Bermuda en UK ruziën over legale wiet

Rob Tuinstra
09 May 2022

Er is een fikse ruzie ontstaan tussen het eiland Bermuda en het Verenigd Koninkrijk. Het tropische paradijs wil cannabis legaliseren, maar Groot-Brittannië staat dat niet toe. Sommigen inwoners van Bermuda spreken bij deze grote constitutionele crisis zelfs al over cannabis als breekpunt om onafhankelijk verder te gaan.


De problemen begonnen toen het parlement van het eiland ruim een maand geleden besloot om cannabis te legaliseren. De maatregelen die de consumptie en productie van cannabis legaliseren, werden al op 30 maart aangenomen, maar het wetsvoorstel is nog steeds niet door de gouverneur ondertekend. Iedereen vermoedt dat dit komt omdat Groot-Brittannië niet akkoord is met het voorstel. En de regering van Boris Johnson is uiteindelijk nog steeds de baas van het eiland, want Bermuda is een overzees gebiedsdeel onder soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk.

Rookgordijn voor onafhankelijkheid?

Een minister van de regering van Bermuda heeft ontkend dat gesprekken achter de schermen met Londen de reden zijn voor de vertraging. Maar voormalig premier Craig Cannonier zegt dat het feit dat de Cannabis Licensing Bill na meer dan vier weken na goedkeuring van het parlement nog niet eens naar het Government House is gestuurd, erg ‘ongebruikelijk’ is. Hij meent dat dit is  veroorzaakt door correspondentie tussen de regering en Downing Street 10 over de kwestie. De oppositie, de One Bermuda Alliance, beweert dat de legalisering van cannabis een ‘rookgordijn’ is voor een duw naar onafhankelijkheid. Cole Simons, de leider van de oppositie, zegt dat de wetgeving in strijd is met de internationale verplichtingen van Groot-Brittannië en daarom geen koninklijke instemming van gouverneur Rena Lalgie zal kunnen krijgen en een confrontatie kan veroorzaken. De werkelijke reden is de volgende, volgens Simons: ‘Zijn de premier en de regering van de Progressive Labour Party opzettelijk een echt pleidooi voor hun eigen politieke eindspel voor onafhankelijkheid aan het orkestreren, wetende dat de koninklijke goedkeuring misschien niet komt?’

R
Rob Tuinstra