Ik wil graag eerlijk zijn

Frank.Brandse
01 Feb 2021
Mijnheer Beckers de politie heeft in mijn woning een hennepkwekerij ontmanteld. Ik moet voor de Politierechter verschijnen en vraag mij af u mij als advocaat zou willen bijstaan. Ik kan u niet betalen dus is mijn vraag of u ook op basis van een toevoeging rechtsbijstand verleent. In zijn e-mail gaf de man een uitleg die mijn interesse wekte. Ik nam contact met hem op. Wij spraken af dat ik als zijn advocaat zou gaan optreden.
Nu was het zo ver. De geplande zitting begon ruim een uur later. De Politierechter was een vriendelijke dame die zich verontschuldigde voor de vertraging. Nadat de rechter had vastgesteld wie aanwezig waren, kreeg de jonge vrouwelijke officier van justitie het woord om de zaak voor te dragen. “Mijnheer wordt ervan verdacht dat hij in zijn woning 110 hennepplanten teelde en met eerdere teelten ongeveer 30.000 euro heeft verdiend.” De rechter hield mijn client voor dat hij bij de politie een uitvoerige verklaring had afgelegd. “Toch wil ik graag met u in gesprek gaan. Kunt u mij vertellen waarom u hennep bent gaan telen?” Mijn client vertelde dat hij had geteeld om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij was een kleine zelfstandige die onvoldoende verdiende om rond te komen. Hij wilde niet afhankelijk zijn van een sociale uitkering en daarom besloot hij wiet te gaan telen. De rechter hield hem voor dat hij bij de politie had verklaard ongeveer drie jaar lang wiet te hebben geteeld en acht keer te hebben geoogst. Hij maakte gebruik van LED-lampen en betaalde de stroom die hij verbruikte keurig netjes. De rechter hoorde dat de man bevestigde dat zijn verklaring juist was. Hij legde uit hoeveel hij had verdiend. “Wat deed u met het geld dat u verdiende?” Het antwoord op de vraag kwam snel en vol overtuiging. “Daarvan betaalde ik mijn huur en kon ik zelfs af en toe naar de slager om vlees te kopen. Voor die tijd at ik steeds spaghetti met saus uit blik.” Geld voor een auto had hij niet. Hij moest zich verplaatsen met een fiets.”Hoe gaat het nu met u”, vroeg de rechter. Mijn client vertelde vol trots over zijn huidige baan als schoonmaker. Nadat de burgemeester zijn woning voor de duur van drie maanden had gesloten, werd de huur opgezegd door de woningstichting. Hij verhuisde noodgedwongen en vond snel een baan. “Ik ben eigenlijk heel tevreden nu. Ik verdien eerlijk geld en hoef niets meer geheim te houden. Toen ik een kwekerij in mijn woning had moest ik altijd stiekem zijn. Ik was bang om ontdekt te worden. Nu ben ik opgelucht. Ik werk zo hard als ik kan zodat ik mijn baan, waarmee ik 200 tot 250 euro per week verdien, niet kwijtraak.” De officier van justitie hield rekening met de persoonlijke omstandigheden en vorderde een werkstraf voor de duur van 100 uur. Zij vroeg de rechter daarnaast aan hem een betalingsverplichting van 29.500 euro op te leggen. Ik benadrukte dat duidelijk was dat mijn client ‘slechts’ 60 planten teelde om wiet te oogsten. Er stonden een paar moederplanten en de rest bestond uit stekken. Omdat de eerdere 8 oogsten niet op de dagvaarding stonden kon dat naar mijn mening niet meewegen in de strafzaak. Ik bracht naar voren dat de politie na het zien van een zeer schone kwekerij had gerapporteerd dat er geen aanwijzingen waren dat er eerder was geoogst. De ‘vordering strekkende tot ontneming van 30.000 euro’ was puur gebaseerd op de verklaring van mijn client. Als hij niet zo eerlijk was geweest en gebruik had gemaakt van zijn recht om te zwijgen was hem een ontneming bespaard gebleven. Ik had een goed onderbouwde kostenberekening gemaakt en kwam tot een nettobedrag van ruim 19.000. Ik verzocht de rechter een geheel voorwaardelijke werkstraf op te leggen en de betalingsverplichting te matigen. De rechter trok zich even terug voordat ze uitspraak deed. In haar mondeling vonnis sprak zij uit niet vaak een verdachte tegen te komen die zo open was over zijn handelen. “Wat u gedaan heeft mag niet. Door wiet te telen en te verkopen houdt u een crimineel systeem in stand. In uw voordeel weeg ik mee dat u niet teelde om een luxe leven te leiden, maar om in uw levensonderhoud te voorzien. Ik volg het pleidooi van uw advocaat en veroordeel u tot een geheel voorwaardelijke werkstraf van 100 uur met een proeftijd van twee jaar. Als u de komende twee jaar geen nieuw misdrijf pleegt hoeft u dus niet te werken. Daarnaast oordeel ik dat u 19.000 euro met de hennepteelt heeft verdiend en leg ik u een betalingsverplichting op van 15.000 euro.” Op de gang vroeg ik mijn client wat hij ervan vond. Hij was een levensles wijzer. “Ik had mij nooit gerealiseerd dat ik door mijn eerlijkheid 15.000 euro moet gaan betalen die ik niet heb. Ik wil graag eerlijk zijn, maar begrijp nu dat dit in strafzaken niet wordt beloond.”
Advocaat André Beckers beckers@wolf.partners www.wolf.partners “bij dringende zaken” 24/7 bereikbaar op gsm / whatsapp: 0653174897
F
Frank.Brandse