Het riool: een nieuwe bron voor drugsonderzoek
Midden in de zomer berichtten vrijwel alle kranten over het zogenoemde rioolwateronderzoek. In dit onderzoek zijn rioolwatermonsters van 19 Europese steden onderzocht op de aanwezigheid van cocaïne, MDMA (XTC), Chrystal Meth en cannabis. Het zou een nieuwe methode zijn om drugsgebruik te meten. Deze zou veel betrouwbaarder zijn dan enquêtes. Uit het onderzoek zou blijken dat Amsterdam en Antwerpen de drugshoofdsteden van Europa zijn. ‘Analyse rioolwater: Amsterdam cocaïnewalhalla', kopt Het Parool. ‘Amsterdammers snuiven zich suf; Dertigduizend lijntjes cocaïne per dag', schrijft de Telegraaf.
Midden in de zomer berichtten vrijwel alle kranten over het zogenoemde rioolwateronderzoek. In dit onderzoek zijn rioolwatermonsters van 19 Europese steden onderzocht op de aanwezigheid van cocaïne, MDMA (XTC), Chrystal Meth en cannabis. Het zou een nieuwe methode zijn om drugsgebruik te meten. Deze zou veel betrouwbaarder zijn dan enquêtes. Uit het onderzoek zou blijken dat Amsterdam en Antwerpen de drugshoofdsteden van Europa zijn. ‘Analyse rioolwater: Amsterdam cocaïnewalhalla', kopt Het Parool. ‘Amsterdammers snuiven zich suf; Dertigduizend lijntjes cocaïne per dag', schrijft de Telegraaf.
Midden in de zomer berichtten vrijwel alle kranten over het zogenoemde rioolwateronderzoek. In dit onderzoek zijn rioolwatermonsters van 19 Europese steden onderzocht op de aanwezigheid van cocaïne, MDMA (XTC), Chrystal Meth en cannabis. Het zou een nieuwe methode zijn om drugsgebruik te meten. Deze zou veel betrouwbaarder zijn dan enquêtes. Uit het onderzoek zou blijken dat Amsterdam en Antwerpen de drugshoofdsteden van Europa zijn. ‘Analyse rioolwater: Amsterdam cocaïnewalhalla’, kopt Het Parool. ‘Amsterdammers snuiven zich suf; Dertigduizend lijntjes cocaïne per dag’, schrijft de Telegraaf.
Ook voor cannabis scoort Amsterdam het hoogst en voor XTC steken alle onderzochte Nederlandse steden met kop en schouders boven de andere steden uit. In West- en Zuid-Europa is het gebruik van coke en XTC sowieso veel hoger dan in Noord- en Oost-Europa. Amfetamine (speed) is minder populair in Amsterdam, maar wordt in Eindhoven wel weer veelvuldig aangetroffen.
Kwaliteit?
Als lezer van zo’n bericht vraag ik me dan meteen af hoe de onderzoekers weten dat de drugssporen die ze in het rioolwater hebben gevonden afkomstig zijn van consumenten. Ik bedoel, het kan toch ook zijn dat iemand die drugs in een toilet heeft geloosd omdat hij er vanaf wilde? En wie zegt dat die drugs allemaal door bewoners van de betreffende stad zijn gebruikt? In Amsterdam komen nogal wat toeristen om drugs te gebruiken. En die doen toch ook allemaal hun plasje in een Amsterdams toilet? Dus wat zegt zo’n onderzoek eigenlijk over het gebruik in een stad? En is het misschien mogelijk dat de hoeveelheid drugssporen die in het afvalwater wordt gevonden ook samenhangt met de kwaliteit van de aangeboden drugs?
Objectief
Vragen, vragen, vragen. Een goede reden om contact op te nemen met hoogleraar milieuchemie Pim de Voogt. Hij werkt bij de UvA en bij KWR Watercycle Research Institute in Nieuwegein, dat het onderzoek in drie Nederlandse steden (Amsterdam, Utrecht en Eindhoven) coördineerde. Enthousiast vertelt hij over het onderzoek en de mogelijkheden die deze zogenoemde ‘chemische methode’ voor de toekomst biedt. Volgens De Voogt is de uitkomst van dit soort onderzoek betrouwbaarder dan enquêtes: “Als wij een monster uit het riool nemen, dan hebben we in ieder geval een representatief onderzoek. Het zegt iets over alle bewoners van een stad, terwijl bij enquêtes vaak slechts bepaalde groepen worden ondervraagd. Bovendien heb je bij het rioolonderzoek niet met sociaalwenselijke antwoorden te maken. Je doet een chemische bepaling. Er komt dus geen subjectieve beoordeling aan te pas van degene aan wie je de vragen stelt. Het is een objectieve maat.”
Vergelijkbare resultaten
De volgende vraag is dan natuurlijk in hoeverre de nieuwe methode tot vergelijkbare resultaten leidt als de bevolkingsenquêtes. Het is volgens De Voogt nu nog te vroeg om daar uitsluitsel over te geven. Ze hebben die vergelijking nog niet echt goed systematisch kunnen maken, omdat hun resultaten van recente datum zijn. In grote lijnen lijken de resultaten elkaar wel te bevestigen. Zo hebben ze in Scandinavië veel minder amfetamine en veel meer chrystal meth (methamfetamine) gevonden. Dat beeld komt ook naar voren in enquêtes. In België en Nederland is dat net andersom. De enige Nederlandse plek waar bij een eerder rioolwateronderzoek chrystal meth gevonden werd, is op Schiphol, waarschijnlijk in de urine van reizigers. Het is trouwens wel bekend dat chrystal meth in bepaalde drugscenes in Amsterdam wordt gebruikt. Maar de hoeveelheid is waarschijnlijk te laag om meetbare hoeveelheden in het rioolwater op te leveren.
Anoniem
De onderzoekers claimen op deze manier het gebruik in een stad op een betrouwbare manier te kunnen meten. Dat gebeurt trouwens op anonieme wijze. Niemand hoeft zich dus zorgen te maken dat zijn of haar gebruik zo in kaart kan worden gebracht. De onderzoekers meten op een punt waar het rioolwater van een hele wijk of van een hele stad bij elkaar komt. Ze meten dus niet bij één huis of in één straat: “Wij kunnen geen en willen ook geen uitspraak doen over een bepaald huis of over een verdachte gebruiker,” aldus De Voogt. Via rioolonderzoek kun je dus niet achterhalen welke groepen drugs gebruiken en ook niet wat hun motieven zijn. Ook weet je niet of het om honderd kleinverbruikers gaat of één heel zware gebruiker. Dat soort informatie zul je dus toch via vragenlijsten of interviews moeten blijven verzamelen.
Monsters verzamelen
Voordat we verder gaan met het beoordelen van de meerwaarde van dit rioolonderzoek, moeten we misschien eerst even inzoomen op de manier waarop de monsters uit het rioolwater zijn verzameld. Het onderzoek is in alle negentien steden op dezelfde manier en tegelijkertijd uitgevoerd. De Voogt: “Om 8 uur ’s ochtends stroomt er meer water door die toiletten naar het riool dan om drie uur ’s nachts, omdat mensen dan opstaan en allemaal even gaan plassen. De waarden die je in het rioolwater vindt kunnen per minuut verschillen. Daarom is bij de deelnemende rioolzuiveringsinstallaties gedurende 24 uur om de paar minuten een beetje van de binnenkomende stroom afgetapt. Dat is verzameld in een grote tank. Zo kregen wij een indruk van wat er in die 24 uur aan water was binnen gekomen. En dat gebeurde ook nog eens evenredig aan de hoeveelheid water die binnenkomt. Dus als het regende, dan kwam er meer water binnen en moest er dus ook meer water worden afgetapt.” Op die manier verzamelen de onderzoekers elke dag een tank vol met water van de 24 uur daarvoor. Dat hebben ze een week lang zo gedaan. Zo kunnen zij bijvoorbeeld ook zien dat XTC en coke in het weekend meer worden gebruikt dan door de week. De hoeveelheid cannabis blijkt over de hele week vrij constant te zijn.
Chemische trucs
Om te bepalen of het om drugs gaat die iemand gebruikt heeft of om drugs die ongebruikt door de plee zijn gespoeld, hebben de onderzoekers niet alleen naar sporen van drugs gekeken, maar ook naar stoffen die door het lichaam worden uitgescheiden na gebruik. Om vast te stellen of het om gebruikte cannabis gaat, doen ze bijvoorbeeld ook metingen naar THC-COOH. Die stof vind je alleen in de urine van mensen die kort daarvoor hebben geblowd. Aan de verhouding van die twee stoffen kun je volgens de Voogt zien of het om gebruikte of niet-gebruikte drugs gaat: “Bij Schiphol is de verhouding van de cocaïne tot dat omzetstofje vaak hoger, dan wanneer je in Amsterdam kijkt. In Schiphol wordt er dus meer ongebruikte cocaïne in het riool gevonden, dan in Amsterdam. Dat komt waarschijnlijk omdat er ook toiletten uit vliegtuigen in dat riool worden geleegd. En daar zullen wel eens mensen afstand hebben gedaan van de bolletjes die ze hadden ingeslikt, omdat ze bang zijn geworden.”
Utrecht: Ongebruikte XTC
Voor de liefhebbers is er nog een andere chemische truc om te achterhalen of het om gebruikte drugs gaat. “Dat geldt niet voor cannabis”, legt De Voogt uit. “Als je amfetamines maakt, dan ontstaat er niet één stof, maar twee stoffen die elkaars spiegelbeeld zijn. Net als twee handen. Die stoffen ontstaan bij bereiding van de drug in een verhouding van één op één. Als je die stoffen tegelijkertijd slikt, dan wordt de ene stof wat sneller afgebroken dan de ander, waardoor die verhouding van één op één verandert.” De onderzoekers kunnen dus aan die verhouding in het afvalwater zien of ze te maken hebben met amfetamine die door een lichaam is gegaan of amfetamine die rechtstreeks in het water is gegooid. In Utrecht vonden ze bijvoorbeeld ontzettend veel XTC. Dat is ook een amfetamineachtige verbinding. De Voogt: “Dat was zoveel, dat het haast niet van normale gebruikers kon zijn. Toen hebben we met deze techniek ontdekt dat het om zuivere XTC ging. Dat spul was dus nog niet door een lichaam heen gegaan.”
Variaties cannabis
Boeiende kost! Maar zo’n rioolonderzoek zegt dus alleen iets over de hoeveelheid gebruikte en ongebruikte drugs die dagelijks in het riool van een stad terecht komen. Je kunt daarmee geen uitspraken doen over het aantal gebruikers in een stad. Eigenlijk is de stelling dat Amsterdam en Antwerpen het hoogste cocaïnegebruik hebben een beetje misleidend. Je kunt hoogstens zeggen dat er in Amsterdam gemiddeld per inwoner meer drugs worden gebruikt dan in Parijs. Wie dat precies doen, blijft onduidelijk. In Amsterdam zijn er immers veel toeristen die speciaal naar Amsterdam komen om drugs te gebruiken. En volgens De Voogt heeft de kwaliteit van drugs ook nog invloed op de hoeveelheden die zij vinden: “Voor cannabis kan dat heel erg verschillen, omdat er veel variaties zijn in de kwaliteit van de cannabis die wordt aangeboden. Nederwiet bevat over het algemeen meer THC dan wiet uit het buitenland. Het is heel erg moeilijk om terug te rekenen hoeveel blowtjes dat zijn geweest. Dus dat proberen we ook helemaal niet.”
355 kilo coke per dag
Voor cocaïne hebben ze de consumptie wel berekend. Het totale cocaïnegebruik in Europa is volgens de onderzoekers 355 kilo per dag. Voor Amsterdam komt gaat het om 30.000 lijntjes per dag. De Voogt: “Dat wil niet zeggen dat er 30.000 gebruikers zijn. Er zullen ook gebruikers zijn die misschien wel vijf lijntjes per dag nemen. Wij zijn er nog niet aan toe gekomen om uit te zoeken of het alleen om bewoners gaat. Er zijn natuurlijk ook heel veel mensen van buiten de stad die daar komen werken. En in het toeristenseizoen zijn er heel veel toeristen. Daar moet je bij de interpretatie van de resultaten wel rekening mee houden.”
Toekomstmuziek
Als het aan De Voogt ligt zal rioolonderzoek een belangrijke manier worden om informatie over druggebruik te verzamelen, die het gebruik van enquêtes langzaam maar zeker zal gaan overnemen. Er is inmiddels al een flinke subsidie voor verder onderzoek binnen van de Europese Unie. In totaal zijn er straks 15 nieuwe onderzoekers aan het werk bij dit rioolonderzoek. Het Europese project zal vooral gericht zijn op verbetering van de methode en de betrouwbaarheid. Daarnaast zullen de onderzoekers proberen nieuwe drugs op te sporen en zullen zij naar trends kijken. Een groot voordeel is volgens De Voogt ook dat je met deze techniek in real time bepaalde trends in drugsgebruik kunt volgen: “Als iemand mij vraagt om vandaag een analyse te doen, dan kan ik binnen één of twee dagen een antwoord geven. Terwijl die vragenlijsten vaak maanden en soms wel een jaar in beslag nemen. Dus wij kunnen veel sneller ergens op reageren.” Dat is ook de reden waarom justitie en politie volgens De Voogt erg geïnteresseerd zijn in deze nieuwe techniek. Hij verwacht vanuit die hoek in de toekomst ook wel wat onderzoeksopdrachten te krijgen.
“Om vast te stellen of het om gebruikte cannabis gaat, doen ze bijvoorbeeld ook metingen naar THC-COOH. Die stof vind je alleen in de urine van mensen die kort daarvoor hebben geblowd.„
|
|