De Wietindustrie

18 Sep 2015

Van Terneuzen tot Barcelona 


Van Terneuzen tot Barcelona 

De Zeeuws-Vlaming Mels Willemsen opent rond zijn twintigste zijn eerste horeca gelegenheid, ergens in de jaren zeventig. Dertig jaar later runt hij ’s werelds grootste coffeeshop Checkpoint in Terneuzen. Een pand op een A-locatie met onder elkaar een restaurant, een café en een coffeeshop, waar dagelijks 2000 tot 3000 klanten over de vloer komen en meer dan 12 kilo hasj en wiet over de toonbank gaat.

Willemsen bouwt in de jaren tachtig en negentig een carrière op als horecaondernemer. Hij is in die periode eigenaar van meerdere cafés in de binnenstad van Terneuzen. Met het laatste café dat hij opent – café Checkpoint – maakt hij in heel Europa furore, als de kroeg tien jaar na opening een mega-coffeeshop is geworden. Willemsen is in de hoogtijdagen van Checkpoint een van de grootste horecaondernemers van Zeeland. Naast eigenaar van de coffeeshop is hij een van de drijvende krachten achter de opmerkelijke constructie die oprijst in een polder ten zuiden van Terneuzen, skihal Snowbase.

Mythe

Er hangt een mythe rond deze man, die door zijn omgeving eenvoudig Meddie wordt genoemd. Na twee politie-invallen in 2007 en 2008 gaan de deuren van de Zeeuwse coffeeshop voorgoed dicht. Willemsen en enkele medewerkers belanden in de gevangenis. De gebeurtenissen in Terneuzen spreken tot de verbeelding. Andere exploitanten verklaren steevast dat Checkpoint aan zijn eigen succes ten onder is gegaan. “Ik heb in mijn leven toch aardig wat gezien in coffeeshopland, maar dit was op de een of andere manier echt totaal uit de hand gelopen”, vertelt een exploitant van drie goedlopende Amsterdamse coffeeshops ons. Samen met Nicole Maalsté besluit ik om uit te zoeken wat het verhaal achter het succes en de ondergang van Checkpoint is. We interviewden zo’n twintig personen die de ontwikkelingen in Terneuzen van dichtbij hebben meegemaakt: burgemeesters, beleidsmedewerkers en opsporingsambtenaren. En natuurlijk ook medewerkers en adviseurs van Checkpoint en de exploitant zelf.

Grandeur

Bij ons eerste bezoek aan Terneuzen geeft Willemsen ons een rondleiding door het pand van de voormalige coffeeshop, dat inmiddels als opslagplek wordt gebruikt. De plek ademt nog steeds de grandeur uit van de topdagen. We spreken Willemsen en zijn vrouw veelvuldig en zeer uitgebreid bij diverse rechtszaken door heel Nederland, thuis bij Willemsen in Terneuzen en in Chur (Zwitserland) en enkele keren in café Den Engel, het enige overblijfsel-in-functie van een ontmanteld horeca-imperium.

Degelijkheid zonder franje

Al die urenlange gesprekken, maar bijvoorbeeld ook een lange bergwandeling samen met de Zeeuw over de Rothorn in Zwitserland, leren ons veel over hem. Het leert ons dat Willemsen een eenvoudig persoon is, die zich bepaald niet in weelde baadt, hoewel zijn bedrijf ooit miljoenen omzette. Het huis van Willemsen is wat groter dan een doorsnee huis, maar de inrichting van zijn woning is basaal. Degelijkheid zonder franje is het predicaat dat op vrijwel alles te plakken is binnen de privésfeer van Willemsen. Hij heeft geen rijbewijs. Als hij zich met een auto verplaatst zit zijn vrouw achter het stuur, zelf fietst hij liever. Urenlang over de Scheldedijk, of door de bergen, als hij in Zwitserland is. Want Willemsen, geboren op zeeniveau, is groot liefhebber van de bergen.

Recht door zee

De Zeeuw heeft steevast dezelfde soort outfit aan, als we hem ontmoeten: een t-shirt, een spijkerbroek en bergschoenen. Hij doet nooit ingewikkeld en is recht door zee. Aan de keukentafel, bij een boterham met worst en een kop thee, vertelt hij ons hoe hij regelmatig na zijn werkdag in de coffeeshop met een halve dagomzet van 50.000 euro in een rugzakje over de dijk naar huis fietste. Hij vertelt dat nuchter en zonder grootdoenerij, maar daarbij is hij zich ook wel bewust van het feit dat weinigen hem dat na zullen doen. Willemsen zet ons in de periode dat we veel contact hebben in 2012 en 2013 regelmatig op het verkeerde been. Niet met opzet, maar omdat zijn handelswijze niet altijd past bij iemand die zo’n grote coffeeshop heeft gerund. Willemsen blijft verbazen. Niet alleen ons.

‘In the picture’

Rechercheur Slingerland, die tot begin 2008 hoofd recherche in Zeeland was, vertelt ons dat Checkpoint vooral ‘in the picture’ van politie en justitie kwam vanwege de omvang: ‘De politie ziet elke dag een geldwagen wegrijden bij de coffeeshop en vraagt zich af wat er met het geld gebeurt. Waarin wordt dat geïnvesteerd? Het vermoeden dat er een grote criminele organisatie achter de Zeeuwse coffeeshop moest zitten werd versterkt omdat de geldwagen of de coffeeshop nooit zijn overvallen.” Ze zijn er bij justitie van overtuigd dat Willemsen een zeer machtige en sluwe man is. Sinds 2007 probeert het Openbaar Ministerie hem het runnen van een criminele organisatie in de schoenen te schuiven. Rechters gaan daar niet in mee. Desondanks probeert justitie tot aan de Hoge Raad toe zijn gelijk te halen.

Dagboek

In een dagboek dat hij in de gevangenis bijhoudt om de verveling tegen te gaan, schrijft Willemsen vlak na zijn aanhouding: ‘Waar gaat deze onzin naartoe? Ik ben gewoon een proefkonijn van justitie’. Zijn onbegrip en boosheid hebben inmiddels plaatsgemaakt voor een zekere gelatenheid. Desondanks laat hij het Amsterdamse gerechtshof in 2014 weten dat de langdurige procesgang hem niet in de koude kleren is gaan zitten: “Ik zit nu al zes jaar in de wachtkamer. Ze hebben niet alleen mijn geld afgepakt, maar ook mijn werk.”

De slag om de achterdeur

De gebeurtenissen rondom coffeeshop Checkpoint maken duidelijk hoe de politieke onwil om een constructieve oplossing te zoeken voor de achterdeurproblematiek al meer dan dertig jaar tot conflicten in de politiek, in de rechtszaal en in het veld leidt. Het verhaal van Checkpoint is het begin van ons nieuwste boek De Wietindustrie, waarin wij beschrijven wat er de afgelopen jaren is gebeurd in cannabisland en wat hiervan de consequenties zijn. Het is al langere tijd onrustig: door de invoering van de wietpas, door strenger optreden tegen henneptelers en door het oprollen van voorraadplekken van coffeeshops. De inval in coffeeshop Checkpoint luidt het begin van een nieuw tijdperk in. Justitie heeft de jacht op de dertig jaar lang ongemoeid gelaten achterdeur van de coffeeshops geopend en bestempelt enkele grotere shops als criminele organisaties. De slag om de achterdeur krijgt ook gestalte in het veranderen van de wet. Sinds de invoering van de ‘Growshopwet’ in maart 2015 is een deel van de growshops ondergronds gegaan en zoeken steeds meer Nederlandse cannabisondernemers hun heil in het buitenland.

Dominante rol

Een kleine groep ondernemers bereidt zich ondertussen voor op een toekomst van gereguleerde handel en gebruik van cannabis. In andere landen wint de legale status van cannabis als medicijn en recreatief roesmiddel steeds meer terrein. In die landen wordt inmiddels heel anders tegen cannabis aangekeken. Zorgen over verslaving en criminaliteit hebben plaatsgemaakt voor het denken in commerciële mogelijkheden. De snelgroeiende wietindustrie blijkt voor tal van ondernemers kansen te bieden. Alhoewel de positie van Nederland als gidsland afkalft, spelen Nederlandse ondernemers wereldwijd nog steeds een dominante rol in deze industrie.

Bedrog

Op een warme voorjaarsavond in 2011 zit een handvol coffeeshopondernemers uit de Randstad bij elkaar in een restaurant in Den Haag. Ze bespreken de mogelijkheid om samen een coffeeshop-keurmerk te ontwikkelen, waarbij ook de aanvoer van de coffeeshops officieel zou worden geregeld en de coffeeshop-wiet op kwaliteit zou worden getest. Een hevig transpirerende corpulente man met een chique pak en een roze stropdas spreekt de coffeeshopmannen toe. Op zijn visitekaartje staat dat hij een adviseur is van de Kiwa, een onafhankelijke organisatie die hooggekwalificeerde certificeringen verzorgt. De adviseur laat de ondernemers een geheimhoudingsverklaring tekenen. Maalsté, die ook bij de ontmoeting is, vertrouwt de Kiwa man niet helemaal. Zijn praatjes zijn te glad en hij transpireert te veel. Daarom neemt ze het gesprek heimelijk op.

‘Echte boeven’

Na een paar maanden blijkt dat de louche Kiwa-man de boel heeft bedonderd. De Kiwa wil helemaal geen samenwerking met de coffeeshops, en de adviseur is onbereikbaar, nadat hij een flink bedrag aan bemiddelingskosten van de ondernemers heeft opgestreken. Als een van de coffeeshopondernemers de Kiwa-man uiteindelijk toch weet te traceren, blijkt hij failliet te zijn. De coffeeshopondernemers schrikken een beetje van het frauduleuze spel dat zo’n officiële instantie als de Kiwa speelt. ‘Ik dacht dat we in onze branche regelmatig met onbetrouwbare mensen te maken krijgen. Maar in die keuringsbranche werken pas echte boeven’, verzucht één van de bedrogen coffeeshopondernemers.

Achter de schermen

In De Wietindustrie beschrijven we hoe enkele grote Nederlandse ondernemers wiet produceren en verhandelen. De meeste ondernemers in de wietindustrie blijven dat waarschijnlijk het liefste doen in de Twilight Zone tussen legaliteit en illegaliteit. Het Kiwa-verhaal laat zien hoe een groepje coffeeshopexploitanten een poging doet om de cannabisbranche te normaliseren. Er zijn meer voorbeelden waarbij ondernemers in de wiet hun nek uitsteken om de zaken eindelijk eens een keer normaal te regelen. Collega’s nemen hen dat meestal niet in dank af. Bovendien krijgen ze steevast te maken met forse tegenwerking vanuit de politiek en justitie. Die tegenwerking is goed georganiseerd. Een Taskforce waarin politie en justitie samenwerken om georganiseerde hennepteelt tegen te gaan bedient zich van een heuse mediastrategie. ‘Management of meaning’ benoemen politierapporten deze aanpak met enige trots. ‘Propaganda’ heet zoiets in het Westen, als het om de Russische verslaglegging rondom de vliegramp met vlucht MH 17 gaat. Het zijn zorgelijke ontwikkelingen.

Zorgwekkend

Ook het optreden van het Ministerie van Justitie is zorgwekkend. Want ook daar worden spelletjes gespeeld. Het wetenschappelijke onderzoeksinstituut van justitie onderzoekt op verzoek van de minister hoeveel procent van de nederwiet naar het buitenland wordt geëxporteerd. Dat percentage is natuurlijk niet vast te stellen, wiet is een illegaal product. Toch komen de onderzoekers met een grove schatting. De minister haalt daar het percentage uit dat hij van tevoren al herhaaldelijk heeft genoemd. Het gebeurt wel vaker, dat opdrachtgevers een eigen interpretatie aan de uitkomsten van een onderzoek geven. Onderzoekers corrigeren dat niet altijd, ook een onderzoeker moet zijn best doen om de kachel rokend te houden. Achteraf tonen enkele kritische media aan dat het door de minister genoemde percentage over de wietexport een slag in de lucht is.

Stuitend

Soms is het stuitend om te zien hoe onkundigheid van een bestuurder een hoop schade aanricht. Bij de invoering van de wietpas bijvoorbeeld. De minister slaat in 2012 alle adviezen in de wind van deskundigen uit het veld. De wietpas wordt ingevoerd in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. De meeste buitenlanders rijden door naar Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland en lokale blowers mijden de coffeeshops die daardoor leeg blijven. De handel verplaatst zich deels ook naar de straat, dat is logisch. De maatregel wordt daarom niet meer in de andere provincies ingevoerd, maar in het zuiden zijn de rampzalige gevolgen van de wietpas drie jaar later nog steeds waarneembaar.

Spannabis

Eind maart 2015 zijn we op Spannabis in Barcelona. In de weken daarvoor is een aantal growshops vrijwillig en minder vrijwillig gesloten. Op de beurs wordt druk overlegd tussen de Nederlandse standhouders. Een aantal van hen kiest ervoor om zijn activiteiten naar het buitenland te verplaatsen. Anderen blijven in Nederland en wachten af. Hoe de wet gaat uitpakken weet niemand nog. Uit een eerste rechtszaak is inmiddels wel duidelijk dat er sprake moet zijn van criminele bedoelingen. Het louter aanbieden van kweekartikelen is niet strafbaar. De komende maanden zullen uitwijzen hoe de wetswijziging zal uitpakken. Inmiddels zijn er redelijk wat veranderingen bij de growshops. We horen van een growshopeigenaar dat het soort klanten is veranderd. Er zijn wat minder klanten, zegt een van hen. Maar de klanten die komen willen meteen 100 lampen. Het zijn onstuimige tijden in growshopland. Een enkele shop opent zijn deuren net over de grens. Anderen gaan ondergronds, of bedenken creatieve oplossingen. Ook hennepkwekers lijken inventiever te worden. Het lijkt alsof wiet kweken weer een uitdagende bezigheid is geworden!

Hypocrisie

Halfslachtige wetgeving voedt de hypocrisie van het gedogen. Aan de andere kant varen veel ondernemers wel bij die hypocrisie en halfslachtigheid. We proberen daarom vooral kritisch te zijn. Er is heel wat potentiële veranderkracht binnen de cannabiswereld, maar er is ook veel angst om tot veranderingen te komen. Dat geldt zowel voor bestuurders en politici als voor spelers in de wietindustrie zelf.

De situatie rondom de achterdeur is verwrongen. De overheid ziet liever coffeeshops dan straathandel, maar de politie voert een oorlog tegen henneptelers en growshops. En de politiek laat na om een alternatieve aanvoer van wiet naar de coffeeshops te regelen. Wie heeft het lef om deze praktijk een halt toe te roepen?

De Wietindustrie wordt uitgegeven door Uitgeverij Nieuw Amsterdam en is vanaf half september 2015 in de boekwinkel en via internet te koop. ISBN: 9789046818909. Prijs: 19,99 Euro.

De overheid ziet liever coffeeshops dan straathandel, maar de politie voert een oorlog tegen henneptelers en growshops.