De lijdzame weg van het wietexperiment

21 Feb 2019
In januari werd in de Tweede Kamer gedebatteerd over het wietexperiment. Ondanks forse kritiek van de linkse oppositie, de cannabisbranche, de commissie die het experiment voorbereidde, de Raad van State en de VNG gaf de regering geen krimp. Eén van de kritiekpunten is dat een proef met slechts tien gemeenten te beperkt is. Te kleinschalig, dat wordt een mislukking. Maar daar wilden de ministers Bruins (Gezondheid) en Grapperhaus (Justitie) niet aan. De sleetse redenering dat vanwege ‘internationale verdragen’ en ‘zorgen in het buitenland’ een uitbreiding niet gewenst is, werd met weinig overtuigingskracht gedeeld. De coalitie stond toch al niet te springen om de Wet Experiment Gesloten Coffeeshopketen te verdedigen. Voor D66 gaat het lang niet ver genoeg terwijl CDA en ChristenUnie het liefst alle coffeeshops sluiten. CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg liet luid en duidelijk horen hoe zij over cannabis denkt: “Coffeeshophouders zijn gewoon misdadigers.”

Weinig enthousiasme

Het wietexperiment is tot nu toe vooral een grote bureaucratische inspraakhappening geweest, waarbij weinig enthousiasme is losgekomen. Het krakkemikkige compromis van de krakende coalitie (klimaatakkoord, kinderpardon) koerst log als de Titanic richting de eerste ijsbergen. Inmiddels hebben tientallen organisaties gereageerd op de Algemene Maatregel van Bestuur, waarin tot in details werd uitgelegd hoe het experiment er uit gaat zien. Ambtenaren en bewindvoerders zijn nu bezig om al die commentaren te bestuderen. In april wordt duidelijk hoe en op welke onderdelen er aan de eerder gestelde voorwaarden gesleuteld is. De lijdzame weg van het wietexperiment

Welke gemeenten, welke kwekers?

Dan volgt nog een langdurig proces. Er moet een selectie komen van deelnemende gemeenten. Hoewel steeds meer gemeenten publiekelijk afhaakten, toverde Grapperhaus tijdens het debat een konijn uit zijn hoge hoed. Hij zou wel 40 gemeenten bereidwillig hebben gevonden. Of dat waar is? De tijd zal het leren. Eerst moet immers duidelijk worden wat de definitieve voorwaarden zullen zijn. Mogen coffeeshops in een deelnemende gemeente ook cannabis van hun bestaande leveranciers blijven verkopen, of mogen zij alleen staatswiet verkopen? Deze gefaseerde invoering is erg belangrijk voor coffeeshops. Want zij willen hun klanten wel voldoende keuze bieden. Een andere belangrijke vraag; wie gaat de cannabis voor het experiment kweken? De selectie van een groep kwekers zou nog wel eens moeizamer kunnen zijn dan het vinden van gemeenten. Mogen kwekers die al ruime ervaring met de teelt van cannabis meedoen? Of kiest de regering voor een tomatenkweker uit het Westland? Of gaan ze misschien naar Bedrocan, het bedrijf dat nu in Nederland voor medicinale cannabis zorgt? Vragen, vragen, vragen.

Na het experiment?

Wat tijdens het debat wel duidelijk werd is dat na de vier jaar die voor het experiment is uitgetrokken een verlenging komt. Bij gebleken succes kan het verlengd worden met anderhalf jaar. Die periode moet dan gebruikt worden om een en ander in wetgeving vast te leggen. Dat we tegen die tijd al in 2025 of zo zijn, ach, de coalitie doet niets liever dan dit hoofdpijndossier ver voor zich uit te schuiven. Kortom, het experiment moddert vooralsnog gewoon door op de ingeslagen weg. Door: Rob Tuinstra