Sri Lanka - Tempels en stranden in zinderende hitte

Het is een fout die ik niet snel meer zal maken. Voor ik naar Sri Lanka vertrok keek ik regelmatig op internet even naar de temperaturen daar. In april bleek het de hele maand zo rond de 32 graden Celcius te zijn. Dat is prima te doen, dacht ik voor ik in de hoofdstad Colombo arriveerde. Maar het bleek in de praktijk toch een stuk warmer. Door het klamme klimaat en de hoge UV-intensiteit (11, terwijl in West-Europa 7 of 8 maximum is) leerde ik al snel dat ik beter naar de ‘gevoelstemperatuur’ had kunnen kijken. Die lag vaak rond de 40 graden, met uitschieters naar 45 graden. Dan piep je wel anders. Ik heb al veel gereisd, maar nog nooit heb ik zoveel gezweet als in Sri Lanka. 

Avontuur

Wie zich eenmaal aan de hitte heeft aangepast kan aan een prachtig reisavontuur beginnen. Een van de meest spectaculaire manieren om in Sri Lanka te reizen is per trein. Voor een habbekrats reis je het hele land door. Denk dan aan bedragen als minder dan 1 euro voor een reis van zo’n honderd kilometer of meer. Nadeel: het is soms maar afwachten of je echt kunt zitten, want de treinen kunnen overvol zijn.

Voordeel: eindelijk mag je eens treinen (met je benen buiten boord bungelend) door een tropisch land met prachtige uitzichten op theeplantages, oerwouden en bergen. Met een beetje mazzel spot je nog een olifant ook. Gelukkig zijn er diverse nationale parken, waar je voor niet zo heel veel geld prachtige jeepsafari’s kunt maken. Niet voor niets stelt reisgids Lonely Planet dat de safari’s hier soms beter zijn dan die in Afrika.

Tempels en stranden

Een ander bezienswaardigheid zijn de vele boeddhistische en hindoe tempels. Hoewel de eerste soms imponerend groot zijn, hebben de hindoe tempels mijn hart meer gestolen. Wat een uitbundigheid en kleurenpracht hebben al die verschillende goden soms. En wat is er dan fijner dan na een uitputtende dag van tempelbezoek je vermoeide benen ’s avonds in het warme water van de Indische oceaan te dompelen. De stranden aan de oostkust, zoals Uppuveli vlak boven Trincolamee, zijn nog amper door toeristen ontdekt, in tegenstelling tot de wat drukkere stranden aan de west- en zuidkust. Maar aan alle stranden kun je relaxen met een hoofdletter R. 

Cannabis

En, is er ook nog wat te blowen daar, zul je misschien denken? Ja, dat is er zeker. Er is lokale wiet verkrijgbaar, of zelfs echt Kerala uit Indië. Maar wees voorzichtig. In tegenstelling tot andere Aziatische stranden of backpacker hangouts is cannabis zeker niet in het straatbeeld aanwezig. De politie controleert streng, dus je moet echt voorzichtig zijn. De kwaliteit kan tegenvallen, maar ook enorm meevallen. Daar is eigenlijk geen kijk op. Gebruik hoe dan ook je gezond verstand.

Massage

Een andere manier om je te helpen relaxen is een Ayurveda massage. Deze worden overal wel aangeboden. En let op; één van de Arurveda medicijnen is… jawel, cannabis. Minister van Gezondheid Rajitha Senaratne hintte in mei dit jaar zelfs op het kweken van cannabis voor deze doeleinden. De minister zei dat tijdens een bijeenkomst van de Sri Lanka Ayurvedic Corporation in Colombo. Senaratne: “Cannabis is vitaal voor de productie van Ayurvedi medicijnen en we zouden dat zelf moeten gaan kweken.” 

Zelf kweken

Of dat echt zal gebeuren is afwachten, want het land kent strenge cannabiswetten. Regelmatig worden smokkelaars opgepakt. Elke maand worden smokkelaars opgepakt, die vooral veel Kerala wiet uit Indië bij zich hebben. Sri Lanka wordt door Indiase drugsproducenten steeds meer als transporthub gebruikt, om hun wiet naar andere landen verder te verspreiden. In Sri Lanka zelf wordt trouwens ook wiet verbouwd, vooral buitenwiet. En die is niet eens zo heel slecht, kan ik uit eigen ervaring melden.