Al deze rapporten zijn van twijfelachtige kwaliteit

11 Jun 2020

Midden in coronatijd bracht het Trimbos-instituut de resultaten van twee onderzoeken over cannabis naar buiten. Ook de Nationale Politie stelde een rapportje over drugsmarkten en drugsgebruik in coronatijd op, deels gebaseerd op de bevindingen van het Trimbos-onderzoek. Waarom komt deze informatie nu naar buiten?


Cannabisrapporten in coronatijd: ‘Management of Meaning’

Laten we beginnen met de meest serieuze en uitgebreide publicatie. Op 7 april verscheen het rapport ‘Intentie om te minderen of te stoppen met blowen en opvattingen over hulp zoeken’. Uit deze Trimbos publicatie blijkt dat consumenten die hun cannabisgebruik willen afbouwen meer vertrouwen hebben in hulp van familie en vrienden dan in een bewezen effectief behandeltraject. De conclusie komt voort uit het Grote Hasj- en Wietonderzoek, een online-enquête onder 1041 cannabisconsumenten met een gemiddelde leeftijd van 25 jaar. Het onderzoek vond plaats van april tot juni 2018. Dat is twee jaar geleden. De conclusie verbaast mij niet. Uit de Grasspoll, een grootschalige online enquête onder 9117 cannabisconsumenten, bleek ook dat cannabisconsumenten meer waarde hechten aan informatie van familie, vrienden en kennissen dan aan de folders van de hulpverlening.

Vertrouwen in de boodschapper

Je zou dan verwachten dat preventiewerkers en hulpverleners die kennis gebruiken, bijvoorbeeld door hun boodschappen meer te richten op mensen die dichtbij cannabisconsumenten staan. Familie en vrienden zouden als intermediair kunnen dienen om de preventieboodschappen van de overheid en hulpverlening op hun eigen manier en in hun eigen woorden over te brengen op cannabisconsumenten. Iedereen die weet hoe communicatie werkt, begrijpt dat de boodschapper minstens zo belangrijk is als de boodschap.

Weinig vertrouwen

Het onderzoek laat zien dat cannabisconsumenten weinig vertrouwen hebben in de standpunten van hulpverleningsinstanties en het Trimbos-instituut met in hun kielzog de overheid. Geen fijne bevinding voor een instantie die zelf al jarenlang betrokken is bij het ontwikkelen van preventieboodschappen en behandeltrajecten om misbruik van cannabis tegen te gaan. De onderzoekers hebben waarschijnlijk lang geworsteld met deze resultaten. Misschien dat dit rapport daarom naar buiten werd gebracht op het moment dat Nederland in de ban was van de coronacrisis. Feit is dat er geen enkel bericht over dit rapport in de reguliere media is verschenen.

Online zelfhulp

Bij de interpretatie van de resultaten breken de onderzoekers een lans voor online zelfhulp interventies. Dat zou volgens hen een oplossing kunnen zijn voor consumenten die willen minderen of stoppen met cannabis maar liever (nog) geen professionele hulp zoeken. “Deze vorm van hulp is van alle vormen van ondersteuning het minst bekend onder cannabisgebruikers. Het lijkt dus van belang om deze vorm van hulp bij frequente cannabisgebruikers onder de aandacht te brengen,” schrijven ze. Bijna 70% van de geënquêteerden zegt wel eens een poging te hebben gedaan om te minderen of te stoppen. En meer dan 60% geeft aan van plan te zijn om dat in de toekomst te doen. De onderzoekers menen dat het de deelnemers mogelijk niet lukt om hun cannabisgebruik af te bouwen, omdat “hun voorkeur uitgaat naar matig effectieve vormen van ondersteuning. Zo geven zij het meest de voorkeur aan sociale steun van naasten en minder aan de zorg die volgens de richtlijnen het meest effectief is.”

Effectieve steun van sociale omgeving

Of de steun van familie en vrienden effectief is, weten we echter helemaal niet. De onderzoekers geven aan dat daar weinig over bekend is. Je zou zeggen dat het dan hoog tijd wordt om onderzoek te doen naar de effectiviteit van die steun en hoe je de sociale omgeving kunt inzetten wanneer mensen willen stoppen of minderen met cannabis. Maar hierover zegt het rapport niets. Ergens is dat te begrijpen. Als de hulp van de sociale omgeving van een cannabisconsument effectiever is dan het Trimbos, kun je je afvragen wat de rol van dat instituut nog is. Maar het Trimbos twijfelt liever niet aan zijn eigen rol en zet in op het via internet onder de aandacht brengen van ‘effectieve’ vormen van hulp. Dat is op zijn zachtst gezegd vreemd. De volgens de richtlijnen zogenoemde bewezen effectieve interventies leveren al jarenlang niet het gewenste resultaat op. Als het Trimbos problematisch cannabisgebruik werkelijk wilt afbouwen, dan zou het haar eigen rol misschien ook eens wat kritischer kunnen bekijken.

Gebrek aan zelfkritiek

Dit gebrek aan zelfkritiek voedt het wantrouwen van consumentenorganisaties en de coffeeshopsector in de goede bedoelingen van het instituut. Het Trimbos benaderde deze partijen onlangs om vragen te stellen aan consumenten over hun cannabisgebruik in coronatijd. Consumentenorganisaties en coffeeshops hebben wél het vertrouwen van veel cannabisconsumenten en zouden een belangrijke rol kunnen spelen in het overbrengen van preventieboodschappen. Beide partijen lieten weten het geen goed moment te vinden om vragen te stellen aan cannabisconsumenten. Wel gaven de shops en consumentenorganisatie aan op een later moment graag mee te willen werken. Het Trimbos zette haar onderzoek desondanks door. Ze vonden 588 cannabisconsumenten die eerder hadden meegewerkt aan het Grote Hasj en Wietonderzoek bereid om opnieuw een enquête in te vullen.

Meer geblowd in coronatijd

De tussentijdse resultaten van dat onderzoek werden enkele weken later met veel bombarie naar buiten gebracht. Er zou meer geblowd worden in coronatijd. Cannabisconsumenten zouden – met name uit verveling – gemiddeld 4,3 joints roken in plaats van de gebruikelijke 3,6. Naast verveling noemden consumenten ook stress, eenzaamheid en mentale gezondheid als reden om meer te gaan blowen. Verder gaf een deel van de consumenten aan extra maatregelen te treffen vanwege COVID-19. Ze zeiden geen joints meer te delen en niet meer samen met vrienden te roken.

“Zorgelijk”

Margriet van Laar, programmahoofd Drug Monitoring van het Trimbos, liet in de Volkskrant weten het zorgelijk te vinden dat cannabisgebruikers in deze periode meer blowen om negatieve gevoelens te onderdrukken. ‘Dit soort coping-gedrag vormt een risico. Het kan ertoe leiden dat mensen eerder verslaafd raken. Bovendien is roken slecht voor de longen, wat blowers kwetsbaar maakt voor het coronavirus.’ Het Trimbos benadrukte dat het om voorlopige resultaten gaat en dat de onderzoekspopulatie niet representatief is voor alle Nederlandse volwassenen die (regelmatig) cannabis gebruiken. Opvallend is in ieder geval dat de respondenten uit dit onderzoekje gemiddeld ouder zijn (33 jaar) dan de respondenten uit het eerdere onderzoek (25 jaar). Zeker omdat het Trimbos doorgaans de tijd neemt om onderzoeksresultaten naar buiten brengen, roept de razendsnelle publicatie van tussentijdse resultaten over een onderzoekspopulatie die niet representatief is vragen op. Wie wil dit precies weten en waarom?

Politierapport

Dat geldt ook voor het ‘Informatierapport Covid-19 pandemie in relatie tot drugsmarkten’ dat de politie eind april naar buiten bracht. Eigenlijk is het nog te vroeg om iets te zeggen over de gevolgen van de pandemie op de drugsmarkt, is de onderliggende boodschap, maar toch. Verder geeft het rapport een aantal overbodige speculaties. Zo wordt verwacht dat de prijzen stijgen, met name de hasj-prijs. Maar ook wiet zou duurder worden, omdat meststoffen moeilijker verkrijgbaar zouden zijn door de COVID-19 pandemie. Dat kan allemaal waar zijn, maar het blijft giswerk. Het zou evengoed kunnen dat iedereen die geen werk meer heeft uit verveling wiet gaat kweken en dat de markt overspoeld wordt met goedkope wiet van bijzonder hoge kwaliteit, omdat de werklozen die zijn gaan telen zich vol liefde en overgave op hun (nieuwe) hobby storten. Er gebeuren de laatste tijd wel meer onverwachte dingen. Al deze rapporten zijn van twijfelachtige kwaliteit. Van de politie ligt zo’n rapport in de lijn der verwachtingen. De politie publiceert de afgelopen jaren wel vaker ongeloofwaardige en slecht onderbouwde cijfers over drugsmarkten om de beeldvorming over drugs te beïnvloeden. ‘Management of meaning’ noemen ze dat zelf. Dat het Trimbos-instituut zich nu ook op dat pad lijkt te begeven is veel minder goed te begrijpen.