Nicole Maalsté: ‘Extra aanloopfase wietexperiment biedt grote voordelen’

Rob Tuinstra
26 Feb 2023

De extra aanloopfase die het wietexperiment krijgt biedt grote voordelen, aldus Nicole Maalsté. Zij vindt het ‘een prima idee, mits de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd.’


Maalsté schrijft dit in een opiniërend artikel op de website Binnenlands Bestuur: ‘Nederland loopt met dit experiment voorop in Europa. Vanuit deze pionierspositie moet er voor een hoop zaken het wiel worden uitgevonden. Het ingrijpen in de cannabismarkt is een complex proces.

De overheid en andere betrokken stakeholders lopen tegen allerlei zaken aan die weerbarstiger zijn dan voorzien, bijvoorbeeld een goedwerkend track & trace systeem, de beveiliging van teeltlocaties, het testen, opslaan en transporteren van de cannabisproducten, het verwerken van afval en het verkrijgen van een bankrekening. Het opstellen van nieuwe regels en protocollen voor al deze onderdelen vertraagt de start van het experiment, maar bij een dergelijk groot veranderingsproces is dit niet onverwacht. Gezien de complexiteit ligt het experiment redelijk op schema.’

Twee minpuntjes

Maalsté volgt en onderzoekt de cannabismarkt al decennialang, is adviseur bij Acces Interdit en schrijft ook voor HighLife. Daarin betoogde ze in het laatste nummer (in de serie ’t Experimentje) al dat het draagvlak voor het wietexperiment door het herhaalde uitstel dreigt af te brokkelen. Maalsté in haar Binnenlands Bestuur artikel: ‘Alvast starten met een ‘aanloopfase’ waarin de systemen op kleinere schaal kunnen worden getest, kan solaas bieden.

Het idee voor een aanloopfase komt van burgemeesters Depla (Breda) en Weterings (Tilburg). De ministers van Justitie & Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport beloofden in een brief van 2 december 2022 aan de Tweede Kamer om dit idee verder uit te werken. Zij spraken hierover met alle betrokken stakeholders.

Het plan is nu om de aanloopfase te laten ingaan als tenminste drie telers klaar zijn en de andere telers enkele maanden later één voor één kunnen instromen. Coffeeshops uit Breda en Tilburg kunnen tijdens de aanloopfase op vrijwillige basis legale cannabisproducten inkopen bij telers die kunnen leveren. De coffeeshops kunnen daarnaast producten blijven inkopen bij hun huidige leveranciers.

Er mogen dan maximaal 500 gram legaal ingekochte cannabisproducten en maximaal 500 gram illegaal ingekochte cannabisproducten in de zaak aanwezig zijn. Er zijn zorgen over een afbrokkelend draagvlak als het experiment nog meer vertraging zou oplopen.’

En: ‘Het grote voordeel van een aanloopfase met een beperkt aantal telers en coffeeshops voorafgaand aan het eigenlijke experiment is dat de overgang van een illegale naar een legale cannabismarkt op geleidelijke (organische) wijze plaatsvindt. Kinderziektes in de processen en systemen - die er ongetwijfeld zullen zijn - kunnen zo beter worden opgevangen. Er zijn twee minpuntjes.

Een volledige overstap naar legale producten kan in de nu voorgestelde aanloopfase niet plaatsvinden vanwege de beperking van de hoeveelheid legale cannabis die in de coffeeshop aanwezig mag zijn tot 500 gram. Dat belemmert een natuurlijke marktwerking en is onnodig omdat de legale cannabisproducten via track & trace worden gevolgd. Het is te overwegen om de legale voorraadbeperking daarom los te laten.

Een tweede punt is de clustering van de aanloopfase in Brabantse coffeeshops. Transportkosten en logistieke uitdagingen spelen een belangrijke rol. Als alleen Brabantse coffeeshops meedoen aan een aanloopfase, dan worden telers in die regio bevoordeeld. Dat kan tot juridische procedures leiden van andere telers. Een betere landelijke spreiding van deelnemende coffeeshops in de voorfase is daarom wenselijk.’

 

R
Rob Tuinstra