Wiettelers gevraagd

15 Sep 2020

De aanmeldingsprocedure voor telers die mee willen doen aan het wietexperiment sluit op 28 juli 2020. Om in aanmerking te komen moeten aspirant-kwekers aantonen minimaal 6500 kilo gedroogde hennep per jaar te kunnen produceren. Eind 2020 is naar verwachting bekend welke telers (maximaal 10) een vergunning krijgen.


Voorwaarden teeltvergunning wietexperiment bekend gemaakt

Het zijn spannende tijden voor wiettelers die mee willen doen aan het wietexperiment. Het leek er even op dat de coronacrisis ook zijn invloed zou hebben op het wietexperiment. Betrokkenen hielden rekening met een forse vertraging. Daar lijkt nu geen sprake van. Begin juni heeft de overheid de voorwaarden voor telers gepubliceerd. Alleen Nederlands ingezetenen met een bedrijf of een rechtspersonen (bv of nv) met een Nederlands adres komen in aanmerking voor een vergunning. Verder moet er een flink pak documenten worden overlegd waaronder een ondernemingsplan, een teeltplan en een bedrijfsplan. Aanvragen die niet compleet zijn worden niet in behandeling genomen. Twee weken later publiceerde het Staatsblad ook de bijbehorende Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Dat is een besluit van de regering, waarin wettelijke regels nader zijn uitgewerkt. Een epistel van 80 pagina’s. De AMvB omschrijft bijvoorbeeld de verpakkingsvoorwaarden en de manier van transport naar de coffeeshop. Ook zijn in dit stuk de reacties van belanghebbenden op het voorgenomen experiment verwerkt.

Bedrijfslocatie

De overheid schat in dat kandidaat-telers zo’n 12.000 euro kwijt zijn voor het aanvragen van de vergunning. De berekening is gebaseerd op 4 werkweken. Dat is erg krap berekend. Zo moeten zij bijvoorbeeld aangeven waar ze willen telen. Er hoeft weliswaar nog geen bedrijfslocatie te zijn aangekocht of gehuurd, maar je moet wel een veiligheidsplan voor de betreffende locatie(s) kunnen overleggen. Zo’n veiligheidsplan is zeer afhankelijk van de ligging van de bedrijfslocatie. Daarnaast heb je niet zomaar een geschikte locatie gevonden die de goedkeuring van de burgemeester heeft. Een gemeente kan allerlei redenen op het gebied van de openbare orde en veiligheid hebben waarom zij de aanwezigheid van een wietteeltbedrijf ongewenst acht. Ook kan het zijn dat de beoogde locatie niet binnen het bestemmingsplan past. Het afgelopen jaar hebben veel aspirant-telers daarom al gesprekken gevoerd met burgemeesters en/of hun ambtenaren om te peilen hoe zij over het experiment denken en of zij de beoogde locatie(s) geschikt achten.

VOG en BIBOB

De vergunningaanvraag moet vergezeld gaan van een zogenoemde Verklaring Omtrent Gedrag. Dat is een verklaring waaruit blijkt dat de vergunningaanvrager geen strafbare feiten heeft gepleegd die een bezwaar vormen voor het werken in een legale hennepkwekerij. Binnen het experiment worden immers tijdelijk handelingen toegestaan die buiten het experiment strafbaar zijn. Om misbruik van deze bijzondere positie te voorkomen worden aspirant-telers gescreend. De overheid wil zo voorkomen dat legaal geteelde cannabisproducten uit de coffeeshopketen weglekken of dat illegale cannabisproducten de coffeeshopketen binnenkomen. Als je geen strafblad hebt, krijg je die verklaring altijd. Een licht vergrijp op de Opiumwet is waarschijnlijk ook geen probleem. Is er sprake van strafbare feiten op het gebied van georganiseerde criminaliteit, fraude of valsheid in geschriften dan krijg je in dit geval geen VOG-verklaring. De beoordeling van de VOG-verklaring gaat over je gedrag van de afgelopen vier jaar. Het aanvragen duurt 4 tot 8 weken. De geselecteerde telers zullen uiteindelijk een VOG-verklaring moeten aanvragen voor alle medewerkers die in dienst komen van de legale hennepkwekerij. Ook zal dan een BIBOB-onderzoek plaatsvinden. Dat is een integriteitsonderzoek naar de achtergrond van de aanvrager en het bijbehorende bedrijf. Een aanvraag kan bijvoorbeeld geweigerd worden vanwege onduidelijke financiële of organisatorische constructies.

Kweekdiploma

Bij het teeltplan wordt gevraagd naar kennis en ervaring die aspirant-telers (in huis) hebben met het professioneel telen, produceren en verwerken van gewassen. Dit hoeven geen hennepplanten te zijn. Ze moeten dit onderbouwen met geschikte bewijsstukken. Ook moeten zij een plattegrond van de teeltlocatie meesturen. En ze moeten vrij precies kunnen aangeven hoeveel kilo’s ze van elke variëteit gaan kweken. Dat kan in het eerste jaar minder zijn dan in de volgende jaren. Maar het moet tenminste 6500 kilo gedroogde hennep op jaarbasis zijn. Een teler moet in ieder geval tien verschillende variëteiten kunnen telen.

Marktwerking

Bij het bedrijfsplan wordt gevraagd op welke wijze de aanvrager de coffeeshops bij de inhoud en vormgeving van het assortiment denkt te betrekken. De overheid gaat ervan uit dat de geselecteerde telers en coffeeshopondernemers in de voorbereidingsfase contact met elkaar leggen. In de huidige situatie doen coffeeshopondernemers vooral zaken met bekende leveranciers. Een goed netwerk is daarbij uitermate belangrijk. Het assortiment wordt afgestemd op het businessmodel en type klanten. Dat kan enorm verschillen per coffeeshop. In de nieuwe situatie kan elke coffeeshop die in het experiment zit inkopen doen bij alle geselecteerde telers. De overheid bemoeit zich niet met de prijsbepaling. Dat wordt overgelaten aan de markt. De coffeeshops moeten immers kunnen concurreren met de illegale markt.

Veiligheidseisen

De prijs wordt wel enigszins opgedreven door de kwaliteits- en veiligheidseisen die aan de legale cannabisproducten worden gesteld. De legale producten mogen alleen met een gecertificeerd geld- en waardetransportbedrijf naar de coffeeshops worden vervoerd. Ook moet een laboratorium met een ontheffing op grond van de Opiumwet de kwaliteit van de producten controleren en het THC- en CBD gehalte bepalen. En de producten moeten in een gesloten verpakking worden geleverd waaraan allerlei eisen zijn gesteld. Daar staat tegenover dat coffeeshops die in het experiment zitten een weekvoorraad in huis mogen hebben. Die voorraad mag alleen in de coffeeshop aanwezig zijn. Ook kunnen coffeeshops bij de teler voorraden reserveren die niet worden opgeteld bij de weekvoorraad. Coffeeshops en consumenten hebben van tevoren bij herhaling aangegeven dat veel klanten het product van hun keuze eerst willen ruiken of proeven. Om hieraan tegemoet te komen mogen coffeeshops van elke variëteit die zij verkopen 20 gram onverzegeld in de shop hebben.

Overgangsfase

In de aanloop naar het experiment is door verschillende partijen gewezen op het risico van een te abrupt begin en einde van het experiment. De illegale markt zou kunnen profiteren van de verwarring die zo zou ontstaan. Daarom is nu gekozen voor een meer geleidelijke start en afbouw. Coffeeshopondernemers in de tien experimentgemeenten kunnen tijdens de voorbereidingsfase al legale cannabisproducten aan hun klanten aanbieden naast het bestaande aanbod. Ze krijgen zes weken de tijd om van hun illegaal ingekochte voorraad af te komen. Daarna worden ze geacht volledig over te zijn gestapt op legale cannabisproducten. Omgekeerd mogen zij aan het einde van het experiment weer inkopen doen bij illegale leveranciers. Uiteraard gaat iedereen ervan uit dat dit niet nodig zal zijn. Maar dat zal een volgend kabinet moeten beslissen. Binnen de huidige coalitie was alleen draagvlak voor een eindig wietexperiment. Aspirant-telers kunnen dus eindelijk een aanvraag indienen. En als het goed is weten we dan aan het einde van het jaar wie de tien legale wiettelers voor het experiment gaan worden.

Hoe worden de telers geselecteerd? De selectieprocedure bestaat uit de volgende stappen: - Een formele toets: de ministeries controleren of alle aanvragen compleet zijn en op de juiste manier zijn ingediend. - Een materiële toets: de ministeries controleren de inhoud van alle ingediende stukken. Voldoen deze aan alle criteria zoals omschreven in de wet- en regelgeving? - Een advies vanuit burgermeesters van de gemeenten waar aanvragers hun teeltlocatie willen vestigen - Een loting; als er meer dan 10 goedgekeurde aanvragen zijn. - Een Bibob-onderzoek.