Realiteitszin

03 Oct 2018
Het ei is gelegd. De onafhankelijke adviescommissie die de regering adviseert over het wietexperiment heeft de randvoorwaarden voor het wietexperiment vastgelegd. Aan het eind van het jaar zal de commissie met een tweede advies komen waarin zij aangeeft in welke gemeenten het experiment volgens hen moet plaatsvinden. De waarnemend burgemeester van Amsterdam Jozias van Aartsen liet al weten niet mee te willen doen. De situatie in de hoofdstad zou te veel afwijken van die in andere gemeenten. Met 164 coffeeshops is Amsterdam goed voor een kwart van alle shops in Nederland. De lokale D66 afdeling vindt dat Amsterdam daarom juist wel mee moet doen. Als het experiment in Amsterdam slaagt, dan lukt het overal. Het laatste woord is er nog niet over gezegd. Misschien heeft Van Aartsen wel voor zijn beurt gesproken en denkt de nieuwe burgemeester Femke Halsema er anders over.

Opgetogen

De meeste burgemeesters lijken opgetogen over het experiment. In een persbericht liet de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) weten dat hun input duidelijk zichtbaar is in het advies van de commissie. De gemeenten hadden naar eigen zeggen een lans gebroken voor haalbare en uitvoerbare experimenten: “Een abrupt einde na vier jaar is uit bedrijfseconomisch opzicht een serieuze belemmering voor telers en coffeeshophouders om deel te nemen aan het experiment. Bovendien is het zonde om succesvolle experimenten stop te zetten.” Iedereen die ook maar enige realiteitszin heeft, begrijpt dit. Toch is dit een zeer gedurfde stellingname van de commissie. Zij doorkruist daarmee het wankele compromis dat de regeringspartijen (CDA, Christen-Unie, D66 en VVD) overeen waren gekomen. Het idee om het experiment na vier jaar stop te zetten en te evalueren komt uit de koker van de Christen-Unie. De partij wil zo voorkomen dat het experiment sluipenderwijs staande praktijk wordt.

Omvormen cannabismarkt

In die zin moet ik de Christen-Unie wel weer complimenteren met hun realiteitszin. Zij weten waarschijnlijk verdomde goed dat het experiment geen kans van slagen heeft wanneer het na een aantal jaren moet worden afgebroken. Het succes van het experiment is juist gebaat bij het stapsgewijze omvormen van de cannabismarkt. De sector zelf pleit daarom voor een gefaseerde invoering van gereguleerde wiet. “Om ervoor te zorgen dat de consument vertrouwen krijgt in het gereguleerde aanbod, moet de coffeeshop invloed kunnen uitoefenen op de wijze van telen en de geteelde variëteiten”, laat de koepel voor cannabisondernemers Cannabis Connect via een persbericht weten. De sector vreest dat consumenten massaal de illegale markt verkiezen als alle coffeeshops van de ene op de andere dag dezelfde 15 soorten wiet en 10 soorten hasj moeten verkopen. Daarom stelt Cannabis Connect voor dat shops in de beginfase van het experiment naast gereguleerde wiet ook nog cannabis kunnen verkopen die ze via de huidige netwerken betrekken. “De gereguleerde wiet zou in eerste instantie een aanvulling moeten zijn op het oude assortiment van de coffeeshop. Er kan dan worden gemeten in hoeverre de gereguleerde wiet aanslaat bij de consument”, aldus de sector. Mocht dat niet zo zijn, dan moet het gereguleerde aanbod worden aangepast. Gemeenten en coffeeshops willen alleen meedoen als het experiment geen onnodige drama’s gaat opleveren. In die zin wordt het nog best spannend. Als de geselecteerde telers niet de juiste kwaliteit produceren of te weinig (omdat de vraag groter is dan tevoren is ingeschat) dan ontstaat er een gigantisch probleem. Bovendien hebben veel coffeeshops hun eigen soorten. Zo onderscheiden zij zich op de cannabismarkt. Een coffeeshop is geen McDonald’s. Maar die realiteit lijkt helaas nog niet doorgedrongen tot de commissie. Nicole Maalsté