Gemeenten wedijveren met achterdeurexperiment

Soft Secrets
08 Sep 2013

Het debat over het reguleren van de achterdeur is terug van weg geweest. Oude plannen worden uit de kast gehaald en nieuwe spelers mengen zich in de discussie. Gemeenteraden roepen om het hardst dat zij de eerste gemeente willen zijn voor een experiment met de achterdeur. Wat is er aan de hand?


Het debat over het reguleren van de achterdeur is terug van weg geweest. Oude plannen worden uit de kast gehaald en nieuwe spelers mengen zich in de discussie. Gemeenteraden roepen om het hardst dat zij de eerste gemeente willen zijn voor een experiment met de achterdeur. Wat is er aan de hand?

Het debat over het reguleren van de achterdeur is terug van weg geweest. Oude plannen worden uit de kast gehaald en nieuwe spelers mengen zich in de discussie. Gemeenteraden roepen om het hardst dat zij de eerste gemeente willen zijn voor een experiment met de achterdeur. Wat is er aan de hand?

Volgens de kersverse winnaar van Cannabis Culture Award 2013, VVD-coryfee Frits Bolkestein, kraakt het huidige gedoogbeleid in zijn voegen. Hij denkt dat het niet lang duurt voordat het beleid uiteen valt. Bolkestein pleit daarom voor een gereguleerde productie van cannabis. Hij vindt dat kwekers in aanmerking moeten komen voor een vergunning om cannabis te kweken. De gecontroleerde wiet kan vervolgens in de coffeeshop worden verkocht. Hij denkt ook dat er in veel andere Europese landen medestanders te vinden zijn voor legalisering. Daarom zou Nederland het debat over legalisering van cannabis in Europa moeten aanzwengelen.

Nederland zou het debat over legalisering van cannabis in Europa moeten aanzwengelen.

Achterdeur-plannen

Zijn partijgenoot Ivo Opstelten, onze huidige minister van Veiligheid en Justitie, denkt daar heel anders over. Plannen voor het reguleren van de achterdeur zijn volgens hem juridisch onhaalbaar. Om die reden verwees hij het plan van de Utrechtse wethouder Victor Everhardt in 2011 ongezien naar de prullenmand (zie kader). Desondanks nodigde hij gemeenten op 4 februari 2013 uit om eventuele plannen voor een experiment met gereguleerde cannabisteelt in te sturen. Het lijkt er sterk op dat hij hiermee buiten de waard rekende. Kennelijk ging de minister ervan uit dat gemeenten het wel uit hun hoofd zouden laten om zo’n plan in te dienen. Hij had immers duidelijk te kennen gegeven dat die plannen geen schijn van kans zouden maken. Lokale politici blijken zich daar echter niks van aan te trekken en roepen hun burgemeesters op om een experiment te starten. In Breda, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam,  Smallingerland, Terneuzen, Tilburg, Utrecht, Velsen, Zutphen en  Zwolle zijn heftige discussies hierover gevoerd. Ook het Limburgse Valkenburg, een gemeente zonder coffeeshops, heeft laten weten een experiment met een gemeentelijke kwekerij te willen. Hierdoor is het aantal gemeenten dat de stoute schoenen heeft aangetrokken en tóch een plan bij minister Opstelten indiende, aardig opgelopen. Volgens Bolkestein staat de minister inmiddels zwaar onder druk. Nadat zelfs de burgemeester van Rotterdam Aboutaleb met een plan kwam (zie kader), heeft de getergde minister toegezegd te laten uitzoeken of hij experimenten kan toestaan.

Plannen voor de achterdeur zijn er al jaren in alle maten en vormen. Meestal zijn dat plannen van mensen die zelf actief zijn in de cannabissector of mensen die actievoeren op het gebied van legalisering. Daar is verder niks mis mee, want die mensen weten vaak heel goed waar ze het over hebben. Dat zie je bijvoorbeeld aan de jongste voorstellen van het Verbond voor Opheffing van het Cannabisverbod en het Team Haarlemse Coffeeshops (zie kaders). Allebei prima voorstellen voor experimenten met de achterdeur. De werkelijke meerwaarde is echter dat het plan van de VOC ertoe heeft geleid dat de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb met een alternatief plan kwam. Daarmee weten we nu wat voor hem de uitgangspunten van zo’n experiment met de achterdeur zijn. Het uiteindelijk experiment zal immers door álle betrokken partijen gedragen moeten worden. In die zin dragen alle plannen bij aan het uiteindelijke doel: een experiment met de achterdeur.

Een ander punt waar alle plannen op wijzen is de kwaliteit en zuiverheid van de cannabis.

Toezicht van zaadje tot zakje

Alle plannen hebben in ieder geval één ding met elkaar gemeen. Het reguleren van de wietteelt moet criminele bendes die zich nu bezighouden met de bevoorrading van coffeeshops de wind uit de zeilen nemen. De Utrechtse wethouder Everhardt wijst erop dat het huidige gedoogbeleid het criminele systeem in stand houdt. En de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb spreekt van grootschalige criminaliteit met zelfs doden tot gevolg. Iedereen die zich een beetje in de materie heeft verdiept weet natuurlijk al lang dat criminele bendes het gat in de markt opvullen omdat de achterdeur van de coffeeshop illegaal is. Het VOC wijst er in zijn plan nog een keer fijntjes op dat justitie daar halverwege de jaren negentig al voor waarschuwde. Om die georganiseerde misdaad buiten spel te zetten moet de productie en de handel in cannabis transparant en controleerbaar worden, zodat betrokken instanties hierop toezicht kunnen houden en er belasting kan worden geïnd. Cannabis met factuur en BTW, heet dat in het Haarlemse plan. Dat geldt dus voor alle onderdelen van het productieproces, de opslag en toevoer van producten naar de coffeeshops en de verkoop van de producten aan de eindconsumenten. In VOC-bewoordingen: efficiënt toezicht van ‘van zaadje tot zakje’.

Pas op voor gemeentewiet

Een ander punt waar alle plannen op wijzen is de kwaliteit en zuiverheid van de cannabis. In de huidige situatie valt daar een hoop op af te dingen. Daardoor lopen cannabisconsumenten onnodige risico’s. Dat is ook een belangrijke reden om de achterdeur te reguleren. De plannen van gemeenten en insiders uit de cannabissector verschillen overigens in de wijze waarop dat zou moeten gebeuren. Insiders wijzen in hun plannen op onwenselijke gevolgen die zeer waarschijnlijk zullen optreden wanneer gemeenten zelf wiet gaan kweken of wanneer slechts enkele bedrijven een vergunning zouden krijgen om wiet te kweken. De kans is groot dat de variëteit van de aangeboden cannabis in coffeeshops dan zeer beperkt zal zijn. Dat is niet alleen jammer voor de fijnproevers, maar het biedt nieuwe kansen voor illegale handelaren. Die kunnen zich dan massaal gaan storten op variëteiten die niet in de coffeeshop verkrijgbaar zijn. We hebben het afgelopen jaar gezien dat de illegale markt zeer flexibel is en onmiddellijk reageert op veranderingen in de coffeeshop. Het is daarom zeer belangrijk om bij de experimenten rekening te houden met voldoende evenwicht tussen vraag en aanbod, zodat clandestiene handelaren geen mogelijkheden meer zien om hun verboden waar te slijten.

Maatwerk

Mocht het ooit zover komen, dan denk ik dat er verschillende experimenten gedaan moeten worden. Naast de hier genoemde ideeën voor het kweken van wiet, is er nog wel een aantal andere scenario’s denkbaar die al eerder zijn geopperd, zoals de volkstuintjes van Ronald Motta (voormalige PvdA gemeenteraadslid in Rotterdam) of het Veilingmodel van Stichting Legalize!. Uiteindelijk zal er per situatie gekeken moeten worden welke model het beste past. Dat kan dus verschillend zijn voor Amsterdam, Zwijndrecht of Terneuzen. Coffeeshops zien er immers ook niet overal hetzelfde uit. Ik kan me voorstellen dat critici menen dat het Utrechtse experiment met social cannabis clubs een mijl op zeven is in een land waar we al jaren lang goede ervaringen hebben met coffeeshops. Toch is dat model eveneens een interessante en gedurfde poging om een experiment met de achterdeur van de grond te krijgen. En wellicht is dit een geschikt model voor gemeenten waar nu nog helemaal geen coffeeshops zijn. In een andere gemeente zou dan geëxperimenteerd kunnen worden met kwekers die een vergunning krijgen om voor coffeeshops te telen, en in weer een andere gemeente met coffeeshops die zelf een vergunning krijgen om wiet te telen. Deze strijd zou niet moeten gaan om welke gemeente als eerste een experiment met wietteelt begint of welk plan het beste is, maar om zoveel mogelijk verschillende experimenten te laten plaatsvinden, zodat duidelijk wordt welk model in welke situatie het meest geschikt is.

Model Everhardt - De Social Cannabisclub

Het Utrechtse model voor de Social Cannabisclub komt uit de koker van D66 wethouder Victor Everhardt. Hij lanceerde zijn plan in 2011 en beloofde dat het experiment binnen drie jaar van start zou gaan. Minister Opstelten liet weten dat hij geen toestemming zou geven voor het experiment in de Domstad. Wethouder Everhardt, die jarenlang bij het ministerie van Volksgezondheid werkte, liet zich daardoor niet uit het veld slaan. Hij heeft zijn experiment omgedoopt tot een medisch wetenschappelijk onderzoek. Op die manier is zijn experiment niet strijdig met de Opiumwet. Daartoe heeft hij het Rotterdamse Instituut voor verslavingsonderzoek (IVO) gevraagd om een voorstel te schrijven. In dat onderzoeksvoorstel is te lezen dat de Utrechtse cannabisclub rekent op 100 tot 150 leden. De leden zullen drie jaar lang minutieus worden gevolgd door de onderzoekers. Kosten: drie ton. Inmiddels zijn er twee stichtingen opgericht die in het kader van dit experiment wiet willen kweken voor de eigen leden. De stichtingen hebben op wetenschappelijke gronden ontheffing van de Opiumwet aangevraagd bij de staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn. Zo hoopt de voortvarende Utrechtse wethouder minister Opstelten behendig buiten spel te zetten.

Model VOC - Roterodanum Botanicum

Het Verbond voor Opheffing van het Cannabisverbod (VOC) heeft in haar achterdeurplan twee concrete scenario’s uitgewerkt voor Rotterdam. Deze zijn in april 2013 voorgelegd aan de Rotterdamse gemeenteraad. Scenario I is een kleinschalig lokaal experiment, waarbij een beperkt aantal telers ontheffing krijgt om binnen een wetenschappelijk experiment cannabis te telen voor enkele coffeeshops. De zogenoemde “BIGH LB-criteria” vormen het uitgangspunt bij het verstrekken van vergunningen aan de deelnemende telers. De vijf letters staan voor Boekhouding, Informatieverstrekking, Geen bestrijdingsmiddelen, alleen Hennepplanten verbouwen, alleen Leveren aan coffeeshophouders en deugdelijke Bedrijfsvoering. Eventuele strafbare veroordelingen vanwege bezit of teelt van cannabis zouden geen rol moeten spelen bij de selectie van de telers. Scenario II is een experiment in de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. De teelt vindt plaats op één locatie in het Westland die alle coffeeshops in de regio zal bevoorraden. “Deelnemende telers kopen bij de Belastingdienst of de lokale overheid genummerde tie-wraps voor elke individuele plant in hun kwekerij. Deze tie-wraps zijn vergelijkbaar met de gele oormerken van koeien; op elk moment in het proces is via het nummer de herkomst te traceren. Met dit systeem kunnen de bevoegde instanties eenvoudig en efficiënt toezicht uitoefenen gedurende het hele proces, “van zaadje tot zakje”.

Model Aboutaleb – High trust, high penalty

Het Rotterdamse model van burgemeester Aboutaleb is een reactie op het model dat de VOC aan de Rotterdamse gemeenteraad had voorgelegd. Hij verzoekt de gemeenteraad in een brief van 19 april 2013 om het model van de VOC naar de prullenbak te verwijzen en zijn alternatief te steunen. Net als Everhardt wil Aboutaleb een experiment, waarbij een stichting onder toezicht van de gemeente en de politie “een aantal hoogwaardige soorten” zal telen. De teeltlocatie zal in een buitengebied of op een industrieterrein worden gevestigd. Volgens dit plan zal de stichting leveren aan enkele bestaande coffeeshops die ook meedoen met het experiment. De betreffende coffeeshops mogen uitsluitend cannabisproducten verkopen die bij de stichting zijn gekweekt. De betrokkenen (zowel de deelnemende coffeeshops als de telers) morgen geen strafbare antecedenten hebben. Het uitgangspunt is: ‘High trust, high penalty’.

Model Team Haarlemse Coffeeshops

Volgens het conceptplan van 29 april 2013 van het team Haarlemse Coffeeshops (THC) mogen ZZP’ers onder strikte contractvoorwaarden een bepaalde hoeveelheid cannabis produceren die zij met factuur (inclusief de vereiste belasting) aan coffeeshops leveren.Wanneer deze ZZP’ers voldoende mogen produceren kunnen zij ook hasj fabriceren. Met het plan beoogt het THC complete transparantie in en om de productie van cannabis te bewerkstelligen, zodat alle betrokken overheden en instanties inzicht kunnen krijgen in deze productie. Het plan bevat een voorbeeld van een productieruimte met in dit geval zes kweekruimtes met elk 20 kweeklampen en een aantal andere ruimtes die voor de verwerking van de toppen van de plant nodig zijn (zie plaatje).  De productieruimte is zodanig ingericht dat deze de coffeeshop waar de cannabis voor bedoeld is, van een behoorlijk aantal soorten kan voorzien.

S
Soft Secrets