Tweede generatie ondernemers

05 Nov 2019

Dit is een eerste artikel in een serie over tweede generatie eigenaars van coffeeshops. Zonen en dochters, erfgenamen en anderen die op een speciale manier waren verbonden aan de eerste eigenaar van de coffeeshop. Hoe pakken zij het levenswerk van hun voorganger op?


Marjolein, coffeeshop Zero Zero “Ik streef graag naar perfectie”

Marjolein de Keijzer-van Nimwegen (44) nam coffeeshop Zero Zero in Arnhem over van haar 25 jaar oudere man, Frans, die in 2016 overleed. “Frans was een oude hippie uit Amsterdam. Hij bouwde deze zaak vanuit niks op. Het was zijn levenswerk.” De coffeeshop, net buiten het centrum, ligt op de eerste verdieping. Toen Frans nog leefde, stond er een grote tafel en was er een zithoek bij het raam. Frans wilde dat mensen een gesprek met elkaar konden voeren. Marjolein heeft flink gemoderniseerd, maar wel het goede van zijn werk behouden. “Er zit een deel van mij en een deel van hem in. Frans was van de oude stempel. Wat goed is, is goed. Dat moet je verder niet willen veranderen. Enige verandering vond ik wel nodig. Ik heb de zaak een nieuw kleurtje en een andere uitstraling gegeven. Frans vond het belangrijk dat onze shop een huiskameruitstraling heeft. Dat huiselijke heb ik erin gehouden. De tafel is gebleven en er is altijd snoep en fruit. En we hebben gratis thee.’

Vrouw

Marjolein combineert gevoel met commercieel. Het assortiment was vroeger beperkt; zij breidde dat flink uit. “Ik denk wat commerciëler dan hij deed. Ik probeer de omzet te verhogen en zorg ervoor dat de zaak op zijn top draait. Er is nu meer keuze en de producten zijn beter van kwaliteit. Dat vind ik belangrijk.” Zero Zero wordt door dames gerund. Er werkt maar één jongen achter de bar. Meiden zijn volgens Marjolein wat vriendelijker en zachter. Ze doet ook aan klantenbinding. “Met kerst krijgen de eerste 750 klanten die komen bijvoorbeeld een kadootje. Sommige klanten hebben alle presentjes van de voorgaande jaren nog.”

Gevoel

“Voordat Frans overleed, nam hij meestal de eindbeslissingen, maar ik stuurde de tent toen al aan.” In de coffeeshopwereld maken mannen veelal de dienst uit. “Ik vind zakendoen eigenlijk doodeng. Ik ben niet heel hard. Ik ga vooral op mijn gevoel af. Ik zeg altijd maar, je moet doen wat bij je past.” Ze heeft een goed hecht team om zich heen, waarmee ze veel overlegt. “Het is soms best gênant hoe je als vrouw wordt benaderd. Het komt regelmatig voor dat mensen eerst mijn vriend of een bedrijfsleider aanspreken in de veronderstelling dat hij wel de baas zal zijn. Als een van de personeelsleden dan zegt dat ze bij mij moeten zijn, dan wordt dat niet altijd geloofd. Aan de ene kant is dat frustrerend,

maar ik moet er ook wel om lachen.“ Als je als vrouw opgroeit dan zul je niet snel kiezen voor het runnen van een coffeeshop. Er hangt een waas overheen van criminaliteit. Dat is niet echt een vrouwelijke keuze. “Maar nu is het mijn passie geworden en weten we in onze zaak ook steeds meer vrouwen aan te trekken.”

Highlife Cup

De Arnhemse koopt alleen van kleine veelal biologische telers en ze koopt vooral kleinere partijen in. Ze lacht als ik vraag of ze wel eens overvallen, bedreigd of afgeperst is: “Als je weet met wie je zaken doet, heb je dat soort problemen niet. Als een onbekende iets aanbiedt zeg ik meestal dat we voldoende hebben. Maar het is ook intuïtie. Dat bouw je in jaren op. Soms geef ik iemand wel een kans. Er kan zomaar hele goeie wiet tussen zitten.” Deze zomer won de biologische Silver Haze van Zero Zero de Highlife Cup. De jaren daarvoor vielen ze ook al in de prijzen. “Door mee te doen aan die cannabiswedstrijden wil ik laten zien dat je serieus met je zaak bezig kan zijn. Ik streef graag naar perfectie.”

Klantenkring

Toen Frans de zaak nog runde bestond de klantenkring veelal uit oudere Surinaamse en Marokkaanse mannen. Die kwamen dan gezellig ’s middags in de zaak om met elkaar en de eigenaar te praten. Maar door de veranderingen van Marjolein heeft de shop meer klanten gekregen en is de klantenkring ook veranderd. “Sinds de verbouwing komen er meer jongeren, meer stelletjes en ook meer meiden in de zaak. Ik heb gekozen voor een vrouwelijke stijl, Aziatisch.” Voor ze in de coffeeshop terechtkwam werkte ze in de zorg, in een klooster waar paters en broeders werden verzorgd die stervende waren of die moesten herstellen van een operatie. In 2007 ging ze in de coffeeshop aan de slag, in eerste instantie als verkoopster. “Mijn ouders dachten net als veel andere mensen dat een coffeeshop foute boel was. Wij associeerden het met handgranaten en zware criminelen. Ik was nog nooit in een coffeeshop geweest voor ik Frans leerde kennen. Toen kwam ik erachter dat het eigenlijk een gewone zaak is, een MKB-bedrijf. Net als een kledingzaak. Alleen is de inkoop dubieus.”

Goed gastheerschap

Marjolein blowt zelf niet, maar rookt wel sigaretten. “Ik ben nooit geïnteresseerd geweest in drugs. Mijn man was daar trots op. Maar ik heb inmiddels veel kennis over cannabis en kan iemand prima uitleggen welke soorten welke uitwerking hebben. Daar hoef je zelf niet voor te blowen. Je moet er wel een goed gevoel bij hebben. Al onze medewerksters hebben een cursus goed gastheerschap gevolgd.” Sinds 1 juli 2017 hebben alle Arnhemse shops een schaarse vergunning. Dat houdt in dat de coffeeshopvergunningen vanaf juli 2025 worden verloot. Het is dus niet zeker of Zero Zero dan opnieuw een vergunning zal krijgen. Sinds kort is ook bekend dat Arnhem gaat deelnemen aan het coffeeshopexperiment. Het maakt de toekomst van Zero Zero ongewis. Maar Marjolein is strijdvaardig. “Ik wil het werk van mijn overleden man en wat hij in 38 jaar heeft opgebouwd in ere houden. Dat heeft grote emotionele waarde voor mij. Het behoud van de zaak gaat voor alles.”

Wietexperiment

Marjolein trad verschillende keren in media op als woordvoerster van de Arnhemse shophouders. Ze wil graag meedoen aan het experiment, maar wil wel een faire kans krijgen. “Ik vind het prima als de zaak niet overdraagbaar is. Maar laat het aan mij over wanneer ik stop. Ik wil echt wat van die proef maken. Maar ik zou het niet eerlijk vinden als mijn zaak daarna van me wordt afgepakt vanwege die schaarse vergunning. […] Ik voel me nu als een crimineel in een hoek gedreven. Wij willen graag samen met de gemeente naar oplossingen zoeken. Er wordt wel met ons gepraat, maar niet goed geluisterd. Soms bekruipt me het gevoel dat ik op een eiland sta te schreeuwen zonder dat iemand me hoort.”