The Fifty Dollar Band
27 Dec 2018

De uit Utrecht en Manchester afkomstige The Fifty Dollar Band heeft net een doorrookt album uitgebracht waarbij country, psychedelische rock en hemels snarenspel een intense combinatie aangaan. Drummer Harry Slang vertelt er meer over, en komt vooral op stoom bij de vele invloeden.
De vijf leden van de band kennen elkaar al zo’n veertig jaar. Veertig jaar! Harry: “Ja, we kennen elkaar van school, in Manchester, zo rond 1980. In die tijd waren we allemaal totaal gek van muziek, we gingen met elkaar naar onze eerste optredens. We glipten door de branddeuren naar binnen bij AC/DC in de Apollo, we werden geraakt door flessen met pis terwijl we helemaal van slag waren door de overweldigende ervaring van het meemaken van Johnny Cash op het Glastonbury festival.”
Muzikaal DNA
“Er is tussen ons zoveel gemeenschappelijk muzikaal DNA dat ons verbindt... Maar God weet dat er in de loop van al die jaren ook een hoop verschil van mening was, van techno tot Albert Ayler tot of Dio een betere frontman in Black Sabbath was dan Ozzy. Door de jaren heen hebben we zoveel tijd doorgebracht met praten over en uitwisselen van muziek dat het niet meer dan logisch was om samen een plaat te maken. Zanger / gitarist Simon Sixsmith had de middelen om ‘Contact Light’ te realiseren, alles stond klaar in zijn studio in Utrecht.”
Rustig aan doen
“En hij was zo aardig en relaxed om een weg te vinden door al ons gekibbel heen. We begonnen met een track op te nemen en waren razend enthousiast over het resultaat, dus we maakten er nog een. Zoals je weet eindigen de meeste bands in een steeds slechter wordende versie van de Troggs Tapes, dus we deden het rustig aan. Ver van elkaar vandaan wonen hielp misschien ook wel, het is makkelijker een e-mail twee keer te lezen voor je antwoordt...”Jammen, drinken, roken
“We schreven aan de liedjes en zetten het frame van het album op in een oud schoolgebouw in Hardraw, Yorkshire. Er werd een hoop gejamd, gedronken en gerookt, en we hebben aardig wat potjes gepingpongd. Het grootste deel van de plaat was opgenomen in Utrecht, de bas werd vastgelegd in een studio in het zuiden van Engeland, en de meeste gitaarpartijen en achtergrondzang werden ingespeeld in een studio in Manchester.”Marinade
De bandleden willen er niet al te diep op ingaan, maar wiet en hasj zijn niet onbekend voor ze. Muzikaal heeft dat ook weer zo z’n uitwerking. Harry: “Het lijkt er op of – sinds Bob Dylan de Beatles tot pot bekeerde in 1964 - de high life de verbindende schakel is geweest tussen al de interessante niet-pop gedeelten van de muziekindustrie. Al die buitenbeentjes van de belangrijkste country muzikanten lijken er wel permanent in gemarineerd te zijn. Willie Nelson noemde zijn biografie niet voor niets ‘Roll Me Up And Smoke Me When I Die’.Unieke visies
“Willie Nelson, Waylon Jennings en Kris Kristofferson geven de vinger aan Chet Baker en gaan in de zeventiger jaren hun eigen ding doen. En dat is een belangrijk moment voor ons als je het hebt over invloeden die samen kwamen bij het maken van ‘Contact Light’. We hebben met elkaar ook een aantal in eigen beheer uitgebrachte albums gedeeld die grote invloed hadden. Ze spreken tot de verbeelding omdat ze unieke visies zijn die niet worden beïnvloed door platenmaatschappijen. Het gaat erover om iets te creëren waar de kunstenaar van houdt, ongeacht of iemand zich er druk over maakt of niet.”THC overdosis
“Interessant is dat wiet of hasj daar ook vaak een grote zaak lijkt. Gary Higgins maakte het geweldige Red Hash net voor hij opgepakt werd voor het in bezit hebben van drugs, en Jim Sullivan verdween in de woestijn niet lang na het maken van zijn UFO album. Crystal van Stan Hubb is een waanzinnige plaat die je echt een keer moet checken, en hij is waarschijnlijk een van de weinige mensen op deze wereld die aan een THC overdosis is gestorven.” Voor zover dat mogelijk is natuurlijk.Tweedehands rook
“Een andere grote was Kathy Heideman met Move With Love. Niemand wist wie ze was, alleen maar dat haar lp in een winkel met tweedehands artikelen gevonden werd. Als je naar het laatste nummer van die plaat luistert, The Earth Won’t Hold Me, krijg je het idee dat ze met hetzelfde ruimteschip als Jim Sullivan was opgestegen. Het is niet zo gek om te zeggen dat we een flinke hoeveelheid tweedehands rook hebben binnengekregen met het luisteren naar die muziek. Soms vraag je je af of dat misschien ons lot is, een luxe heruitgave op Lights In The Attic in 2050, terwijl we allemaal kwijlend in onze rolstoelen zitten - maar hopelijk niet!”