Van een algeheel growshopverbod is geen sprake

Exitable
19 Dec 2014

Op 1 maart 2015 treedt een gewijzigd artikel 11a Opiumwet in werking. Volgens “rijksoverheid.nl” riskeer je binnenkort maximaal 3 jaar gevangenisstraf als je zelf geen wiet teelt, maar daar wel je geld door verdient. 


Op 1 maart 2015 treedt een gewijzigd artikel 11a Opiumwet in werking. Volgens “rijksoverheid.nl” riskeer je binnenkort maximaal 3 jaar gevangenisstraf als je zelf geen wiet teelt, maar daar wel je geld door verdient. 

Op 1 maart 2015 treedt een gewijzigd artikel 11a Opiumwet in werking. Volgens “rijksoverheid.nl” riskeer je binnenkort maximaal 3 jaar gevangenisstraf als je zelf geen wiet teelt, maar daar wel je geld door verdient. 

Op wie de wetgever daarbij doelt, zal ik je vertellen: “Voorbeelden zijn growshops, malafide transport- en distributiebedrijven, verhuurders van loodsen en schuren, elektriciens die illegale elektrische installaties aanleggen of de handel in kant-en-klaar ingerichte kasten voor de illegale hennepteelt”. Als je dit zo leest, denk je dat deze wet de growshop verbiedt. Dat is naar mijn mening niet het geval! Ik zal dit proberen uit te leggen. 

Reguliere tuinbouw

In november 2007 werd door het kamerlid Sybrand van Haersma Buma (CDA) voorgesteld growshops te verbieden. Fred Teeven (VVD) – destijds nog kamerlid – reageerde verheugd op dat voorstel. Hij hield de toenmalige minister van Justitie Hirsch Ballin (CDA) voor dat het einde van de growshop eenvoudig kon worden gerealiseerd door een beetje te sleutelen aan een wet die al sinds jaar en dag bestaat. In artikel 10a van de Opiumwet zijn voorbereidende handelingen in harddrugszaken namelijk al lang geleden strafbaar gesteld. De regering wilde zo ver niet gaan. De reden hiervoor is simpel. De producten die worden gebruikt voor de wietteelt worden ook in de reguliere tuinbouw en legale hobbyteelt gebruikt. Een verbod op die producten zou te verstrekkende gevolgen hebben. Om die reden is lang gesleuteld aan de uiteindelijke wetstekst. 

Duidelijke criminele intentie

Er zijn twee serieuze problemen die zich in de rechtspraktijk voordoen en die de regering met een uitbreiding van de strafbepalingen in de Opiumwet wil oplossen. Het eerste probleem bestaat eruit dat een poging tot hennepteelt niet strafbaar is. Als de politie een compleet ingerichte joekel van een kwekerij binnenstormt, maar geen hennepplanten (of resten daarvan) aantreft, kan niet worden aangetoond dat er sprake is van een begin van uitvoering van de strafbare hennepteelt. De rechter kan in zo’n geval geen straf opleggen. Dat vindt de regering niet gewenst. Als je vanaf 1 maart 2015 met een duidelijke criminele intentie allemaal kweekspullen voorhanden hebt, moet je volgens de regering bestraft kunnen worden. 

“Faciliteerders”.

Het tweede probleem dat zich in de praktijk voordoet zit op de strafrechtelijke aanpak van “faciliteerders”. Als iemand behulpzaam is bij wietteelt moet het Openbaar Ministerie zien te bewijzen dat daarbij sprake is van opzettelijk handelen. Dat bewijs is veel lastiger te leveren dan het lijkt. De naïeve of misschien zelfs wel oliedomme verhuurder van een pand waarin wiet wordt gekweekt, gaat daardoor in de praktijk vaker vrijuit. Ook dat is voor de regering een doorn in het oog. 

Gevangenisstraf

Aan die twee problemen wil men met het nieuwe artikel 11a van de Opiumwet definitief een einde maken. De wettelijke bepaling luidt: “Hij die stoffen of voorwerpen bereidt, bewerkt, verwerkt, te koop aanbiedt, verkoopt, aflevert, verstrekt, vervoert, vervaardigt of voorhanden heeft dan wel vervoermiddelen, ruimten, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft of gegevens voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid, strafbaar gestelde feiten, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar of geldboete van de vijfde categorie”.

Reikwijdte beperkt

De reikwijdte van de strafbepaling is door de verwijzingen naar het derde en het vijfde lid van artikel 11 van de Opiumwet uitdrukkelijk beperkt. Uit de kamerstukken blijkt dat dit een bewuste keuze van de wetgever is. De opgesomde gedragingen zijn per 1 maart 2015 dus alleen dan strafbaar als deze betrekking hebben op: 

1. bedrijfs- en beroepsmatige hennepteelt en/of
2. grootschalige hennepteelt. 

Daarbij komt dat deze gedragingen alleen dan strafbaar zijn als je wetenschap hebt of ernstige reden om te vermoeden dat het gaat om de hiervoor genoemde vormen van illegale hennepteelt. 

Invulling aan de rechter

Ik zal eerst toelichten op welke vormen van illegale hennepteelt de wet zich concreet richt. Daarbij begin ik met het eenvoudigste onderdeel. Wat onder grootschalige hennepteelt wordt verstaan, kunnen we lezen in het Opiumwetbesluit. Daarvan is sprake vanaf 200 planten of 500 gram hennep. Een duidelijke definitie van bedrijfs- en beroepsmatige hennepteelt ontbreekt helaas. De invulling van dat begrip heeft de wetgever aan de rechter overgelaten. Het Openbaar Ministerie gaat er bij het gebruik van kweekapparatuur al snel van uit dat je kweekt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De rechter daarentegen dient zich daarbij te laten leiden door alle relevante feiten en omstandigheden. 

Kweektentje of -kastje

Als je als meerderjarige in een kweektentje of -kastje met behulp van één assimilatielamp 5 hennepplanten uitsluitend voor je eigen gebruik teelt, zal niemand aannemen dat je van die teelt je beroep of bedrijf hebt gemaakt. Ook niet als je om stankoverlast voor je buren te voorkomen een koolstoffilter hebt geïnstalleerd. Laten we vooral ons gezond verstand blijven gebruiken. Bij de teelt van 5 hennepplanten op 1 m2 wordt door justitie uitgegaan van een opbrengst van 32,7 gram per plant. Justitie schat dat je na zo’n 9 tot 10 weken van die 5 hennepplanten ongeveer 163,5 gram wiet zult oogsten. Als je ongeveer 2 gram per dag verdampt, moet je tenminste vier keer per jaar oogsten om in je eigen gebruik te voorzien. Uit de kamerstukken blijkt duidelijk dat de wet niet tot gevolg heeft dat kweekattributen die gebruikt kunnen worden voor de hennepteelt door de wetswijziging automatisch een illegaal karakter krijgen. 

Goed nieuws

Naar mijn mening is dit goed nieuws voor de growshops. Van een algeheel growshopverbod is geen sprake. Volgens minister Opstelten ben je wel strafbaar als je kweekattributen te koop aanbiedt of verkoopt, terwijl je weet of ernstige redenen hebt om te vermoeden dat daarmee beroeps- c.q. bedrijfsmatig of grootschalig wiet wordt gekweekt. De growshop die zich uitsluitend toelegt op het bedienen van de kleine thuiskweker valt niet onder de reikwijdte van de nieuwe wet. Minister Opstelten zei daarover in de Eerste Kamer dat het vriendelijk adviseren van hobbytelers over de beste wijze waarop zij hun vijf planten tot volle wasdom kunnen laten komen niet meer van deze tijd is. Uit deze woorden spreekt dat er geen reden tot strafrechtelijk ingrijpen is als de hobbyteler in een growshop kweekspullen koopt.

Optreden tegen uitwassen

Feit is dat de wet is bedoeld om op te treden tegen uitwassen. Het idee dat heerst is dat er in ons land loodsen vol met wiet staan, die voor 80% bestemd is voor het buitenland. Komt er per 1 maart 2015 een einde aan die illegale hennepteelt? Waar moeten gedoogde coffeeshops hun wiet gaan kopen als niemand meer teelt? Import is een slecht idee. Minister Opstelten is er niet bang voor dat coffeeshops niet meer kunnen worden bevoorraad. Met andere woorden, er zal waarschijnlijk weinig veranderen. De grootschalige hennepteelt is gewend ondergronds te opereren. Sommige leveranciers zullen diezelfde weg inslaan. De belastingdienst zal de gevolgen daarvan snel kunnen zien. 

‘De Derde Weg’

Criminoloog Fijnout schreef onlangs met zijn Belgische collega De Ruyver “De derde weg”. In dat boek bepleiten zij de afschaffing van de Nederlandse coffeeshop, maar breken zij een lans voor de niet commerciële wietteelt. Er zullen growshops moeten blijven bestaan die kweekspullen te koop aanbieden waarmee het mogelijk is om op een veilige manier wiet te kweken zonder daarbij hinder of (stank)overlast te veroorzaken. Minister Opstelten moet hopen dat bedrijven koolstoffilters blijven produceren en dat growshops die filters blijven verkopen. 

Mr. Drs. André Beckers
Advocaat te Sittard

www.beckersbergmans.nl

E
Exitable