HIGH in de zeventiende eeuw

09 Feb 2020

Een wandeling door een dorpje in de Hollandse polders voerde je in de zeventiende eeuw langs boerderijen waarnaast vaak een ‘henneptuyn’ lag. Dat waren geen veldjes buitenwiet.


 Van de vezels rond de stengels maakte men toen sterke draden, de grondstof voor zeildoek en kilometers touw dat over de hele wereld is teruggevonden. De hennepteelt was voor Nederlandse boeren een aantrekkelijke bijverdienste. Maar niet alleen de industriële variant van de plant werd in de Nederlandse Gouden Eeuw gewaardeerd. Het hart van de collectie van het Hash Marihuana & Hemp Museum bestaat uit schilderijen van rokende mensen gemaakt door zeventiende-eeuwse tijdgenoten van kunstenaars als Rembrandt en Frans Hals. In het museum in Amsterdam hangt een levendig werk van de Rotterdamse schilder Hendrick Martensz Sorgh (1611-1670). Drie mannen en een vrouw zitten rond een tafel. Ze zingen, drinken en roken. De man links heft zijn bierglas om te proosten. Het is zo te zien niet zijn eerste drankje. De man rechts maakt zijn vinger nat met speeksel om de inhoud in de kop van zijn witte pijpje wat aan te duwen, voordat hij weer een diepe haal zal nemen. Op tafel liggen nog een pijp en een wit papiertje waarin het rookwaar werd bewaard.

Tabak en cannabis

Vermomd als kroegscene, schilderde Sorgh een verbeelding van de vijf zintuigen: horen, zien, proeven, ruiken en voelen. Het roken stond voor ruiken of proeven. Kunsthistorici gingen er altijd vanuit dat de geur op dit soort verbeeldingen van het dagelijks leven werd verspreid door tabaksrook. Rokers in de tijd van Sorgh wisten een mengvorm van tabak en cannabis echter ook te waarderen. Tabak was na 1492 in Europa geïntroduceerd door Columbus, die het had leren kennen op zijn ontdekkingsreizen naar de Nieuwe Wereld. Maar de nieuwe plant was erg duur voor de gewone man en mensen gingen daarom experimenteren door het toevoegen van goedkopere kruiden zoals hennep. Dat zal men hebben gevonden in de ‘henneptuyntjes’ op het platteland, maar zoals bekend is uit boedelbeschrijvingen waren er ook tabaksverkopers die hennep verkochten. Een soort zeventiende-eeuwse coffeeshop dus, zonder gedoe aan de achterdeur! Dat cannabis een bijzondere uitwerking kon hebben, werd beschreven in medicinale handboeken waarin auteurs zonder uitzondering de geneeskundige kwaliteiten van de plant beschrijven.

Neusafsnijdingen

Rokende mensen werden in die tijd vaak ‘toeback-drinckers’ genoemd. Ze rookten met witte Goudse schuimstenen pijpjes, die toen ook werden gebruikt voor de consumptie van cannabis. Het roken was wijdverspreid, maar er werd in de zestiende en zeventiende eeuw ook hard tegen opgetreden. Vlak voor zijn dood kondigde paus Urbanus VII (1521-1590) zelfs het eerste rookverbod ooit af. In 1590 liet hij weten dat mensen die in of om de kerk nog pijp-, pruim- of snuiftabak zouden consumeren de kans liepen uit de kerk te worden gezet. Stadsbesturen dreigden met neusafsnijdingen en zelfs met de galg. Maar er waren ook fervente voorstanders van het roken. Sommige geleerden meenden dat de rook heilzaam was voor lichaam en geest – een probaat medicijn.

Razend gek

Over hoe de high werd ervaren door de mannen (het zijn bijna nooit vrouwen...) op de schilderijen in het museum is helaas weinig opgeschreven door Nederlandse schrijvers uit die tijd. Het dichtst bij een eigentijdse getuigenis komt een opmerking over hennepzaad (vermoedelijk plakkerig van de cannabinoiden) van de Vlaamse professor in de medicijnen Rembert Dodoens. Hij schrijft in 1607: ”Als je er [hennepzaad] een beetje te veel van neemt stijgt het naar het hoofd en stuurt hete en pittige dampen naar boven … sommige mensen worden er razend gek van. Zelfs degenen die alleen maar op henneptakken liggen worden er dronken van en krijgen duizelingen in het hoofd.” Hash Marihuana & Hemp Museum Het Hash Marihuana & Hemp Museum in Amsterdam en Barcelona bezit meer dan 8000 voorwerpen gerelateerd aan de cannabisplant. Het is de grootste collectie ter wereld op dit gebied, geheel bijeengebracht door cannabis ondernemer Ben Dronkers. Deze voorwerpen bevatten allerlei verhalen over de geschiedenis en de vele toepassingen van de cannabisplant. In een reeks artikelen gaat museum conservator Gerbrand Korevaar in op een aantal hoogtepunten en verborgen schatten uit de collectie.