Cannabis is softer dan het coffeeshopbeleid

10 May 2019

Op vrijdag 8 maart 2019 verdedigde ik aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (met dank aan Loesje) de paper “de drug is softer dan het beleid”. De paper beschrijft de financieel economische gevolgen van het ontbreken van achterdeurbeleid. Daarmee voltooide ik de opleiding tot Financieel Forensisch Deskundige (FFD).

Door coffeeshops geen mogelijkheid te bieden legaal cannabis in te kopen en structureel meer dan 500 gram (buiten de coffeeshop) in voorraad te houden, creëert de overheid een aanzienlijk zwartgeldcircuit. Euro’s die in de coffeeshop zichtbaar over de toonbank binnenkomen gaan er aan de achterkant zwart uit. 

Rekensom

De overheid weet door het heffen van winstbelasting dat de ongeveer 580 gedoogde coffeeshops jaarlijks gemiddeld zo’n 225 kilogram wiet verkopen. Dat komt neer op 130.500 kilogram. Om voor 1 coffeeshop 225 kilo wiet te produceren zijn 10 kwekerijen met daarin 200 hennepplanten nodig. (200 hennepplanten x 28,2 gram = 5.640 gram * 4 oogsten per jaar = 22,5 kg per jaar per kwekerij x 10 kwekerijen = 225 kg.) Door jaarlijks zo’n 5.000 hennepkwekerijen op te rollen demonstreert de overheid niet meer dan haar eigen onvermogen. De overheid heeft die opgerolde illegale hennepkwekerijen keihard nodig om de voordeur van de coffeeshops open te kunnen houden. Zij wil die deuren openhouden, omdat daarmee openbare orde - en volksgezondheidsbelangen worden gediend.

Cannabis is softer dan het coffeeshopbeleid

Problemen

Doordat politie en justitie tegen alle verwachtingen in stevig strafrechtelijk zijn gaan optreden in achterdeurzaken is de transparantie en controle afgenomen. Steeds meer geld verdwijnt daardoor noodgedwongen roetzwart in de zakken van anonieme leveranciers en werknemers. De overheid faciliteert op deze manier financieel-economische criminaliteit. Witwassen en fraude wordt gestimuleerd in plaats van bestreden. Rechters die meegaan in de redenering van het openbaar ministerie dat de omzet van een coffeeshop als illegaal moet worden beschouwd op het moment dat wordt vastgesteld dat er ergens buiten de coffeeshop een voorraad cannabis ligt, veroorzaken enorme problemen voor financiële dienstverleners zoals bankmedewerkers, accountants en belastingadviseurs. Hopelijk doen ze dit onbewust. Is doordacht wat het gevolg is van deze aanpak? Ik vrees van niet. Deze aanpak zie ik als ondermijnend voor het financieel economische stelsel. Het gevolg van deze benadering is uiteindelijk coffeeshops zonder bankrekening en zonder bijstand van gekwalificeerde accountants en belastingadviseurs. Waar dat toe leidt laat zich heel eenvoudig raden.

Onmogelijk

Tijdens de verdediging van mijn paper kreeg ik de kritische vraag waarom coffeeshopexploitanten zich niet gewoon aan de wet en het beleid houden. Mijn antwoord is dat dit onmogelijk is. Volgens de Opiumwet mag je met cannabis namelijk helemaal niets. Zelfs het “opzettelijk aanwezig hebben” is bij wet verboden. De wet biedt dus geen enkele mogelijkheid voor het exploiteren van een coffeeshop. Het coffeeshopbeleid heeft uitsluitend betrekking op de voordeur. De verkoop van cannabis wordt onder strikte voorwaarden gedoogd. Het inkopen en bevoorraden van de coffeeshop valt buiten de kaders van het gedoogbeleid. Ik heb nog nooit een overheidsdienaar in duidelijke taal en stap voor stap uit horen leggen hoe je een coffeeshop legaal kunt exploiteren. Wie durft?

www.wolf.partners