Dandana
Gambia is het kleinste land van Afrika, maar een grote inspiratiebron voor Bas Ackermann. Met zijn band Dandana neemt hij er graag een waki baki oftewel joint, dat hoort daar bij het muziek maken. En dat is te merken op hun supervette mix van Afrikaanse muziek, ambient en psychedelica.
Een Waki Baki opsteken in Gambia
Het gaat om het grote geheel
Als we Bas spreken is hij net weer een week in Nederland. “Ik moet nog een beetje reconnecten. De afgelopen vijf jaar heb ik voornamelijk in het buitenland gewoond en gewerkt, het voelt nu als terugkomen. In verband met de release van onze nieuwe plaat en de muziek is het handig om terug in Nederland te zijn.”
Jongerencentrum
De eerste keer dat Bas in Gambia kwam was in 2007. “Toen werd ik gevraagd om te helpen met het opzetten van een centrum voor jongeren. Om te leren werken met film en muziek. Het is een arm land en er is weinig toekomstperspectief. Ik heb workshops gegeven, geld bij elkaar gebracht om daar een studioplek te huren, en nu is het een gerenommeerd productiehuis. Ik ben ieder jaar verbonden gebleven aan Gambia.”
Focus op Jamaica
“Gambia wordt ook wel Little Jamaica genoemd, vanwege alle reggae en dub en omdat de rastacultuur daar echt alive is. Het wordt wel steeds iets minder, ze richten zich nu meer op afrobeat en iets moderner. Het is een van de weinige Afrikaanse landen die op Jamaicaanse artiesten is gefocused, en ze hebben zelf een enorme kwaliteit aan muziek, ook traditionele muziek.”
Een ander universum
“Hoe vaker ik daar kwam, hoe meer ik bekend raakte met traditionele West-Afrikaanse muziek, en daar moet je even voor zitten. Even twee keer op je laten inwerken, maar daarna is het zo iets, ehm, dat komt echt uit een ander universum. De manier waarop zij ritmes interpreteren en muziek maken is heel leerzaam en interessant.”
Enorm vriendelijk
“Gambia wordt daarnaast wel de smiling coast of Africa genoemd, het is het enige land waar ik nooit op mijn hoede hoefde te zijn. Het idee is toch altijd nog steeds zoiets van Afrika, dat is oorlog, ebola en dat soort dingen. Inmiddels is heel de wereld een soort pandemie, dus dat vooroordeel kunnen we ook wegnemen. De mensen zijn daar enorm vriendelijk, en dat gaat goed gepaard met muziek en de rastacultuur.”
Illegaal maar gedoogd
“Er zijn vooral moslims en ook katholieken, maar onder de jeugd zijn er veel reggae-, rasta- en dancehall georiënteerde subculturen. En dat is altijd gelinkt aan marihuana en het roken van wiet. Het is volgens mij officieel een soort van illegaal, maar het wordt eigenlijk altijd gedoogd, vrijwel iedereen doet het of heeft het wel eens gedaan.”
Blowen
“Ik ook ja, zeker - maar niet zoveel als in de middelbare school tijd. Ik rook bijna niet meer behalve als we muziek maken. Het draagt bij aan het sociale zijn, en zeker als je muziek maakt begeef je je in een andere dimensie. De reden waarom ik leef zijn muziek en surfen, als je dat doet dan ben je even uit het nu. De toegevoegde waarde van blowen bij muziek maken zie ik zeker in.”
Jimmy fixt het
“In Nederland is het heel lang gedoogd, het is er een soort van normaliteit, terwijl het nog wel steeds een taboe iets is. In Gambia moet je mensen kennen om het te krijgen, zo iemand heet Jimmy the Fixer - Jimmy fixt het wel. Dat is de lokale jongen die wel ergens z’n voorraad heeft liggen. In dat opzicht is het een beetje gelijk aan Nederland, bij ons is de bevoorrading van de coffeeshops illegaal, maar de verkoop is legaal. Het blijft een aparte constructie.”
Buitencultuur
“In Gambia hebben ze een buitencultuur, mensen zitten buiten, er is niet veel, ook niet veel werk. Veel jongeren passen op huizen van iets rijkere Gambianen of toeristen, als security. Iedere keer als je daar bent en je huurt zo’n huis dan kom je in aanraking met degene die het huis bewaakt, je praat met elkaar en voor je het weet word je een soort van vrienden. Daar zijn echt vriendschappen uit ontstaan.”
Ganja Eiland
Een keer kwam Bas bij Ganja Eiland uit. “Het is niet supergeheim, maar wel iets dat je in codewoorden moet omschrijven, als je daar wil komen. Er zijn geen auto’s of wat dan ook, wel voornamelijk boeren en een kleine islamitische gemeenschap. Er loopt wat vee rond en er is een klein guesthouse, en veel plantages waar ze op organische wijze marihuana verbouwen.”
Velden vol planten
“De smaak en het effect van die organische teelt is wel anders dan hier. Ik heb in Nederland minimaal wiet gerookt omdat ik het vrij zwaar vind, ik rook vaak liever hasj. De wiet daar is heel licht. Wel neem ik rijstevloei mee uit Nederland, het papier daar draagt niet echt bij aan de smaak en de gezondheid. Ik heb hier wel binnenteelt en kleine plantages gezien, maar daar is het in de open air, in kuiltjes ingegraven, velden vol met planten.”
Naar de steden
“Ze vinden het niet leuk als je daar gaat filmen, maar als je er vaker komt en je raakt bevriend dan staan ze het wel toe. Als beroep houd ik me bezig met regie van film, branding en marketing, en ik wil hier graag een keer een documentaire over maken. Het wordt daar verbouwd en vervolgens gaat het naar de steden waar de reggae en dancehall clubs zijn en waar het geconsumeerd wordt. Dat werd me later pas duidelijk.”
Via de achterdeur
“We hadden een extra passagier toen we teruggingen. Ik moet naar de stad, mag ik mee - prima. Later begreep ik dat diegene een extra voorraad bij zich had. Als hij met blanke mensen in een auto zit wordt hij niet gecontroleerd. In Nederland gaat het niet precies hetzelfde, maar ook weer wel - onder de radar, via de achterdeur.”
Andere culturen
In Nederland blowt Bas maar heel af en toe, als ze optreden, tijdens een festival. “Vroeger heb ik op op reguliere basis geblowd, vooral hasj, dat vind ik lekker. Ik ben een tijdje in Marokko geweest, dan kom je ook in aanraking met een andere cultuur, en in Nepal. Ik was op track in Nepal en we belandden per ongeluk in een vallei die helemaal vol stond, zo groot had ik het nog nooit gezien.”
Waki baki
“Zelfs de dieren en de muilezels waren de cannabis aan het eten, ik weet niet of het allemaal bruikbaar was of niet. Maar het is bekend dat er goede hasj uit Nepal komt. Ik heb op veel plekken op de wereld verschillende dingen geproefd en geprobeerd, en het is altijd een sociaal iets. Maar in Gambia is het ook veel meer met elkaar. Thee drinken op straat, en met elkaar een blowtje roken of waki baki zoals het daar heet.”
Het grote geheel
“Als je wat dieper in een bepaalde cultuur duikt dan ga je grappige dingen en namen ontdekken. Dan wordt het een soort ode aan niet zozeer puur alleen het blowen maar het gaat om het grote geheel. Het hele sociale aspect, het gezamenlijk naar muziek luisteren, in een club zijn of muziek maken – daar is blowen wel een onderdeel van. Niet iedereen binnen Dandana blowt, maar iedereen heeft het wel een keer gedaan of geprobeerd, of doet het nog steeds.”
Poppy versie
De nieuwe plaat Free The System is een mix van meer traditionele Afrikaanse muziek en ambient / psychedelica met synthesizer. ”Een combinatie van de cultuur, het buitenleven, en gezellig een blowtje met elkaar roken. De muziekstijl die zij spelen is voornamelijk mbalax, dat heb ik geprobeerd wat meer beluisterbaar te maken voor een groter publiek. Zo komen we met een meer poppy, ontspannen versie ervan.”
Het nieuwe Dandana album ‘Free The System’ komt uit in september op het Rebel Up! label uit Brussel en zal verschijnen op vinyl en digitaal. Het eerste album ‘Third World Nightclub’ met daarop de nummers Waki Baki en Natural Highlife, is nog steeds op vinyl en tevens online via Bandcamp te bestellen.
Photos: Ivo Mostert, Tijmen van Wageningen