Dries van Agt (1931-2024): Grondlegger van het gedoogbeleid
Op 5 februari overleed Dries van Agt. Zonder hem hadden we in Nederland geen gedoogbeleid van cannabis gehad en was het fenomeen coffeeshop wellicht aan een vroegtijdig einde gekomen. Het is kenmerkend voor de persoon Van Agt dat juist hij als CDA-politicus dat mogelijk maakte. Een partij die anno 2024 maar al te graag alle coffeeshops zou willen sluiten.
Van Agt was inmiddels al geen lid meer van het CDA, de partij waarvoor hij van 1977 tot 1982 minister-president was. Hij koos zijn eigen koers. De laatste jaren zette hij zich vooral in voor een Palestijnse staat. Ook de wijze waarop een einde aan zijn leven kwam, hij koos samen met zijn vrouw Eugenie voor euthanasie, komt niet overeen met christendemocratische standpunten. Maar Van Agt koos zijn eigen weg.
Van Agt wilde cannabis eigenlijk volledig legaliseren
Ook wat betreft cannabis. Hij werd meermalen geëerd voor zijn rol in de totstandkoming van het gedoogbeleid. In 2009 kreeg hij uit handen van Edith Ringnalda (weduwe van Simon Vinkenoog) een Cannabis Culture Award. Deze prijs van het Hash Marihuana & Hemp Museum (Amsterdam/Barcelona) komt toe aan individuen en organisaties die zich hebben ingespannen voor de acceptatie van cannabis in al haar vormen. Van Agt zorgde voor het onderscheid tussen soft- en harddrugs en stond daarmee in 1976 als minister van Justitie aan de wieg van het gedoogbeleid, samen met collega Irene Vorrink (minister van Volksgezondheid)
In 2016 verscheen hij op het podium van het Cannabis Bevrijdingsfestival in Amsterdam. Zijn uitspraken leidden tot groot enthousiasme onder het publiek: ‘Makkers, het laatste nieuws is verrekte goed. Het laatste nieuws is dat Canada heeft besloten om cannabis te legaliseren. En waarom is dat nou zo belangrijk? Belangrijker dan drie of zelfs vele malen drie Amerikaanse staten bij elkaar? Canada heeft een enorme morele en politieke invloed in West-Europa, dus dat kan hier niet onbeantwoord blijven!’ VOC-voorzitter Derrick Bergman, mede-organisator van het festival: ‘Bij deze en andere gelegenheden vertelde Van Agt dat hij en volksgezondheidsminister Irene Vorrink cannabis in de jaren zeventig volledig wilden legaliseren. Maar daar ontbrak voldoende draagvlak voor in het kabinet Den Uyl, dus werd het decriminaliseren en gedogen. Het beleid bleef onvoltooid en is dat tot op de dag van vandaag. Maar toch: decennia lang was Nederland een lichtend voorbeeld voor activisten en progressieve bestuurders en politici over de hele wereld. Met onze coffeeshops en het door Van Agt en Vorrink ingevoerde gedoogbeleid bewezen we dat de hemel niet naar beneden valt als je cannabis gewoon in winkels verkoopt en consumptie en bezit toestaat.’
Joint tussen de lippen
In 2018 kreeg Dries van Agt de Koos Zwart Award op de nieuwjaarsbijeenkomst van het PCN. Darpan van Kuik maakte daar de iconische foto van Van Agt met een (onaangestoken) joint tussen de lippen. De foto ging de wereld rond, de joint verdween intact weer in het colbertje. Highlife schreef over die bijeenkomst in het eerste nummer van 2018: ‘Het optreden van de voormalig staatsman en taalvirtuoos is altijd bijzonder. Van Agt begon zijn speech met een dankwoord aan de inmiddels overleden strafjurist Louk Hulsman, die hem eind jaren ’60 ervan overtuigde dat het helemaal fout zat met het repressieve drugsbeleid in Nederland. De wetswijziging in 1976 is aan deze man te danken. Daarnaast verontschuldigde Van Agt zich voor het bescheiden beleid dat na de wetswijziging vorm kreeg. Van Agt: ‘In die tijd kon er echt geen sikkepit meer. (...) Ik heb een hele tijd in het optimisme geleefd; dit wordt het begin van de doorbraak. (...) Dat is niet het geval geweest.’ Dat cannabis anno 2024 nog steeds niet in Nederland gelegaliseerd is, is te wijten aan zijn opvolgers sinds 1982. Dries van Agt zelf was in 1976 zijn tijd al ver vooruit.