Witte panters en wiet
Van zowat iedere bladzijde van de debuutroman van Saul van Stapele slaan de wietwolken af. Het verhaal over het verloop van een vriendschap vindt plaats in de hiphopscène, en leidt van een beschermde jeugd naar de straat en vervolgens naar de gevangenis voor de een, en money en fame voor de ander. Maar wie heeft het bij het rechte eind?
Van zowat iedere bladzijde van de debuutroman van Saul van Stapele slaan de wietwolken af. Het verhaal over het verloop van een vriendschap vindt plaats in de hiphopscène, en leidt van een beschermde jeugd naar de straat en vervolgens naar de gevangenis voor de een, en money en fame voor de ander. Maar wie heeft het bij het rechte eind?
Van zowat iedere bladzijde van de debuutroman van Saul van Stapele slaan de wietwolken af. Het verhaal over het verloop van een vriendschap vindt plaats in de hiphopscène, en leidt van een beschermde jeugd naar de straat en vervolgens naar de gevangenis voor de een, en money en fame voor de ander. Maar wie heeft het bij het rechte eind?
Saul van Stapele (1974) is journalist en schrijft over moderne zwarte muziek voor Nieuwe Revu, NRC Handelsblad en nrc.next. Daarnaast organiseert hij Buma Rotterdam Beats en kent hij de jongerencultuur op z’n duimpje. Eerder bracht hij het naslagwerk over Nederlandse hiphop Van Brooklyn Naar Breukelen uit, en het reportageboek Crips.nl waarvoor hij in de gangcultuur dook. Al zo’n 17 jaar verdient hij zijn geld met journalistiek werk, maar daarbij ben je het verhaal van iemand anders aan het vertellen. Reden voor Saul om zelf een roman het licht te laten zien. “Dan ben jij de bron en kun je een nieuw verhaal vertellen met alles wat je in de loop der tijd hebt opgeslagen.”
Blowen en hiphop
Net zoals de hoofdpersonen J.J. en John heeft Saul een fascinatie voor hiphop en straatcultuur, en had hij ook lang een voorliefde voor blowen en Grand Theft Auto. Hij weet dus waar hij het over heeft en kon zijn ervaringen goed gebruiken voor het boek. “Mijn eerste joint rookte ik toen ik een jaar of veertien was, in Den Haag waar ik nu nog steeds woon. Ik luisterde toen al wel naar hiphop, maar in de coffeeshop draaiden ze eigenlijk van alles door elkaar, funk, jaren zestig, reggae - alles waar je ontspannen naar kan luisteren. De directe relatie tussen blowen en hiphop kwam in begin negentiger jaren, met Dr. Dre en Snoop Dogg.”
Lome beat
“Dat was ook muziek die dat nadrukkelijk uitdroeg, met bijvoorbeeld een gigantisch wietblad op een cd van Dr. Dre. En Snoop Dogg is de beroemdste blower ooit denk ik, na Bob Marley. Het feit dat Snoop gestopt zou zijn met blowen was ooit wereldnieuws. Het is ‘m niet gelukt trouwens. Hiphop kan heel hypnotiserend zijn, zo’n lome beat die maar doorgaat, en daar past die gemoedstoestand goed bij. Dat je helemaal in de beat kruipt en alle details hoort! Voor mij waren dat ritme, de beelden en de verhalen die ze vertellen iets wat je fantasie aan het werk zet. Zo’n hele avond met je koptelefoon op, of met je vrienden rondhangen en er naar luisteren – dat werkte erg goed.”
Chillen met Snoop
Saul zit vol anekdotes over meer of minder bekende rappers, hij heeft er immers aardig wat voor de microfoon gehad. Nu we het toch over Snoop hebben: “Mijn eerste interview met Snoop Dogg was in 1996, toen ik 22 was en nog op de School voor Journalistiek zat. Ik was de eerste in Nederland die hem interviewde, en hij was hier voor de eerste keer. Snoop is berucht geworden om z’n blowen, maar ik vond hem toen wat tegenvallen. Ik moest uiteindelijk snoep en frisdrank voor hem halen omdat-ie niet goed tegen wiet kon, zo vlak voor z’n optreden. Het was veel te heftig voor hem!”
Puur roken
“Ach, het was voor hem toen de eerste keer. Het was een jonge jongen die net was vrijgesproken van moord, zijn vriend en labelgenoot Tupac was drie maanden eerder vermoord, en Snoop had het gevoel dat hij ook risico liep. Als je dan teveel blowt, kan het verkeerd gaan... De Nederlandse wiet waren ze toen ook nog niet gewend, ik heb wat dat betreft veel grappige dingen gezien. Die Amerikaanse rappers roken allemaal puur, ze krijgen wel eens wat van coffeeshops die graag wat geven, alleen ze gooien dan die hele broodtrommel in een blunt, en dan gaan ze zooo’n sigaar roken. Daar doet de gemiddelde Highlife-lezer een week over! En dan heb ik het nog over een doorgewinterde blower. Ze hebben nu in Californie wel net zulke sterke wiet, maar toen viel dat toch een beetje tegen.”
Coffeeshop ombouwen
“Voor mij is het altijd een goede binnenkomer geweest, zeker als ik in Amerika interviews ging doen: he’s from Amsterdam, dat is voor hen allemaal luilekkerland. En het is ook de reden dat ik er veel heb kunnen doen, ik deed heel lang de meeste hiphopinterviews. Dat doet me denken aan Lil Wayne, voor hem hadden ze eens een coffeeshop – ik geloof de Rokerij – omgebouwd tot Cash Money coffeeshop, met meisjes die lollies uitdeelden. Ze hadden er een hiphopclip vibe omheen gemaakt, en daar heeft hij toen een paar dagen lang zijn hele Europese promotie gedaan. Zo kon hij in de hoek van de coffeeshop lekker knetterstoned worden, terwijl de journalisten werden ingevlogen en hem vragen konden stellen. Slim bedacht van het label, zo deed-ie het wel!”
Hangmat in Jamaica
Een paar jaar geleden is Saul opgehouden met blowen. “Het was een tijd iets wat ik vrij geregeld deed en wat een onderdeel van mijn leven was, en toen wou ik even kijken hoe het zonder is. Het bleek ook leuk te zijn... Ik mis het niet, dat vind ik eigenlijk wel vreemd. Ik denk wel eens ja, lekker! De joint gaat rond want ik zit nog wel steeds in die wereld, maar nee, het gebeurt niet meer. Ik vind het wel lekker ruiken. Maar ik sluit niks uit, als ik weer eens in een hangmat lig in Jamaica, dan... Blowen heeft mijn arbeidsethos trouwens geen slecht gedaan. Ik heb altijd heel hard gewerkt, en als je dan ’s avonds een jointje rookt dan kun je dat ook lang volhouden. Ik heb er veel plezier van gehad, ik ben zeker niet hardcore anti geworden, dat kun je nog wel uit het boek terughalen.”
Knock-out
Skunk, en dan het zwaarste, dat was wat Saul het liefste rookte. “Dat is ook een reden om op den duur te denken, het is wel goed zo. Je drempel gaat steeds omhoog, en dat merk je als je met iemand anders deelt. Als je mensen om je heen na drie trekjes knock-out ziet gaan, terwijl je zelf gewoon vrolijk verder gaat, dan moet je er misschien toch eens een keertje over nadenken.” In een coffeeshop kwam hij al een tijdje niet meer, dat was meer een soort afhaal-Chinees geworden, maar hij is wel vol lof over dit typisch Nederlandse fenomeen. “Wat ik grappig vind aan coffeeshops, is dat je zoveel verschillende mensen tegenkomt. Waar je normaal geen lange gesprekken mee hebt, maar daar wel. Een uitkeringstrekker van 40, iemand die een harde baan heeft maar even stoom komt afblazen...”
Triggeren
“Veel mensen in een coffeeshop zijn nogal in een filosofische bui. Het triggert een bepaalde manier van denken die mij gevormd heeft. Het gaat altijd over de negatieve aspecten bij coffeeshops: het rondhangen, het blowen, maar het heeft mij wel degelijk wat gebracht. Als journalist is het handig dat je met iedereen kan gaan zitten en een gesprek voeren. En je ziet heel jong al verschillende manieren om naar iets te kijken. Zonder dat je dan in samenzweringstheorieën blijft hangen. Dat gebeurt nogal eens, maar je ziet dat er meerdere manieren en waarheden zijn.”
Nieuwe realiteit
Maar goed, het is alweer een tijd geleden dat Saul in de coffeeshop nieuwe muziek hoorde, spelletjes speelde en zat te filosoferen. Hij beseft dat coffeeshops nu onderdeel zijn van een nieuwe realiteit, en dat vindt hij jammer. “Een redelijk vrije plek om te experimenteren wordt nu kapotgemaakt, daar maak ik me wel druk over. Ik heb daar wel jongens gezien die hun hele leven met problemen worstelen en voor wie het misschien niet goed was dat ze met wiet in aanraking kwamen, maar dat is zo’n ingewikkelde discussie altijd. Kijk, je hebt generaties opgevoed met het idee dat het allemaal goed zit, en dan wordt het opeens semi-illegaal. Dat kan niet, dat gaat niet meer werken.”