Wietexperiment zet Nederlandse markt op slot
“Wij zijn een familiebedrijf met 250 werknemers” vertelt de jonge business-developer met gepaste trots. Hij vertegenwoordigt een bedrijf dat apparatuur ontwikkelt voor de tuinbouwindustrie. Het bedrijf is sinds enkele jaren ook actief in de cannabissector. Aan Canada, de VS en Australië worden geautomatiseerde wietkweekinstallaties geleverd.
“Alle kennis verdwijnt nu naar het buitenland”, vult zijn partner met spijt in zijn stem aan. Het bedrijf werkt voor de grote cannabisspelers in de wereld. De telefoon staat roodgloeiend. Ze laten ons een filmpje zien van een systeem dat ze hebben ontworpen voor het opkweken van sla, geautomatiseerd van zaaien tot oogst. Er komt geen mens meer aan te pas.
Gemiste kans
Ze zijn bezig met vergelijkbare machines voor de cannabisindustrie. Helaas kunnen ze in Nederland geen testen met hun systemen doen. Het is ze nog niet gelukt om een vergunning te krijgen. Dus testen ze op locatie bij hun klanten en exporteren ze al hun kennis en ervaring naar het buitenland. “Een gemiste kans voor Nederland”, zegt de business-developer. De komende weken gaat hij weer een rondje doen voor een vergunning. Het frustreert hem enorm dat sommige grote buitenlandse spelers inmiddels wel een vergunning hebben om iets aan research & development te kunnen doen in Nederland en zij niet. “Dat zijn bedrijven die een oneindige hoeveelheid geld aan lobby kunnen besteden omdat ze grote investeerders achter zich hebben.” Daar kunnen ze niet tegen op concurreren. Maar ze hopen nog steeds dat de kwaliteit uiteindelijk zal winnen van het grote geld.
Afbreukrisico
We praten over het wietexperiment. In de memorie van toelichting op het wetsvoorstel dat het experiment moet mogelijk maken is te lezen dat de overheid een jaar voorbereidingstijd voorziet. Daarna wordt er vier jaar lang op beperkte schaal geëxperimenteerd. En daarna wordt er nog een jaar uitgetrokken voor het afbouwen van het experiment. Nog los van het feit dat je nooit meer terug kunt naar de oude situatie als je eenmaal op een markt hebt ingegrepen, vragen de jonge ondernemers zich vertwijfeld af welke investeerder in een experiment wil stappen dat uiteindelijk weer wordt afgebouwd. Vanuit hun perspectief bezien zet het experiment een enorme rem op de ontwikkelingen. Er worden grote investeringen gevraagd terwijl de markt zes jaar lang op slot wordt gezet. Dat soort investeringen kun je alleen doen als je heel veel geld hebt. Het blijft de vraag of dat soort grote partijen in een experimenteertraject van zo’n beperkte omvang willen stappen. Er zit een enorm afbreukrisico aan. Formeel blijft cannabis in die periode in Nederland immers een illegaal product. Daar wil je als groot bedrijf niet mee geassocieerd worden.
Remmende krachten
Het familiebedrijf kan zich net als veel andere Nederlandse collega’s niet permitteren om zes jaar lang te wachten. Het bedrijf wil meedoen aan de wereldwijde ontwikkelingen in de cannabisindustrie, en wil het liefst de kennis en ervaring in Nederland houden. Het wordt tijd dat de remmende krachten in de politiek snappen waar het voor Nederland om gaat. De ontwikkelingen zijn niet tegen te houden. De keus is niet: illegaal of legaal? Maar: profiteren we mee van de kennisvoorsprong die we (nog even) hebben, of geven we het uit handen?
Meer lezen over het wietexperiment? Kijk dan hier.
