Wietdrogerij  in huis en toch vrijuit!

02 Oct 2015

Column - Mr. Drs. André Beckers,  Advocaat te Sittard


Column - Mr. Drs. André Beckers,  Advocaat te Sittard

De strafzaak die ik in deze column beschrijf begon met een tip. Dit keer kwam de tip niet via een anonieme melder bij de kliklijn binnen, maar via de sectie stiekem. Het Team Criminele Inlichtingen van de politie kreeg van een als betrouwbaar beoordeelde informant te horen dat in een bepaalde woning een grote partij hennep lag.

Mijn moeder zei vroeger altijd dat verraders erger zijn dan moordenaars.

De bewoonster werd vereerd met een huisbezoek door de politie. In haar woning werd op zolder een wietdrogerij aangetroffen. In die drogerij lag een partij wiet van 54 kilo te drogen. De zolder bleek alleen bereikbaar via een steile vlizotrap. Mijn 70-jarige cliënte werd aangehouden en naar het bureau gebracht voor verhoor. Mevrouw was zeer mondig, maar niet goed ter been.

Parkinson

Zij leed aan de ziekte van Parkinson en liep met een stok als gevolg van klompvoeten. In haar verhoor verklaarde zij te hebben geweten dat haar zolder sinds enkele weken werd gebruikt voor het drogen van wiet. Op de vraag van wie de aangetroffen partij wiet was weigerde zij te antwoorden. Haar antwoord liet niets aan de verbeelding over: “Mijn moeder zei vroeger altijd dat verraders erger zijn dan moordenaars”. Daar kon de politie het mee doen. Mijn cliënte moest ervaren hoe de politie omgaat met dit soort tegenslag. Mevrouw werd in het belang van het onderzoek gedurende drie dagen in een politiecel ingesloten. Dat had tot mijn verbazing geen gevolg voor haar houding. Zij bleef weigeren te klikken.

Vrijspraak

Vrij kort na haar aanhouding stond zij terecht omdat zij opzettelijk 54 kilo wiet aanwezig zou hebben gehad. Dat verwijt deed naar mijn mening geen enkel recht aan hetgeen mevrouw feitelijk had gedaan. Zij had op geen moment de feitelijke beschikkingsmacht gehad over de wiet op zolder. “Mevrouw de Politierechter, kijkt u alstublieft naar de foto van de vlizotrap en naar mijn cliënte. Ziet u haar die trap opklimmen? Dat gelooft toch niemand? Wie kan ook maar vermoeden dat deze mevrouw in haar eentje bezig is geweest met het drogen van wiet op een voor haar onbegaanbare zolder? Niemand toch? Zij heeft verklaard haar zolder ter beschikking te hebben gesteld aan een ander. Dat maakt haar niet tot dader, maar tot medeplichtige. Dat verwijt heeft de Officier van Justitie niet in zijn dagvaarding opgenomen. Vrijspraak moet het gevolg zijn.” De Politierechter volgde dit pleidooi en sprak mevrouw vrij. Soms heb ik een mooi beroep.

Mr. Drs. André Beckers

Advocaat te Sittard