"Burgemeester Hoes heeft ons in feite een plezier gedaan"
Hij is de beroemdste coffeeshopondernemer van Nederland. Tegen wil en dank. Al ruim vijftien jaar is Marc Josemans voorzitter van de Vereniging Officiële Coffeeshops Maastricht (VOCM). Sinds op 1 mei vorig jaar de wietpas werd ingevoerd in het Zuiden, voert hij de zwaarste en belangrijkste strijd uit zijn carrière. "Ik ben er zeker van dat we in juni 2014 het spreidingsbeleid hebben doorgezet, en dat op die locaties alle buitenlanders ook weer welkom zullen zijn."
Hij is de beroemdste coffeeshopondernemer van Nederland. Tegen wil en dank. Al ruim vijftien jaar is Marc Josemans voorzitter van de Vereniging Officiële Coffeeshops Maastricht (VOCM). Sinds op 1 mei vorig jaar de wietpas werd ingevoerd in het Zuiden, voert hij de zwaarste en belangrijkste strijd uit zijn carrière. "Ik ben er zeker van dat we in juni 2014 het spreidingsbeleid hebben doorgezet, en dat op die locaties alle buitenlanders ook weer welkom zullen zijn."
Hij is de beroemdste coffeeshopondernemer van Nederland. Tegen wil en dank. Al ruim vijftien jaar is Marc Josemans voorzitter van de Vereniging Officiële Coffeeshops Maastricht (VOCM). Sinds op 1 mei vorig jaar de wietpas werd ingevoerd in het Zuiden, voert hij de zwaarste en belangrijkste strijd uit zijn carrière. “Ik ben er zeker van dat we in juni 2014 het spreidingsbeleid hebben doorgezet, en dat op die locaties alle buitenlanders ook weer welkom zullen zijn.”
Hoe was het om op Bevrijdingsdag, voor het eerst sinds meer dan een jaar, je coffeeshop Easy Going weer te openen en bezoekers te ontvangen?
“Erg mooi om na een jaar en vier dagen weer de deuren van je zaak voor iedereen te kunnen openen. En dan ook nog in het dertigste bestaansjaar van de Easy Going, dat maakt het helemaal af. Het zou natuurlijk nog fijner zijn geweest als we gewoon in alle rust heropend waren, en niet met alle stress die er nu omheen hangt over mogelijke handhaving.”
Had je verwacht dat burgemeester Hoes de rechterlijke uitspraak van 25 april aan zijn laars zou lappen? De rechter oordeelde immers dat Easy Going vorig jaar onterecht is gesloten, omdat Hoes dat besluit onvoldoende heeft gemotiveerd. Hij had aan moeten tonen waarom een minder vergaande maatregel onmogelijk zou zijn.
“Twee uur na de uitspraak liet de heer Hoes al een persbericht uitgaan waarin hij stelde dat hij zou handhaven als wij weer voor niet ingezetenen - lees buitenlanders - de deuren zouden openen. De handhaving kwam dus niet onverwacht. Daarnaast hadden de VOCM-leden zelf verzocht om strafrechtelijke handhaving. Omdat die tot nu toe achterwege bleef, maar ook omdat zo'n strafrechtprocedure de vereiste duidelijkheid omtrent het I-criterium voor eens en voor altijd zal regelen. De heer Hoes heeft ons hierbij dus een handje geholpen.”
Je hebt zowel met Gerd Leers (CDA) als met Onno Hoes (VVD) onderhandeld en samengewerkt; waarin verschillen deze burgemeesters van elkaar?
“Ik denk dat het grootste verschil zit in het feit dat de heer Leers open staat voor aanpassingen in zijn visie als daar de juiste argumenten voor worden aangedragen. De heer Hoes lijkt tot op heden geen last te hebben van voortschrijdend inzicht, maar ik blijf positief en weet dat hij zijn koers op enig moment zal aanpassen. Repressie is nooit en te nimmer het antwoord, discriminatie zo mogelijk nóg minder.”
Op de dag dat de VOCM weigerde te overleggen met Hoes viel de politie jouw shop binnen en werd je gearresteerd. Denk je dat er een verband is?
“Natuurlijk, maar dat is eigenlijk niet zo spannend. Ik heb de bal gekaatst en dan moet je hem ook terug verwachten. Nogmaals, wij zijn allen gebaat bij een diepgaande strafrechtelijke procedure, die komt er nu en daar heeft de heer Hoes ons in feite een plezier mee gedaan.
Kun je iets vertellen over het spreidingsplan voor coffeeshops in Maastricht? Dat plan ligt er toch al heel lang? Waarom is het nooit uitgevoerd?
“Het spreidingsplan behelst een idee dat ik samen met een collega heb opgesteld en in 2001 aan de heer Leers heb gepresenteerd. Van de veertien coffeeshops die nagenoeg allen in het centrum van Maastricht liggen, zullen er zeven vrijwillig en op eigen kosten drie locaties, zogenaamde Coffeecorners, aan de rand van de stad betrekken, langs de invalswegen. Onderzoek onder onze buitenlandse bezoekers had namelijk aangetoond dat 48% niet voor de stad en haar faciliteiten komt, maar alleen voor de cannabis. De resterende 52% geeft echter buiten de coffeeshops jaarlijks €119 miljoen uit aan parkeren, eten, drinken, aankopen, overnachtingen, enzovoort. Voor deze groep, maar ook voor het uitgaanscircuit, moeten de zeven shops in de binnenstad uiteraard beschikbaar blijven.”
“Helaas vonden onze buurgemeenten, voornamelijk Belgische vanwege onze unieke geografische ligging, dit voorstel niet prettig. Zonder hier goede argumenten voor aan te dragen overigens. Bij diverse procedures zijn er door de gemeente Maastricht fouten gemaakt, waardoor we nog steeds op het groene licht van de Raad van State wachten. Zo snel dat er is zullen de bouwplannen worden uitgevoerd, naar verwachting over enkele maanden. Begin 2014 moeten dan de eerste coffeeshops kunnen verhuizen.”
NRC/Handelsblad repte onlangs over een mediaoorlog tussen Maastricht en de VOCM. Wat vind je van die kwalificatie?
“Tja, registratie en discriminatie maken uiteraard - en gelukkig maar - de tongen los. En de media volgen dat met grote interesse. Daarnaast ben ik nooit te belabberd om het VOCM standpunt met verve uit te dragen. Dat moet ook wel als je ziet dat de nieuwe tactiek van onze tegenstanders het bewust “zwart maken” van iemand is.”
Volgens sommigen ontstond de (parkeer-)overlast in grenssteden als Maastricht pas toen de maximale verkoophoeveelheid werd verlaagd van 30 naar 5 gram. Hoe is jouw ervaring?
“Dat klopt. Wij hebben destijds minister van justitie Sorgdrager nog geprobeerd duidelijk te maken dat als je Frankrijk tegemoet komt in het streven om coffeeshoptoerisme te bestrijden door de maximale aankoophoeveelheid te verlagen naar vijf gram, er een veel grotere verkeersstroom op gang zou komen. Ook hier gebiedt logica weer dat je meer verkeersbewegingen krijgt als klanten minder per keer kunnen kopen. Deze verlaging was dan ook het startsein voor het grootschalige coffeeshoptoerisme zoals we dat tot op heden in sommige gemeenten kennen.”
Als je terug kijkt op de periode sinds 1 mei 2012, wat is dan je meest verbazingwekkende of opvallendste ervaring?
Denk je wel eens: was ik maar een kroeg begonnen?
“Nou, ik heb vroeger twee cafés gehad en in alle eerlijkheid: nooit meer! Hoewel het hier om legale harddrugs gaat, heb ik honderd keer liever met een blower te maken dan met een stevige drinker. De sfeer en gasten in een coffeeshop zijn zo wezenlijk anders en veel beter dan in een kroeg. Ieder zijn meug...”
Niemand kan de toekomst voorspellen, maar hoe denk je dat de situatie in Maastricht er in juni 2014 uit zal zien?
“Ik ben er zeker van dat we in juni 2014 het spreidingsbeleid hebben doorgezet, en dat op die locaties alle buitenlanders ook weer welkom zullen worden geheten. In de stad houden we het dan op het buurlandcriterium om de aanloop te verminderen. Ik hoop dat we op korte termijn met de heer Hoes tot overeenstemming zullen komen, anders zijn de rechtszaken de enige hoop op duidelijkheid. Toch merk ik dat iedereen tegen een kantelpunt aanzit. Van de heer Opstelten tot de coffeeshopondernemers zijn we het er over eens dat het huidige gedoogbeleid zijn langste tijd heeft gehad. Dit betekent ook een groeiend besef bij de coffeeshops dat wij zelfregulerende maatregelen zullen moeten treffen. En daar is, mits normaal uitgevoerd, ook helemaal niks mis mee.”
“Laten we nu, in navolging van de Drank- en Horecawetgeving, eenzelfde Wietwetgeving in het leven roepen die eindelijk gaat regelen wat al 37 jaar op zich laat wachten. Het is de enige juiste weg, die ook meteen door het buitenland zal worden overgenomen. Een eerste aanzet zou een “Benelux cannabisverdrag” kunnen zijn. Minister Opstelten zou zo'n vorm bij zijn Belgische en Luxemburgse collega aan kunnen kaarten. Daarmee zal coffeeshoptoerisme een zelf oplossend probleem blijken te zijn geweest. En krijgen alle Europese cannabisconsumenten waar ze recht op hebben: een veilige plek waar zij van dit mooie plantje kunnen genieten, zonder in contact te komen met harddrugs of criminele elementen.”