Nieuwe pioniers
In vergelijking met andere Nederlanders dichten Amsterdammers zichzelf vaker open, progressieve en kosmopolitische eigenschappen toe. Zij zijn er stellig van overtuigd dat Amsterdam vooroploopt als het gaat over vernieuwing en verandering.
De afgelopen maanden kwam die vermeende pioniersfunctie van Amsterdam een aantal keren ter sprake. Het NRC wijdde in december een serie artikelen aan het groeiende onbegrip tussen ‘de Randstad’ en ‘het Randland’. Dit gebeurde naar aanleiding van de demonstraties van boeren die naar de Randstad trokken om hun ongenoegens te laten blijken en het gesprek met de Randstedelingen aangingen. In de NRC-artikelen kwamen Amsterdammers aan het woord die ervan overtuigd waren dat alles tien jaar later gebeurt in de conservatieve, bangige regio, en dat de rest van het land het Amsterdamse voorbeeld vroeg of laat moet volgen.
Graag of niet. Of het nou gaat om vegetarisch eten, minder vliegen of acceptatie van immigranten. Mensen van buiten de Randstad lieten er daarentegen weinig misverstand over bestaan dat zij de zelfgenoegzame houding van superioriteit van veel hoofdstadbewoners misplaatst vinden: ‘[…] dat rare idee dat wíj een subcultuur zouden zijn en zij de mainstream vertegenwoordigen in ons land. Terwijl, in feite is het eerder andersom.’
Voortrekkersrol?
De idee van de Amsterdamse pioniersfunctie is ook terug te vinden in de coffeeshopwereld. Amsterdamse coffeeshops genieten wereldwijde bekendheid. En qua coffeeshopbeleid heeft Amsterdam steeds een uitzonderingspositie gehad. De ‘Republiek Amsterdam’ onttrekt zich met enige regelmaat aan landelijke wet- en regelgeving om er haar eigen beleid tegenover te stellen. Zo waren de Amsterdamse coffeeshops als laatste in heel Nederland alcoholvrij. En heeft Amsterdam het ingezetenencriterium ook niet in haar lokale beleid opgenomen.
Meerdere Amsterdamse coffeeshops eigenen zichzelf de eer toe van eerste coffeeshop ter wereld. De geschiedenis laat zien dat er in andere gemeenten tegelijkertijd (of soms zelfs nog eerder) ook al plekken waren die je als coffeeshop kunt omschrijven. Ze heetten alleen niet ‘coffeeshop’. Een kwestie van terminologie. Het idee dat Amsterdamse coffeeshop een voortrekkersrol hebben, wordt ook niet door iedereen gedeeld.
Wietexperiment
Met het wietexperiment zal de Amsterdamse pioniersfunctie (vermeend of niet) in de coffeeshopwereld tot de verleden tijd behoren. Amsterdam doet immers niet mee aan het wietexperiment, net als de Randstadsteden Utrecht, Rotterdam en Den Haag. Alle ontwikkelingen in de cannabissector zullen zich de komende zes jaren concentreren in plaatsen als Heerlen, Tilburg en Almere. De coffeeshops in die gemeenten worden de nieuwe pioniers die de weg moeten banen voor de rest van Nederland.
Zij zullen immers als eerste te maken krijgen met het nieuwe beleid waarbij zij cannabisproducten moeten inkopen bij legale producenten van wiet en hasj. Dat kan nog niet te voorziene gevolgen hebben. Het zou zomaar kunnen dat cannabisliefhebbers uit de Randstad in het weekend massaal naar de coffeeshops in de experimentgemeenten trekken om hasj- en wietsoorten uit te proberen die gegarandeerd zuiver zijn. De toekomst zal het leren. Het worden spannende tijden, waarin samenwerking tussen coffeeshops in Nederland cruciaal is om onrust op de markt af te wenden.
Nieuw pact
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema stelde in haar Nieuwjaarspeech dat Amsterdam een nieuw pact met zijn omgeving moet sluiten. Ze riep Amsterdammers op om minder zelfgenoegzaam te zijn ‘door samenwerking te zoeken, door de kritische blik van anderen te verwelkomen en door ons verbonden te weten, met elkaar – in en buiten Amsterdam.’ Dat lijkt me ook een prima advies voor de coffeeshopwereld.