Matarr - Nooit zonder wiet naar de studio

06 Sep 2017

Rapper Matarr brengt in drie releases 777 uit, drie keer zeven tracks verdeeld over verleden, heden en toekomst. Een ambitieus project maar dat past wel bij Matarr Drammeh (1989) uit Delft, en tegenwoordig Amsterdam. Met een joint in de hand klaarde hij de klus.


 En dat is weer niet zo vreemd, want Matarr kent Highlife magazine al zolang hij zich kan herinneren. “Mijn vader is een rastaman, hij was zelfs de eerste rasta in Gambia. Een echte rasta he, dat had niks met dreadlocks te maken. Hij was meer met die religie bezig, ook al is hij moslim. Die interesse was er, en hij heeft rasta goed bestudeerd. Sinds de jaren zeventig, tachtig heeft mijn vader vrienden van coffeeshops en zo, dus ik heb het blad wel eens bij hem thuis zien liggen. Mijn broer speelde in zaalvoetbaltoernooien van alle coffeeshops van Nederland, en daardoor zag ik Highlife ook altijd. Sinds mijn dertiende wist ik: dat is een wietmagazine. En nu heb ik de eer om geïnterviewd te worden.”

Fuck it

“Blowen ken ik al mijn hele leven, iedereen van mijn familie rookte. Mijn moeder, zus, broer, vader, ooms - noem maar op. Ik was vroeger altijd buiten op straat, maar we hadden niet het geld om de hele dag te blowen. We kochten wiet van het geld dat er was, leuke dingen, toen waren we nog kinderen. Maar nu kan ik dat niet meer doen, nu blow ik meestal als ik de dag heb afgesloten. Standup comedian Katt Williams zegt: “Weed brings the fuck it in your system - je krijgt dat fuck it gevoel. In mijn leven moet ik bij best veel dingen serieus zijn, ik kan dingen ook niet laten sliden, dingen niet laten gaan, dus als ik heb geblowd denk ik eerder eh joh, laat zitten man. Een tevreden roker is geen onruststoker! Je bent gewoon chill. Als ik ’s avonds alles heb gehad, ik heb gegeten, dan blow ik.”

Gewoon doen

“Ik kan ook soms een jointje overdag roken, als ik echt paranoia ben moet ik even wat smoken, fuck even deze dingetje, ik vergeet het en ga verder met iets anders. En de wiet nu is te sterk, ze maken de gekste wiet. In de avond vind ik dat prima, maar anders niet. Net heb ik een jointje gerookt, ik denk ik ga relaxed praten, ik heb vandaag een vrije dag, ik kan rustig aan doen, lekker chill. Ik voel het aan mezelf, ik denk nu relaxed, chill, de wiet heeft z’n werking gedaan. Ik weet precies wanneer ik wiet moet gebruiken. Wanneer ik denk ik moet nu een jointje roken, dan moet ik dat doen. ik weet ook precies wanneer ik het niet moet doen, als ik nog even scherp moet blijven of iets duidelijk uit moet leggen - dan niet.”

Relaxte wiet

“Ik rook altijd indica. Een wit, droog wietje, gewoon relaxed. Ze zeggen sativa is energiek, daar krijg je energie van, en van indica krijg je een body bust, daar word je stoned van. Maar ik ervaar het helemaal niet zo, als ik een gekke haze rook, dan sta ik niet meer op hoor, dan krijg ik helemaal geen energie. Ik ga gewoon slapen, niks meer doen. Ik houd van old skool wiet, die verkopen ze niet eens meer. Originele bubblegum bijvoorbeeld, of B-52, een van de eerste skunks bij ons in Delft - daarna kreeg je pas die K2, Orange Bud en zo, dat is allemaal pas veel later. Maar zulke wiet ken ik dus, dat rook ik het liefst. Heel relaxte wiet, maar mensen vinden het niks, ze verkopen het niet eens meer omdat het geen geld voor ze oplevert.”

Nep

“In Amsterdam ken ik haast geen shop die echte bubblegum verkoopt, het is alleen maar neppe. In Den Haag, Rotterdam en Tilburg, daar verkopen ze het nog wel. Het is een kwestie van vraag en aanbod, in Amsterdam vragen ze er gewoon niet naar, ze willen het niet hebben, dus mensen gaan het ook niet kweken. Die bubblegumplanten zijn best wel klein, dus je haalt er minder uit. En het is ook nog indica, dus vaak willen mensen minder betalen. Terwijl als je mooie bubblegum hebt, is het duurder dan haze. Maar een gemiddelde bubblegum ga je goedkoop moeten verkopen, en je hebt niet zoveel eruit gehaald omdat je planten klein blijven. Nu mixen ze bubblegum met andere planten, met NLX bijvoorbeeld, om ‘m toch iets groter te maken, maar dan krijg je nep bubblegum, niet de echte. Allemaal trucjes. Ik houd echt van die ouderwetse wiet.”

Te sterk

“Die andere wiet is te sterk voor mij... Ik heb vrienden uit Engeland, dan komen ze hier en roken de sterkste wiet, de sterkste! Maar ze slapen de hele dag, ze kunnen niet meer bewegen. Ik rook wel met ze mee. Die dab en vaporizers heb ik ook gedaan, de eerste keer was dat bij die mensen van Boerejongens, van The Amsterdam Genetics, met zo’n smoke session, daar hadden ze die vaporizer en la la la. Toen was ik wel echt stoned, dat is te sterk voor mij. Ik ging naar huis, slapen. Dan is het gewoon over.”

Psychologisch

“Als ik rap hoef ik niet eens een jointje te roken, maar ik moet ‘em in m’n hand hebben. Het is psychologisch geworden. Ik schrijf ik schrijf ik schrijf dan stop ik even en rook twee, drie jointjes, ik ga weer schrijven en dan heb ik die filter nog in mijn hand, gewoon, een uitgebrande sigaret, het is op, maar ik loop er nog een uur mee. En nee het gaat niet over drie trekjes, maar drie jointjes. Ik rook jointjes als een sigaret, bam bap bap. Ik rook heel snel, ik weet ook niet hoe dat komt.”

Heel gek

“Dat is dan een normale joint, geen kleine, of dunne, of super dikke joint, gewoon een normale joint, bijna een voorgedraaide - maar dat is nog iets te dik. Ik weet niet eens hoeveel ik rook op zo’n avond, maar mensen moeten wel een paar keer naar de shop. Soms zijn we met z’n vijven. We kunnen in sommige studio’s niet binnen roken, dus dan draait iedereen twee jointjes, gaan we naar beneden, roken we even snel bap bap bap met z’n allen tien jointjes, dan gaan we weer naar boven en gaan we verder. Dan is de joint uit, op, maar zit nog steeds in mijn hand. Heel gek. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit zonder wiet naar de studio ben gegaan.”

Erin getrapt

“Ik raad mensen altijd af om in de stad wiet te kopen, daar word je gewoon opgelicht. Ik vind het wel goed voor die hossels, maar ik vind het gek dat als matties van mij hier komen en ze gaan naar de stad, dan kopen ze een gekke haze van zestien euro per gram. Ik zeg: broer, je bent opgelicht... Ze geven het gewoon een of andere naam zoals Hawaiian Kosher Kush, en de mensen trappen er in. Ik snap het wel, het is een goeie hossel, goeie business, maar het is niet voor mij. Ik haal wiet in de hood, van de locals, het maakt niet uit in welke stad ik ben. Problemen heb je eigenlijk alleen echt in Amsterdam, verder is in Nederland in alle shops wel goede wiet, vaak beter zelfs. Vooral in het zuiden van het land, maar daar wordt natuurlijk ook veel gekweekt.”

Uitleggen

Matarr is al zo’n tien jaar bekend van zijn straatraps, maar was er iets van vijf jaar tussenuit. “Op 777 horen ze wat er in de tussentijd is gebeurd, waarom ik niks heb gedaan. Ik heb nu een zoontje van drie jaar, ik heb vastgezeten, hoe is dat gekomen, hoe kijk ik daar tegenaan, hoe heeft dat effect op mijn leven. En dat kan ik nu uitleggen. En dat kan ik niet elke maand, dan wordt het net een krant, of ook een magazine. Er gaat gewoon tijd overheen. Omdat ik die dingen ook echt aan het beleven ben. In veel situaties is het voor mij zelfs moeilijk om aan muziek te denken, terwijl ik het wel graag wil.” Van het drieluik 777 is het eerste deel (Verleden) net uit, binnenkort volgen Heden en Toekomst. Voor meer info check Matarr, Zware Jongenz en Bravoure Music op Facebook. Door: Arjan van Sorge