Nederlandse voorzitter INCB hint op aanpassing stokoude drugsverdragen
Tijdens de presentatie van het jaarlijkse INCB rapport was de nieuwe Nederlandse voorzitter van het VN-agentschap opvallend openhartig over het eventueel aanpassen van de stokoude drugsverdragen. Dat biedt hoop voor de toekomst.
Het drugsagentschap van de VN, de International Narcotics Control Board (INCB), staat bekend als een oerconservatief bastion dat al decennia lang de ogen sluit voor nieuwe ontwikkelingen op drugsgebied. Jaar na jaar draaien ze het bekende riedeltje op dat drugs slecht voor je zijn en dat drugs met alle nodige middelen bestreden moeten worden. In de War on Drugs was en is de INCB altijd een betrouwbare partner.
Alternatieven?
Toch gloort er enige hoop nu de nieuwe voorzitter van het orgaan, de Nederlander Cornelis P. de Joncheere, voorzichtig de deur opende naar mogelijke aanpassingen: “We moeten onderkennen dat de drugsverdragen al 60 jaar geleden zijn gemaakt. Ik denk dat volgend jaar een goede tijd is om eens goed na te gaan of deze verdragen nog wel adequaat zijn. Misschien hebben we nieuwe alternatieve instrumenten en benaderingen nodig.” Volgend jaar is het 60 jaar geleden dat het belangrijke 1961 Single Convention on Narcotic Drugs is afgesloten. Dit is een van de verdragen waarmee ook in Nederland altijd geschermd wordt om legalisering van cannabis af te schieten. Al zouden we het willen, dan kan het niet eens, is vaak de teneur. Waarom landen als Uruguay en Canada (en binnenkort Luxemburg) het dan wel kunnen, wordt dan nooit echt onderbouwd. Saillant detail, de voorganger van Joncheere als voorzitter van deze commissie, de Thai Viroy Sumyai, leidt nu een bedrijf dat is gespecialeerd in medicinale cannabis.
INCB rapport 2019
Voor er sprake is van enige veranderingen blijft het INCB haar conservatieve kijk op drugs trouw en wordt weer vertrouwd hel en verdoemenis uitgesproken in het jaarlijkse rapport. Legalisering van recreatieve cannabis gaat in tegen de internationale verdragen en mag dus niet: ‘Bovendien zijn de gevolgen van recreatieve cannabis voor de gezondheid van vooral jongeren een serieuze zorg.” Het rapport schrijft dat door de legalisering van cannabis in Canada en verschillende staten in de VS het gebruik toeneemt. Dit is overigens onjuist. De INCB merkt op dat de discussie over legalisering in Europa almaar verder gaat, maar constateert tevreden dat het gebruik vooral is toegestaan als medicinaal middel. Men is wel bezorgd over ‘mogelijke legalisatie van de teelt, distributie en consumptie van recreatieve cannabis in bijvoorbeeld Luxemburg en Nederland. Dat gaat tegen de verdragen en doelstellingen in die ooit zijn afgesproken.’ Ook over het komende referendum in Nieuw-Zeeland waar wordt beslist of cannabis legaal wordt is het INCB niet te spreken: “Wij raden de regering in Nieuw-Zeeland aan om zich te blijven houden aan de drugsverdragen.”