‘Tilburgse Taferelen'

Soft Secrets
20 Apr 2013

De tussenrapportage van het uitgebreide landelijke onderzoek naar de effecten van de wietpas, die in oktober 2012 naar buiten zou worden gebracht, is er halverwege december 2012 nog steeds niet. We moeten het doen met een armetierig A4tje dat minister Opstelten onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. De definitieve rapportage komt in 2014. Gelukkig heeft de gemeente Tilburg zelf onderzoek laten uitvoeren door de Politieacademie, LokaleZaken en Beke advies. In het rapport ‘Tilburgse Taferelen' presenteren zij de eerste resultaten van hun onderzoek.


De tussenrapportage van het uitgebreide landelijke onderzoek naar de effecten van de wietpas, die in oktober 2012 naar buiten zou worden gebracht, is er halverwege december 2012 nog steeds niet. We moeten het doen met een armetierig A4tje dat minister Opstelten onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. De definitieve rapportage komt in 2014. Gelukkig heeft de gemeente Tilburg zelf onderzoek laten uitvoeren door de Politieacademie, LokaleZaken en Beke advies. In het rapport ‘Tilburgse Taferelen' presenteren zij de eerste resultaten van hun onderzoek.

De tussenrapportage van het uitgebreide landelijke onderzoek naar de effecten van de wietpas, die in oktober 2012 naar buiten zou worden gebracht, is er halverwege december 2012 nog steeds niet. We moeten het doen met een armetierig A4tje dat minister Opstelten onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. De definitieve rapportage komt in 2014. Gelukkig heeft de gemeente Tilburg zelf onderzoek laten uitvoeren door de Politieacademie, LokaleZaken en Beke advies. In  het rapport ‘Tilburgse Taferelen’ presenteren zij de eerste resultaten van hun onderzoek.

´Tilburgse Taferelen´ bevat veel boeiende informatie over de wijze waarop de illegale straathandel in Tilburg is georganiseerd. Dat zal in andere gemeenten niet veel anders zijn. Volgens de onderzoekers bestond deze illegale handel voor een groot deel al voordat de wietpas werd ingevoerd. De wietpas invoering was een mooie gelegenheid om eens wat dieper in die materie te duiken. Volgens de onderzoekers gebeurde dat niet eerder omdat de prioriteit ergens anders lag en het bovendien tijdrovend is om die illegale handel in kaart te brengen. Zo bezien heeft de wietpas dus ook nog iets positiefs opgeleverd.

Het rapport maakt op niet mis te verstane manier duidelijk wat de meerwaarde van coffeeshops is.

Meerwaarde

Het rapport maakt op niet mis te verstane manier duidelijk wat de meerwaarde van coffeeshops is. Misschien dat dit de ogen opent van beleidsmakers en politici en zij hun activiteiten eindelijk eens op de illegale straathandel gaan richten. De resultaten van het Tilburgse onderzoek geven daar in ieder geval meer dan voldoende aanleiding voor. Ik heb voor dit artikel een paar interessante resultaten uit ‘Tilburgse Taferelen’ gepikt. Het hele rapport is te downloaden op: www.politieacademie.nl.

De onderzoekers hebben zeer breed informatie verzameld. Er zijn interviews afgenomen en er zijn bijeenkomsten belegd met betrokkenen, zoals coffeeshopondernemers, politiemensen, jongerenwerkers en particuliere beveiligers. Daarnaast zijn er straatenquêtes afgenomen bij 569 leden van een coffeeshop, 128 blowers zonder wietpas en 483 bewoners. Verder hebben er observaties op straat plaatsgevonden. Zo zijn de onderzoekers bijvoorbeeld mee geweest met de particuliere fietspatrouille die was ingehuurd door coffeeshops. En tot slot is gekeken naar politieregistraties over drugsgerelateerde overlastmeldingen.

Wietsteeg

Het rapport geeft zeer gedetailleerde informatie met plattegrondjes over plekken waar illegale drugshandel plaatsvindt. Zo wijzen de onderzoekers bijvoorbeeld op een plek in de wijk Wandelbos die lokaal bekend staat als de “wietwinkel” of “wietsteeg”. In een andere wijk, De Reeshof, observeren zij hoe een auto jonge dealers bevoorraadt. En bij een jongerencentrum en op scholen in Tilburg signaleren zij een kopstuk van een jeugdbende die pre-paid telefoons uitdeelt aan de jeugd. Ook ontdekken zij vele hangplekken en ‘opwachtplaatsen’. Op die plekken hangen blowers rond, waar af en toe ‘vanzelf’ een loopjongen of drugsdealer op hen afkomt.

Wiettaxi’s en pizzakoeriers

Uit de straatinformatie komt volgens de onderzoekers naar voren dat zowel de mobiele wiethandel (wiettaxi’s of pizzadealers) als de handel vanuit illegale dealpanden is toegenomen. Tijdens het veldwerk kregen ook onderzoekers – die kennelijk de indruk wekten tot de doelgroep te behoren - op het station van Tilburg een flyer uitgereikt met daarop een GSM-nummer om wiet te bestellen. Van blowers hoorden zij verder, dat contactgegevens vooral via-via in kleine kring worden verspreid. Dat gebeurde vóór de aanpassing van het cannabisbeleid ook in coffeeshops. Omdat de omvang van de mobiele handel is toegenomen, wordt die zichtbaar(der) in het sociale verkeer in Tilburg. Zo zijn quads, verschillende auto’s en meerdere scooters gespot. Niet alle blowers zijn even tevreden over mobiele wiethandelaren: ‘Om te beginnen is het geen echte pizzaservice, want als er wordt gebeld – of op een andere manier anderszins contact wordt gelegd – wordt er niet altijd opgenomen. De bestelling wordt ook niet altijd op tijd bezorgd of soms helemaal niet. Ook komt de dealer met wat anders op de proppen dan was besteld of wordt gewenst: andere softdrugs, een andere hoeveelheid of een andere prijs.’ Van goede service is dus geen sprake. Vanwege slechte ervaringen op de illegale markt keert een deel van de blowers terug naar de coffeeshops, ondanks de wietpas.

Dealpanden 

Tilburg kende ook al voor 1 mei 2012 dealpanden, waar (ook) cannabis werd verhandeld. Hierbij moet je denken aan een headshop, cafés met een louche reputatie, kleinschalige fastfoodwinkels (vooral shoarma) of een woning die grenst aan een voormalige coffeeshop. Maar het rapport beschrijft ook  een detailhandelaar, die kort na de invoering van de wietpas zijn deuren opende. ‘Bij deze winkel, die formeel in legale producten handelt, lopen bijna alleen maar mannen naar binnen. Dat is vreemd, omdat het betreffende product evengoed door vrouwen geconsumeerd zou kunnen worden. De mannen zijn enige tijd niet zichtbaar in de winkel en blijven altijd maar heel even. Als ze naar buiten komen hebben ze het legale product nooit in hun handen of tas, terwijl dat vanwege de aard van het product vaak zichtbaar zou moeten zijn’, stelt het rapport.

Verdubbeling drugsincidenten

Uit de politieregistraties blijkt dat het aantal geregistreerde drugsincidenten sinds 1 mei 2012 is verdubbeld. Volgens de onderzoekers is die stijging mede het gevolg van meer controle. Zo heeft de inzet van de eerder genoemde fietspatrouille tot substantieel meer meldingen geleid. Het is goed mogelijk dat reeds bestaande illegale handel en/of drugsgerelateerde overlast zo beter in beeld zijn gekomen. De onderzoekers stellen dat er per definitie (veel) meer illegale cannabishandel plaatsvindt dan er wordt geregistreerd. Dat komt omdat het een zogenoemd slachtofferloos delict is: ‘Dealer en klant hebben met elkaar gemeen dat ze niet willen dat het delict bekend raakt bij de politie, waardoor het wordt afgeschermd.’ Daarnaast worden delicten volgens hen niet gemeld vanwege intimidatie. Ook is de illegale wiethandel zodanig geprofessionaliseerd dat deze uit het zicht blijft van politie en bewoners. Zo zorgen internet- en bezorgdiensten voor minder zichtbare handel. Daarbij wordt de pakkans beperkt door mobiele en flexibele werkwijzen (thuisbezorgen), afscherming (niet op de persoon herleidbare mobiele prepaid telefoons, wisselende kentekens) en beperkte vervoerde hoeveelheden cannabis (de koeriers worden veelal op pad gestuurd met gebruikershoeveelheden).

De onderzoekers wijzen op een plek in de wijk Wandelbos die lokaal bekend staat als de “wietwinkel” of “wietsteeg”.

Daling woninginbraken

Een andere interessante bevinding die uit de politieregistraties naar voren komt is dat het aantal woninginbraken over 2012 duidelijk daalt. Tijdens het veldwerk hebben de onderzoekers gezien dat sommige harde kernleden van criminele jeugdgroepen zich toeleggen op wiethandel. Dit zou kunnen betekenen dat een deel van de criminele jeugdgroepen, die voorheen geld verdiende met onder meer winkeldiefstal, woninginbraak of auto-inbraak, zich richt op de gegroeide illegale drugsmarkt. Daarnaast laten de cijfers een substantiële stijging zien van het aantal gevallen van openlijke geweldpleging en mishandeling, terwijl het aantal overvallen over heel 2012 aanzienlijk lager uitvalt. Dit zou kunnen betekenen dat de illegale drugshandel van invloed is op het aantal geweldsincidenten. Daarbij moet je denken aan confrontaties tussen dealers onderling en/of bedreigingen en intimidatie van potentiële klanten.

Huiverig voor registratie

De belangrijkste bevinding die uit de straatenquêtes met blowers en interviews met coffeeshopeigenaren naar voren komt, is dat veel blowers huiverig zijn voor de gevolgen van registratie in een coffeeshop. Sommige coffeeshops zijn hierdoor veel vaste klanten kwijtgeraakt. Het gaat met name om jongvolwassenen (vooral allochtonen). Ze zijn waarschijnlijk bang dat hun wietgebruik wordt opgemerkt door hun ouders (velen wonen nog thuis), onderwijsinstellingen of werkgevers. Maar er zijn ook oudere blowers die om wat voor reden dan ook weinig of geen vertrouwen hebben in de overheid, en meer in het bijzonder hoe de overheid omgaat met hun privacy en belangen. En er zijn ook mensen die buiten de coffeeshop om op een andere manier aan wiet kunnen komen, ‘als het moet’.

Bij een jongerencentrum en op scholen in Tilburg signaleren zij een kopstuk van een jeugdbende die pre-paid telefoons uitdeelt aan de jeugd.

Bureaucratische drempel

Aanvankelijk konden blowers zich alleen als lid in een Tilburgse coffeeshop inschrijven door een uittreksel uit de GBA (bevolkingsregister, oftewel Gemeentelijke BasisAdministratie voor persoonsgegevens) te overhandigen. Dit uittreksel diende bij de gemeente te worden opgehaald. Dit werd door veel voormalige coffeeshopklanten gezien als een bureaucratische drempel. Ook bestond de vrees dat personen door het aanvragen van zo’n uittreksel werden gezien als drugsgebruiker, te meer omdat in Tilburg werd gevraagd naar de reden voor het aanvragen van een GBA-uittreksel en er een apart loket was ingericht vanwege de ‘wietpas’. De kosten voor het aanvragen van een GBA vormden ook een belemmering. Het aantal inschrijvingen in coffeeshops is flink toegenomen toen de GBA-verplichting verviel. Van 569 geïnterviewde coffeeshopklanten heeft eenderde (36%) zich pas ingeschreven na de versoepeling van de regels. Met name voor jongere respondenten (tot 24 jaar) bleek de GBA een grote drempel te zijn.

Dubbele inschrijvingen

Er schrijven zich verhoudingsgewijs meer ouderen (30-40 jaar), autochtonen en vrouwen van middelbare leeftijd in. Sommige vrouwen kopen wiet voor hun kinderen of echtgenoot en proberen zo het risico af te dekken dat deze anders menen te lopen op school, op het werk of bijvoorbeeld bij de reclassering. Ruim de helft van de respondenten (62%) heeft zich ingeschreven bij één coffeeshop. De rest is lid van twee of meer coffeeshops. Dat betekent dat er bij het optellen van het aantal ingeschreven leden rekening gehouden moet worden met dubbele inschrijvingen. Uit de interviews met coffeeshopeigenaren blijkt dat tientallen personen zich weliswaar hebben ingeschreven, maar de coffeeshop slechts één of enkele keren bezocht. De onderzoekers vinden het opmerkelijk dat deze personen zich – met inachtneming van gevoeligheden omtrent privacy – laten registreren, maar die registratie vervolgens niet benutten.

Blowers zonder pas

De meerderheid van de 128 blowers zonder pas is jonger dan 24 jaar (57%). Dat ligt volgens de onderzoekers aan de manier van werven. De meeste pasloze blowers zijn namelijk op straat (hangplekken), op inloopavonden van het jeugdwerk, in een jongerencentrum of bij een Hogeschool benaderd. Voor deze blowers is het verplichte geregistreerde lidmaatschap verreweg de belangrijkste reden waarom zij hun wiet buiten de coffeeshops om kopen. Tweederde van de blowers zonder een pas koopt zijn wiet bij vrienden of bekenden.

Van de 483 bewoners die ondervraagd zijn, ervaart het overgrote deel (89%) zelden of nooit overlast van de coffeeshop.

Het beperkte aantal inschrijvingen bij Tilburgse coffeeshops is volgens de onderzoekers geen voldongen feit. Tijdens het veldwerk merkten zij dat veranderde omstandigheden en/of nieuwe inschattingen van softdrugsgebruikers in een toename van het aantal coffeeshopleden kunnen resulteren. Daarbij kun je denken aan: minder politiecontroles in coffeeshops, geen verplichting meer om een GBA-uittreksel te overhandigen, slechte ervaringen op de illegale markt, gehamsterde voorraden die opraken en prijsverlagingen in enkele coffeeshops.

Vooringenomenheid

Van de 483 bewoners die ondervraagd zijn, ervaart het overgrote deel (89%) zelden of nooit overlast van de coffeeshop. Sinds de invoering van de wietpas is de overlast volgens ruim

driekwart (77%) van de bewoners gelijk gebleven en 13% denkt dat dit is afgenomen. Hieruit kun je afleiden dat coffeeshoptoeristen niet of nauwelijks overlast hebben veroorzaakt in Tilburg. Desondanks concluderen de onderzoekers op verschillende plekken in het rapport dat de overlast van het coffeeshoptoerisme is verdwenen en schrijven zij in hun aanbevelingen dat de gemeente vast moet houden aan het ingezetenencriterium. Nergens wordt in het rapport beschreven wat de overlast van coffeeshoptoeristen in Tilburg voor 1 mei 2012 precies inhield. Wel staat er in het begin van het rapport: ‘Coffeeshops in de grensstreek hebben te maken met een grote toestroom van buitenlandse drugstoeristen. Dit veroorzaakt overlast. De grote drukte aan de ‘gedoogde voordeur’ van de coffeeshops resulteert in een grote vraag van coffeeshophouders naar goede softdrugs, die wordt aangevoerd via de ‘criminele achterdeur’. Zo bezien zijn de drukke coffeeshops een stimulans geweest voor de georganiseerde misdaad, want de winstmarges bij hennepteelt zijn nu eenmaal riant.’

Uit deze alinea spreekt een zekere vooringenomenheid. Het idee dat drukke of grote coffeeshops per definitie meer crimineel zouden zijn dan kleine coffeeshops is gebaseerd op onjuiste aannames die inmiddels achterhaald zijn. En de stelligheid waarmee wordt geschreven dat coffeeshoptoeristen voor overlast zorgen komt ook niet overeen met de werkelijkheid. Zo heeft Amsterdam nooit last gehad van coffeeshoptoeristen. Het is jammer en onnodig dat onderzoekers die verder uitstekend onderzoek hebben verricht zich laten verleiden tot dit soort uitspraken. Daarmee lopen ze het risico dat hun rapport als ongeloofwaardig wordt beoordeeld.

S
Soft Secrets