Pharmageddon

29 Jan 2016

Komt een man bij de dokter. Twintig minuten na het officiële tijdstip van de afspraak zit hij nog steeds te bladeren in een met vette vingerafdrukken overdekte glossy, die waarschijnlijk meer ziektekiemen huisvest dan een verse gedraaide hondendrol.


 

Komt een man bij de dokter. Twintig minuten na het officiële tijdstip van de afspraak zit hij nog steeds te bladeren in een met vette vingerafdrukken overdekte glossy, die waarschijnlijk meer ziektekiemen huisvest dan een verse gedraaide hondendrol.

Een wel heel dikke Surinaamse mevrouw waggelt luidkeels kwinkelerend de spreekkamer uit. "Ik mag naar het ziekenhuis," kraait ze triomfantelijk in haar mobieltje. Als ze de hoofdprijs in de loterij had gewonnen had ze niet blijer kunnen klinken. "De taxi staat voor de deur, ik moet rennen!" Je indenken hoe deze armada van overtollig vlees in gestrekte draf overgaat gaat alle voorstellingsvermogen te boven. Dat niet de hele wachtkamer in schateren uitbarst is waarschijnlijk te danken aan de in aanleg zo bescheiden Nederlandse volksaard; al is het na mijn voorgaande wachtkamerbezoeken een klein wonder dat er überhaupt autochtone Nederlanders in de wachtkamer zitten.

Wachtkamers

Sinds ik met enige regelmaat van medische diensten gebruik maak (of liever gezegd, sinds medische dienstverleners het nodig vinden dat ik van hun diensten gebruik maak) besef ik hoe ontstellend veel mensen dagelijks wachtkamers bevolken. Het lijkt wel of doktersbezoek een van de populairste volksvermaken is. Ik snap dat heel goed. Zelfs ik vind het heerlijk als een arts tien minuten lang al zijn geleerde aandacht op mij vestigt. Voor heel even sta je helemaal in je eentje vol in de spotlight. Hoe vaak maak je dat als doorsnee piepeltje nou mee? Het is niet moeilijk je voor te stellen dat mensen helemaal opleven als ze een medisch probleem hebben. Er kleeft iets heiligs aan ziek zijn, iets van een martelaar. Je hoeft er niets voor te kunnen, maar opeens sta je in het middelpunt van de belangstelling. Als je dan nog wat medische ramptoeristen in je omgeving hebt, mensen die kicken op zieken, zit je helemaal goed.

Mensenrecht

Waar ik van huis uit heb meegekregen dat je pas naar de dokter gaat als op z'n minst de ingewanden uit je buik puilen, lijkt voor anderen het kleinste ongemakje al een aanleiding om uit medi-shoppen te gaan. Iets wat ik trouwens verschillende mensen in de medische sector met zichtbare tegenzin heb horen toegeven. Hoe dan ook is medische aandacht een mensenrecht. Zeker als je er, ziek of niet, voor betaalt. Wanneer je elke maand honderden euro's ophoest voor je ziektekostenverzekering, kan dat eigen risico er ook nog wel bij. Ben je daar eenmaal overheen, dan kan het grote gratis genieten van je hoofdrol in je eigen medische soap beginnen. De medische sector is natuurlijk gewoon een marktpartij, waarvoor winst maken belangrijker is dan mensen genezen. U vraagt, zeurt of dreigt desnoods, wij leveren. Het idee dat je zelf iets aan je probleem kan doen is heus wel bekend, maar levert niks op. Volgens mijn in de gezondheidszorg werkzame zus smeren artsen een dikzak eerder het product maagverkleining aan dan dat ze de 'patiënt' aanraden eerst maar eens gezond te gaan eten. Kassa!

Vergiftiging

Er is nog een goede reden om medische zorg te vermijden. Een vriend in de theaterwereld vertelde me dat medicijnenvergiftiging de derde plek inneemt op de lijst van doodsoorzaken. Dat zijn van die weetjes die al een eeuwigheid in je achterhoofd liggen te verstoffen, tot ze weer eens van pas komen. Geen wonder dat steeds meer mensen aan zelfmedicatie doen. Met cannabis bijvoorbeeld, en bij voorkeur. Vreemd, telkens als ik bij mijn dokter het woord cannabis gebruik zie ik hem met een onbestemde blik wegkijken, alsof ik een zeer onsmakelijke privé-bekentenis doe. Er op ingaan doet hij nooit. Er is nog een wereld te winnen.