn bundeling van krachten vanuit onze ervaring en geschiedenis, regulering van het volledige proces van teelt tot gebruik, verspreiden van feitelijke kennis en het in goede banen leiden van cannabisgebruik.” Je hebt de vereniging behoorlijk gemoderniseerd en gebruikt in dat verband wel de term PCN 2.0. Kun je daar wat meer over vertellen? Wouter: “Toen ik voorzitter werd heb ik mij verdiept in de vraag: wat is nou eigenlijk een vereniging? Ik kwam er achter dat de belangrijkste fundamenten van een vereniging de mensen zijn en het samenzijn waar een gezamenlijk doel wordt nagestreefd en duidelijke strategische keuzes moeten worden gemaakt. We moeten het vooral samen doen: samen de schouders er onder zetten! Een vereniging is geen bedrijf en leden zijn geen consumenten. De vereniging was dringend aan een opknapbeurt toe, de winkel moest flink worden afgestoft. Er is in het begin van mijn voorzitterschap dan ook flink gediscussieerd over de vraag wat voor een vereniging we willen zijn en welke koers we willen we varen. We hebben ook gekeken naar wie wat doet en hoe we dat organiseerden. En ook: hoe gaan wij met elkaar om? PCN 2.0 betekende ook dat wij het digitale tijdperk binnen moesten gaan, dus het eerste jaar zijn we de website gaan vernieuwen zodat we ook meer zichtbaar werden en kunnen uitdragen wie we zijn en waar we voor staan. Zowel richting ondernemers als naar de overheid. Die zichtbaarheid zie je ook terug in het organiseren van de Meet & Greet thema bijeenkomsten.” Kun je een hoogtepunt én een dieptepunt noemen voor de branche en het PCN sinds je voorzitter bent? Wouter: “Het overlijden van Koos Zwart was natuurlijk een dieptepunt, Koos heeft veel voor de cannabisbranche betekend. Een hoogtepunt vind ik toch wel de afgelopen Meet & Greet in Fort aan de Klop in Utrecht waar zo’n zeventig cannabisondernemers en ook andere belangrijke mensen uit cannabisland bij elkaar waren. Ik vind het ook mooi dat de BCD (Bond van Cannabisdetaillisten, db) ruim vertegenwoordigd was. De branche zelf kent natuurlijk vele dieptepunten, zoals de wietpas en het stelselmatig sluiten van coffeeshops.” Waarom zouden coffeeshopondernemers lid moeten worden van het PCN? “Stel je toch eens voor dat meer dan de helft van alle coffeeshops lid zouden zijn van het PCN, hoe professioneel kan je het dan aanpakken en wat een vertegenwoordiging van de branche zou je dan hebben richting overheid. Hoe sterk zouden we dan staan, als we kunnen zeggen dat we de meerderheid van de branche vertegenwoordigen! Alleen kan je niets, samen sta je sterk.” Website PCN: www.platformcannabis.nl