Openmaken, politie! Wat nu?

20 Nov 2017
Sam ging met zijn bejaarde moeder naar een café voor de gegoede burgerij. Je weet wel zo’n gelegenheid waar de mannen in pakken en stropdassen tonen hoe goed ze het hebben. Zijn moeder kreeg aanspraak van een man die mooie verhalen wist te vertellen. De man zag er uit als een succesvol oud ondernemer die niet hoefde rond te komen van een AOW. Op de een of andere manier kwam het gesprek op verwarmingsketels terecht. De man in het pak vertelde dat hij in zijn poepsjiek appartement een storing aan zijn ketel had. Daar had een firma onderhoud aan verricht en sindsdien had hij een storing. “Sam, zou jij daar eens naar willen kijken?” Sam toonde zich hulpvaardig. “Ik heb daar geen verstand van, maar bij mijzelf reset ik dan het systeem en vul het waterniveau aan. Ik wil best voor u kijken mijnheer”. Zo gezegd zo gedaan. Sam bezocht zijn nieuwe kennis in diens appartement. Terwijl hij naar de ketel keek kreeg de man een telefoontje. Sam hoorde hem nog net zeggen: “ik ben zo terug”. Sam was bezig met de ketel en de bel ging. Hij liep naar de deur en keek wie daar aanbelde. Tot zijn schrik stond de politie voor de deur. Wat nu dacht Sam. Hij besloot te wachten totdat de politie zou vertrekken. Toen hij dacht dat de politie was vertrokken liep hij naar buiten. Daar werd hij opgewacht door een agent. De agent nam hem weer mee naar binnen. Tijdens die rondleiding zag Sam twee kweektenten vol met hennepplanten in de woonkamer staan. Die had hij vanuit de gang niet gezien. De agent keek vol bewondering naar de tenten en zei tegen Sam: “wat dom dat jullie in al die ruimte maar twee tenten hebben geplaatst”. Sam dacht, hoor ik dat nou goed? Jullie! Ik heb hier niets mee te maken. Die agent heeft zijn conclusies al getrokken. Sam werd aangehouden als verdachte. Aan het bureau van politie werd hem verteld dat hij een advocaat mocht raadplegen voorafgaand aan zijn verhoor. Dat deed hij. Hij kreeg het advies te zwijgen op alle vragen die hem werden gesteld en dat deed hij. Sam werd door de officier van justitie voor de politierechter gedaagd. Hij werd ervan verdacht dat hij in bewuste en nauwe samenwerking met een ander of anderen wiet had gekweekt en stroom had gestolen. Daarmee zou hij een winst hebben gehad van ruim € 16.000. Dat geldbedrag vorderde justitie van hem. Sam vertelde de rechter dat hij niet betrokken was bij de hennepteelt. Hij deed zijn verhaal uit de doeken. De rechter keek hem aan en zei: “waarom heeft u dat niet direct bij de politie verteld”? Ik weet helaas uit ervaring dat de meeste rechters niets geloven van verklaringen die pas op zitting worden afgelegd. Sam vertelde de rechter dat hij erg was geschrokken van de opmerking van de agent ter plaatse. De rechter vroeg door, maar Sam wist steeds prima antwoord te geven op diens vragen. Je kon voelen dat het dubbeltje de andere kant op begon te vallen. Toen de persoonlijke omstandigheden aan de orde kwamen vroeg de rechter aan Sam hoe het zat met de andere hennepzaak die tegen hem liep. Sam verschoot van kleur. “Andere hennepzaak? Ik weet van niks waar heeft u het over?” De rechter keek opnieuw naar het strafblad en excuseerde zich. Hij had dat verkeerd gezien. Sam was nog nooit met de politie en justitie in aanraking geweest. De rechter zei tegen Sam dat hij gewend was hardop uit te spreken wat hij dacht. Sam antwoordde gevat: “ik hoor liever niet wat u denkt, want ik schrok mij zojuist rot”. De rechter was er klaar mee. Hij sprak Sam vrij omdat hij op basis van het strafdossier niet meer kon vaststellen, dan dat Sam in het appartement aanwezig was geweest waar hennep was aangetroffen. Het bewijs dat Sam daarmee van doen had schoot te kort, zodat hij hem vrij sprak. Ik denk dat de rechter zijn vonnis vooral op zijn gevoel baseerde. De overtuiging dat Sam fout had gehandeld ontbrak. De rechter met een rechte rug spreekt dan vrij en zo hoort het. Advocaat André Beckers andre@beckersbergmans.nl www.beckersbergmans.nl “bij dringende zaken” 24/7 bereikbaar op gsm / whatsapp: 0653174897